SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
2 février 2010 2 februari 2010
________________
Question écrite n° 4-6712 Schriftelijke vraag nr. 4-6712

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

au ministre de la Coopération au développement

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking
________________
Organes consultatifs fédéraux - Composition - Equilibre entre hommes et femmes - Exceptions Federale adviesorganen - Samenstelling - Evenwicht tussen mannen en vrouwen - Uitzonderingen 
________________
pouvoir consultatif
égalité homme-femme
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes
consultatieve bevoegdheid
gelijke behandeling van man en vrouw
gendermainstreaming
________ ________
2/2/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 4/3/2010)
9/3/2010Antwoord
2/2/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 4/3/2010)
9/3/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6701
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6702
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6703
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6704
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6705
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6706
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6707
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6708
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6709
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6710
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6711
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6713
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6714
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6715
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6716
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6717
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6718
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6719
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6720
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6721
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6722
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6701
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6702
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6703
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6704
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6705
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6706
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6707
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6708
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6709
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6710
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6711
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6713
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6714
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6715
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6716
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6717
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6718
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6719
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6720
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6721
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6722
________ ________
Question n° 4-6712 du 2 février 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6712 d.d. 2 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis la loi du 20 juillet visant à promouvoir la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes possédant une compétence d'avis, modifiée en 1997 et en 2003, un quota légal est en vigueur en ce qui concerne les organes consultatifs fédéraux. Ceux-ci ne peuvent comprendre plus de deux tiers de membre du même sexe. Si cette condition n'est pas remplie, l'organe ne peut plus émettre d'avis valable. L'article 2bis de la loi susmentionnée permet toutefois au Conseil des ministres d'accorder une dérogation lorsque le ministre de tutelle de l'organe fait savoir au ministre chargé de l'égalité des chances entre hommes et femmes qu'il est impossible de respecter le quota et motive cette impossibilité.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes:

1. Quels organes consultatifs relèvent de votre compétence ? Pouvez-vous en donner la liste ?

2. En cette année 2010, quelle est la composition, ventilée par sexe, de chacun de ces organes consultatifs ? Puis-je vous demander de distinguer les membres effectifs, les membres suppléants et la présidence ?

3. Pour quels organes consultatifs a-t-on demandé une dérogation en vertu de l'article 2bis, et quand ?

 

Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijkekansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert .

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven?

2. Wat is anno 2010 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap?

3. Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer?

 
Réponse reçue le 9 mars 2010 : Antwoord ontvangen op 9 maart 2010 :

1) La Commission Femmes et Développement (CFD)

Informations complémentaires : la CFD a été créée par arrêté royal du 14 décembre 1993 au sein de la Direction générale de la Coopération au Développement (DGCD).

2)



nombre de femmes

nombre d'hommes

nombre total

A

membres effectifs

22

2

24

B

membres suppléants

13

1

14


dont la présidence (1président, 2 vice-présidents et 2 autres membres du Bureau)

5

0

5 (sur 6 mandats prévus)

A+B


35

3

38

Informations complémentaires : la composition de la CFD fait qu’au moins huit sur vingt-quatre personnes représentants des associations sont d'office des femmes, venant du Conseil National des Femmes Belges (CNFB.) et du Nationale Vrouwenraad (NVR) (par statut ce sont des femmes), que l'équilibre n'est trouvable seulement que via les délégués des Organisation non-gouvernementale (ONG), de la DGCD et des experts.

L'article 4 dudit Arrêté stipule en effet que le conseil consultatif est composé comme suit :

La Commission est composée de vingt-quatre membres nommés en raison de leur compétence dans le domaine ressortissant à la mission de la Commission.

Quatorze membres effectifs et quatorze membres suppléants sont nommés par le ministre, dont :

  1. deux membres effectifs et deux membres suppléants, désignés parmi les candidats présentés par le 11.11.11, Koepel van de Vlaamse Noord-Zuid Beweging ;

  2. deux membres effectifs et deux membres suppléants, désignés parmi les candidats présentés sur des listes doubles par le Centre National de Coopération au Développement (CNCD) ;

  3. deux membres effectifs et deux membres suppléants, désignés parmi les candidats présentés sur des listes doubles par le Nationale Vrouwenraad (NVR) ;

  4. deux membres effectifs et deux membres suppléants, désignés parmi les candidats présentés sur des listes doubles par le Conseil National des Femmes Belges (CNFB) ;

  5. deux membres effectifs et deux membres suppléants, désignés parmi les candidats présentés sur des listes doubles par le Conseil Interuniversitaire de la Communauté française (CIUF) ;

  6. deux membres effectifs et deux membres suppléants, désignés parmi les candidats présentés sur des listes doubles par le Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) ;

  7. deux membres effectifs et deux membres suppléants, appartenant à la Direction générale de la Coopération au Développement du Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement, et dont le mandat auprès de la Commission est explicitement reconnu comme faisant partie de leur fonction.

