1-648/1 | 1-648/1 |
30 MEI 1997
De jongste maanden zijn een beperkt aantal vonnissen uitgesproken, die veroordelingen inhielden op grond van artikel 77 van de vreemdelingenwet, omdat personen een tijdlang hadden samengeleefd met illegale vreemdelingen.
Artikel 77 bestaat sinds 1980. De wet van 15 juli 1996 breidde het toepassingsgebied ervan uit tot situaties waarbij men iemand helpt illegaal een ander land in het bijzonder een lidstaat van de Schengen-ruimte binnen te komen. Deze wet heeft nochtans het artikel niet willen verstrengen.
Immers, uit de parlementaire voorbereiding m.b.t. het basisartikel van 1980 of de wijziging van 1996 blijkt overduidelijk dat degenen, zowel organisaties als individuen, die humanitaire hulp aan vreemdelingen verstrekken, niet geviseerd worden.
Omdat de Kamer op ondubbelzinnige wijze personen die uit louter humanitaire overwegingen hulp of bijstand verlenen aan vreemdelingen wou uitsluiten van vervolging op basis van artikel 77, werd een tweede lid ingevoegd : « Indien de hulp of bijstand aan de vreemdeling verleend wordt uit louter humanitaire overwegingen, is het vorige lid niet van toepassing. »
In de periode 1980-1996 is er slechts één uitspraak geveld die hulpverleners op basis van de (oorspronkelijke) bewoordingen van artikel 77 veroordeelde, maar dit vonnis werd in beroep hervormd. Na de toevoeging uit 1996, is er kennelijk enige verwarring en onduidelijkheid ontstaan in de rechtspraak. Paradoxaal genoeg heeft de door de Kamer gewenste verduidelijking het averechts resultaat opgeleverd...
Aangezien het nooit de bedoeling van de wetgever is geweest om humanitaire hulp of bijstand, inclusief liefdesrelaties, te bestraffen en de wetgever evenmin de bedoeling heeft dit in de toekomst toe strafbaar te stellen, is het aangewezen artikel 77 van de vreemdelingenwet te interpreteren zodat elke twijfel omtrent de bedoeling van het artikel wordt uitgesloten.
Uit de lectuur van een bepaalde rechtspraak kan afgeleid worden dat de betekenis van het woord humanitair onduidelijk is.
Onder humanitaire overwegingen dient verstaan te worden menslievende overwegingen zonder economische of criminele bedoelingen. Het feit dat de hulp- of bijstandsverlener zelf een niet-economisch of niet-crimineel voordeel kan hebben uit de gegeven hulp of bijstand doet geen afbreuk aan de humanitaire overwegingen.
Het feit dat iemand samenwoont met een illegaal en hem hulp en bijstaand verleent in het kader van een relatie valt bijvoorbeeld onder humanitaire overwegingen.
Iemand die een illegaal laat inwonen met de bedoeling hem aan het werk te zetten zal bijvoorbeeld niet uit humanitaire overwegingen handelen. Net zomin als een handelaar in mensen (bijvoorbeeld met het oog op illegale tewerkstelling) uit humanitaire overwegingen kan handelen.
Sociale organisaties of individuen die illegalen helpen of bijstand verlenen zonder economische of criminele bedoelingen handelen in principe uit humanitaire overwegingen.
Vandaar dit voorstel van interpretatieve wet.
Nadia MERCHIERS |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Voor de toepassing van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1996, wordt onder het woord « humanitair » verstaan « menslievend, en zonder overwegend economische of criminele bedoelingen ».
Nadia MERCHIERS. Jacques SANTKIN. Bert ANCIAUX. Martine DARDENNE. Eddy BOUTMANS. Francy VAN DER WILDT. Frederik ERDMAN. |