SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
13 février 2009 13 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-2990 Schriftelijke vraag nr. 4-2990

de Philippe Monfils (MR)

van Philippe Monfils (MR)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Administrations fédérales - Emplois occupés par des personnes handicapées - Quota de 3 % - Respect - Mesures - Respect du calendrier Federale overheidsdiensten - Betrekkingen voor personen met een handicap - Quotum van 3% - Naleving - Maatregelen - Naleving van de timing 
________________
ministère
travailleur handicapé
intégration des handicapés
emploi réservé
ministerie
werknemer met een beperking
integratie van gehandicapten
gereserveerde arbeidsplaats
________ ________
13/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2009)
7/5/2009Antwoord
13/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2009)
7/5/2009Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2991
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2992
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2993
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2994
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2995
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2996
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2997
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2998
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2999
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3000
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3001
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3002
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3003
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2991
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2992
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2993
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2994
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2995
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2996
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2997
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2998
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2999
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3000
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3001
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3002
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3003
________ ________
Question n° 4-2990 du 13 février 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-2990 d.d. 13 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le taux d'emploi des personnes handicapées en Belgique est toujours inférieur à celui de la moyenne européenne.

Sous la précédente législature, plusieurs mesures ont été prises pour combler ce retard puisqu'en 2004, l'ensemble des services publics fédéraux comptait seulement 0,8 % de fonctionnaires handicapés.

En mai 2006, le gouvernement a ainsi décidé d'augmenter le quota des emplois réservés dans l'administration fédérale aux personnes handicapées.

L'arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutement des personnes handicapées dans la fonction publique administrative fédérale a donc relevé de 2 à 3 % le quota de personnes handicapées devant travailler dans chaque service public fédéral. Ce quota doit être atteint en 2010.

En cas de non respect de ce quota de 3 %, l'administration sera soumise à une mesure de blocage de recrutement de personnel puisque elle ne pourra compléter son cadre à concurrence des emplois qui n'auront pas été octroyés au niveau de ce quota.

Il reste actuellement un an pour atteindre cet objectif.

Mes questions sont dès lors les suivantes :

L'honorable ministre peut-il me dire quel est actuellement le quota d'emplois occupés dans son administration par des personnes handicapées ?

Des mesures spécifiques ont-elles été prises pour atteindre cet objectif ? Si oui, lesquelles ?

Pense-t-il que le calendrier fixé sera respecté ?

 

Het tewerkstellingspercentage van personen met een handicap ligt in België nog altijd onder het Europese gemiddelde.

In de vorige regeerperiode werden verschillende maatregelen genomen om die achterstand weg te werken want in 2004 vertegenwoordigde het aantal personeelsleden met een handicap in alle diensten samen slechts 0,8% van het personeel.

Daarom heeft de regering in mei 2006 beslist het aantal betrekkingen dat in de federale openbare besturen voorbehouden is voor personen met een handicap, te verhogen.

Het koninklijk besluit van 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt heeft het aantal betrekkingen voor personen met een handicap in elk federaal openbaar bestuur opgetrokken van 2 naar 3%. Dat quotum moet in 2010 gerealiseerd zijn.

De administratie die het quotum van 3% niet naleeft, zal worden onderworpen aan een wervingsstop. Haar personeelsformatie kan dan immers niet worden aangevuld voor de functies die voor dat specifieke quotum niet in aanmerking komen.

Er blijft nog een jaar over om die doelstelling te realiseren.

Ik heb dus volgende vragen :

Kan de minister mij zeggen hoeveel personen met een handicap in zijn administratie werken?

Zijn er specifieke maatregelen genomen om die doelstelling te bereiken? Zo ja, welke?

Denkt hij dat de vastgelegde timing zal worden nageleefd?

 
Réponse reçue le 7 mai 2009 : Antwoord ontvangen op 7 mei 2009 :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse aux questions posées :

1) Dans le cadre de l’arrêté royal abrogé du 11 août 1972 stimulant l’emploi de personnes handicapées dans les administrations de l’État, seules des données chiffrées avaient été archivées. Ces données chiffrées démontraient que le nécessaire avait été fait pour que le quota demandé soit largement atteint. En effet, la situation du 1er avril 2003 recensait 586 personnes handicapées occupées par le Département. Il est certain que la majorité de ces personnens sont encore en service aujourd’hui. Il est évident que suite à la publication du nouvel arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutement des personnes handicapées dans la fonction publique administrative fédérale, des données plus précises devront être disponibles. La politique du Département a toujours été d’intégrer les personnes handicapées au sein des autres agents du Service public fédéral (SPF), sans discrimination aucune. Il serait mal venu d’effectuer un simple recensement des personnes handicapées actuellement en fonction. Une solution doit encore être trouvée pour règler cette situation.

