Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-725

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2010

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie - Evaluatie - Kosten

voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
Hongarije
Spanje
economische governance van de EU

Chronologie

28/12/2010Verzending vraag
22/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-710
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-711
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-712
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-713
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-714
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-715
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-716
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-717
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-718
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-719
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-720
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-721
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-722
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-723
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-724
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-726
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-727
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-728
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-729
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-730

Vraag nr. 5-725 d.d. 28 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tussen 1 juli en 31 december 2010 droeg België het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (EU). Hoewel er bij aanvang heel wat ongerustheid heerste over een voorzitterschap zonder een volwaardige regering, beoordeelden verschillende waarnemers het Belgische voorzitterschap als een bescheiden succes. De positieve ondertoon wordt door deze beoordelaars vooral gekoppeld aan de kracht en ervaring van onze diplomaten en aan de accuratesse van de betrokken administraties. Anderen uitten de mening dat ontslagnemende ministers, actief in een dito regering, over ongewoon meer tijd beschikten om zich ten volle op hun Europese taak te werpen.

Toch dringt een gedegen evaluatie zich op. Vandaar kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen.

1. Meent u dat u uw doelstellingen en prioriteiten gerealiseerd heeft? Kan deze zelfevaluatie per doelstelling worden toegelicht? Kan u een gedegen SWOT-analyse (Srengths, Weaknesses , Opportunities , Threats )maken en me deze bezorgen?

2. Kan u mij een geannoteerde lijst bezorgen van de concrete initiatieven en activiteiten die u met betrekking tot het Belgische voorzitterschap ondernam, en daarbij uiteraard de resultaten aangeven?

3. Kan u mij een overzicht bieden van de gehele en de gerubriceerde kosten voor elk beleidsdomein met betrekking tot het Belgische voorzitterschap? Kan u mij een lijst bezorgen met de voornaamste extra en expliciete en impliciete kosten verbonden aan het Belgische EU voorzitterschap voor personeel, dienstreizen, representatiekosten en vergelijkbare uitgaven?

4. Hoeveel nieuwe medewerkers en met welke soorten contracten of gunningen werden er voor elk beleidsdomein aangeworven om het Belgische voorzitterschap mee in goede banen te leiden?

5. Hoe verliep de samenwerking met de collega-ministers en met de andere overheden in België met betrekking tot elke bevoegdheid? Kan u mij informeren over de eventuele moeilijkheden die zich hier voordeden?

6. Hoe verliep de samenwerking met Hongarije en Spanje met betrekking tot elke bevoegdheid? Kan u mij informeren over de eventuele moeilijkheden die zich hebben voorgedaan op dit vlak?

7. Wanneer, hoe en door wie zal dit voorzitterschap ten gronde worden geëvalueerd? Hoe, wanneer en door wie zal hierover worden gerapporteerd? Wanneer mag ik de resultaten hiervan verwachten?

Antwoord ontvangen op 22 juni 2011 :

In het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie heb ik een internationaal colloquium georganiseerd met als thema: “Symposium over Internationale Fiscale Gegevensuitwisseling”. Dit had als doel verschillende experts samen te brengen uit verschillende Europese landen en hun benadering van het thema te kennen in het kader van mijn bevoegdheid, meer specifiek de aanpak van de fiscale fraude. Het doel is bereikt.

De kosten voor deze organisatie bedroegen in totaal 6 406,12 euro. Aangezien ik als Staatssecretaris toegevoegd ben aan de minister van Justitie, vindt u deze kost terug onder zijn budget.

Er werden geen medewerkers aangeworven om het symposium te organiseren.

De samenwerking met de minister van Justitie en met de toenmalige staatssecretaris voor Europese zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken verliep perfect.