BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2009-2010 | ||||
________ | ||||
2 februari 2010 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6719 | ||||
de Sabine de Bethune (CD&V) |
||||
aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken |
||||
________ | ||||
Federale adviesorganen - Samenstelling - Evenwicht tussen mannen en vrouwen - Uitzonderingen | ||||
________ | ||||
consultatieve bevoegdheid gelijke behandeling van man en vrouw gendermainstreaming |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6701 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6702 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6703 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6704 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6705 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6706 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6707 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6708 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6709 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6710 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6711 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6712 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6713 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6714 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6715 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6716 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6717 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6718 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6720 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6721 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6722 |
||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6719 d.d. 2 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijkekansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert . Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1. Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven? 2. Wat is anno 2010 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap? 3. Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer? |