2) La ligne d’action suivie au SPF Finances vise avant tout à réaliser l’intégration des membres du personnel ayant un handicap. Dès leur entrée en service, ils peuvent faire mention de la nature de leur handicap en vue de faire prendre les mesures nécessaires. Pour cela, ils peuvent s’adresser au Service Recrutements, au Service interne de prévention et de protection au Travail (SIPPT) et au Service social. Après avoir consulté les experts en question, les postes de travail, entre autres, peuvent être adaptés au handicap. Cette approche est d’ailleurs appréciée par la majorité des employés handicapés.

3) En ce qui concerne le quota de 3% prévu par l’ arrêté royal du 5 mars 2007 organisant le recrutement de personnes handicapées dans la fonction publique administrative fédérale, le SPF Finances, pour les raisons invoquées ci-dessus, n’a pas encore procédé au recensement prévu à l’article 5 dudit arrêté. Il est évident que les chiffres repris dans l’enquête sur la diversité ne correspondent pas à la situation réelle du Département. Comme signalé plus haut, le SPF Finances se voit cependant mal effectuer en son sein un simple recensement des personnes handicapées actuellement en fonction, et ce après avoir œuvré pour réellement les intégrer. Néanmoins, nos services mettent tout en œuvre pour trouver une solution adéquate, répondant aux exigences de l’arrêté en question.

Het geachte lid gelieve hieronder het antwoord op zijn vragen te vinden:

1) In het kader van het opgeheven koninklijk besluit van 11 augustus 1972 ter bevordering van de tewerkstelling van mindervaliden in de rijksbesturen, werden enkel cijfergegevens gearchiveerd. Deze cijfergegevens toonden aan dat het nodige werd gedaan om het gevraagde quotum ruimschoots te bereiken. Op 1 april 2003 waren er 586 gehandicapte personen bij het Departement tewerkgesteld. De meerderheid van deze personen is tot op heden nog steeds in dienst. Het spreekt voor zich dat ingevolge de publicatie van het nieuwe koninklijk besluit van 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt, meer nauwkeurige gegevens beschikbaar moeten zijn. Het beleid van het Departement heeft er altijd in bestaan de personen met een handicap zonder enige discriminatie te integreren temidden van de andere personeelsleden van de Federale Overheidsdienst (FOD). Het uitvoeren van een eenvoudige telling van de gehandicapte personen die thans in dienst zijn, zou dan ook slecht worden onthaald. Hiervoor moet nog een oplossing worden uitgewerkt.

2) De beleidslijn die bij de FOD Financiën wordt gevolgd is er op gericht om de integratie van de personeelsleden met een handicap te bewerkstelligen. Zij kunnen vanaf hun aanwerving melding maken van de aard van de handicap zodat de noodzakelijke maatregelen kunnen worden getroffen. Daarvoor kunnen ze onder meer terecht bij de Dienst Wervingen, de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) en de Sociale Dienst. Nadat de nodige adviezen zijn ingewonnen bij de desbetreffende experten, kunnen onder andere de werkposten worden aangepast aan de handicap. Deze aanpak wordt trouwens gewaardeerd door de meerderheid van de gehandicapte werknemers.

3) Wat betreft het quotum van 3%, voorzien in het koninklijk besluit van 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt, is de FOD Financiën om de bovenvermelde redenen nog niet overgegaan tot de telling voorzien in artikel 5 van het aangehaalde besluit. Het spreekt voor zich dat de cijfers die zijn opgenomen in de enquete over de diversiteit niet overeenstemmen met de werkelijke toestand bij het Departement. Zoals reeds vermeld, is het voor de FOD Financiën dus moeilijk om een eenvoudige telling van de in dienst zijnde gehandicapte personen uit te voeren nadat ze eerst inspanningen heeft geleverd om hen te integreren. Niettemin zullen onze diensten alles in het werk stellen om een adequate oplossing te vinden die beantwoordt aan de vereisten van het desbetreffende besluit.