  8. Les dix autres membres sont cooptés par les membres visés à l'alinéa 2 en qualité d'experts, en raison de leur compétence ou de leur qualification dans le domaine "genre et développement". Ces experts sont présentés par au moins deux membres de la Commission et sont élus à la majorité des deux tiers.

3) Une demande de dérogation a déjà été introduite par le passé étant donné que plus de deux tiers des membres de la Commission Femmes et Développement sont du même sexe. La date à laquelle la demande a été faite n'a pas été retrouvée.

1) De Commissie Vrouwen en Ontwikkeling (CVO)

Complementaire informatie: Bij koninklijk besluit van 14 december 1993 werd de CVO bij de Directie Generaal voor ontwikkelingssamenwerking (DGOS).

2)



aantal vrouwen

antal mannen

totalen

A

effectieve leden

22

2

24

B

plaatsvervangende leden

13

1

14


waarvan voorzitterschap (1 voorzitter, 2 ondervoorzitters en 2 overige leden van het Bureau)

5

0

5 (op 6 voorziene mandaten)

A+B


35

3

38

Complementaire informatie: De samenstelling van de CVO brengt met zich mee dat minstens acht van de vierentwintig personen die verenigingen vertegenwoordigen, omwille van hun statuten, vrouwen moeten zijn. Zij komen van de Nationale Vrouwenraad (NVR) en de Conseil National des Femmes Belges (CNFB). Een evenwicht kan slechts gezocht worden via de vertegenwoordigers van de Niet-gouvernementele organisatie (NGO’s), DGOS en de deskundigen.

Artikel 4.van voormeld besluit stipuleert inderdaad dat de adviesraad als volgt wordt samengesteld:

De Commissie bestaat uit vierentwintig leden, die aangesteld worden wegens hun deskundigheid op het gebied dat tot de werkzaamheden van de Commissie behoord.

Veertien leden en veertien plaatsvervangende leden worden benoemd door de minister, van wie:

  1. twee werkende leden en twee plaatsvervangende leden, aangewezen onder de kandidaten die door 11.11.11., Koepel van de Vlaamse Noord-Zuid Beweging, worden voorgedragen;

  2. twee leden en twee plaatsvervangende leden, aangewezen onder de kandidaten die door het Centre National de Coopération au Développement (CNCD.) in dubbeltal worden voorgedragen;

  3. twee leden en twee plaatsvervangende leden, aangewezen onder de kandidaten die door de Nationale Vrouwenraad (NVR.) in dubbeltal worden voorgedragen;

  4. twee leden en twee plaatsvervangende leden, aangewezen onder de kandidaten die door de Conseil National des Femmes Belges (CNFB.) in dubbeltal worden voorgedragen;

  5. twee leden en twee plaatsvervangende leden, aangewezen onder de kandidaten die door de Conseil Interuniversitaire de la Communauté française (CIUF.) in dubbeltal worden voorgedragen;

  6. twee leden en twee plaatsvervangende leden, aangewezen onder de kandidaten die door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR.) in dubbeltal worden voorgedragen;

  7. twee werkende leden en twee plaatsvervangende leden, die deel uitmaken van de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, en waarvan de opdracht bij de Commissie uitdrukkelijk deel uitmaakt van hun functie als ambtenaar.

  8. De tien andere leden worden als deskundigen gecoöpteerd door de leden bedoeld in het tweede lid, op grond van hun bevoegdheid of kwalificatie op het gebied van "gender en ontwikkeling". Deze deskundigen worden voorgedragen door tenminste twee leden van de Commissie en worden verkozen bij tweederde meerderheid.

3) In het verleden werd al een afwijking aangevraagd aangezien in de commissie vrouwen en ontwikkeling meer dan twee derden van de leden van hetzelfde geslacht zijn. De datum waarop deze aanvraag plaatsvond werd niet teruggevonden.