4-1157/1

4-1157/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

2 FEBRUARI 2009


Voorstel van resolutie betreffende de verdere terugdringing van de wereldwijde leprabesmetting

(Ingediend door mevrouw Els Schelfhout en de heer Pol Van Den Driessche)


TOELICHTING


Met dit voorstel van resolutie beogen de indieners de problematiek van lepra onder de aandacht te brengen en te wijzen op het belang van het verder ondersteunen van de strijd tegen deze armoedeziekte enerzijds, en het ondersteunen van nazorg aan ex-patiënten, anderzijds.

Els SCHELFHOUT
Pol VAN DEN DRIESSCHE.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op de resolutie van het Europees Parlement van 19 januari 2006 over belangrijke en verwaarloosde ziekten in ontwikkelingslanden (P6 TA 2005 - 0341 A6-0215/2005);

B. gelet op de resolutie van het Europees Parlement over toegang tot gezondheidszorg en geneesmiddelen, met bijzondere nadruk op verwaarloosde ziekten (ACP/EU 100.083/07fin);

C. gegeven het « Memorandum of Understanding » getekend door de WGO en Novartis (farmaceutica) met het oog op het gratis ter beschikking stellen van lepramedicatie in de hele wereld tegen eind 2010;

D. overwegende dat gezondheid een fundamenteel recht is — ook voor degenen die zich geen behandeling kunnen veroorloven — en een voorwaarde voor ontwikkeling en economische welvaart en de toegang tot gezondheidszorg en geneesmiddelen dus aan de basis van het ontwikkelingsbeleid zouden moeten staan;

E. overwegende dat toegang tot gezondheidszorg een wereldwijde veiligheids- en mensenrechtenkwestie is sinds de opkomst en het herkennen van overdraagbare ziekten, die wijdverbreide armoede, invaliditeit, sterfte en instabiliteit kunnen veroorzaken en zich snel over de wereld kunnen verspreiden;

F. overwegende dat er onvoldoende voortgang heeft plaatsgevonden om de Millenniumdoelstellingen uiterlijk tegen 2015 te kunnen verwezenlijken en dat er om die te realiseren een grotere inzet nodig is;

G. overwegende dat er in 2006 259 000 nieuwe leprapatiënten werden gediagnosticeerd, hetgeen ongeveer 685 per dag betekent. In 2007 werden wereldwijd naar schatting 250 000 nieuwe leprabesmettingen gemeld;

H. overwegende dat lepra, naast andere verwaarloosde ziekten, wegens beperkingen van de bestaande therapieën, een enorm probleem van invaliditeit en armoede met zich meebrengt;

I. overwegende dat naar schatting wereldwijd tussen één en twee miljoen mensen lijden aan residuele complicaties van lepra;

J. overwegende dat het belangrijk is de behandeling zo snel mogelijk te starten, omdat de gevolgen onherstelbaar kunnen zijn : zo zijn sommige patiënten blind omdat het hoornvlies in hun ogen gevoelloos is geworden of omdat ze hun ogen niet meer kunnen sluiten. Anderen ontwikkelen gevoelloosheid en/of verlammingen van de ledematen die tot onherstelbare invaliditeit kunnen leiden;

K. overwegende dat in de getroffen landen te weinig nazorg wordt geboden, dit bij gebrek aan middelen, maar ook omdat deze patiënten geen direct risico meer vormen voor de volksgezondheid. Nochtans is hun reïntegratie van groot belang, bij gebrek aan een sociaal vangnet;

L. overwegende dat er wel een positieve trend is en dat het aantal gevallen de jongste vijf jaren significant daalde maar dat bovengenoemde cijfers nog geen reden tot juichen betekenen vermits elk jaar nieuwe gevallen opduiken. Meer dan 83 % van alle geregistreerde lepragevallen komt in afnemende graad van prevalentie uit vijf landen namelijk India, Brazilië, Nigeria, Myanmar en Indonesië;

M. overwegende dat de WHO reeds in 2000 een strategie uitwerkte om bovengenoemd doel te bereiken. Deze strategie vertrekt van de detectie en registratie van alle lepralijders. Dit moet toelaten hen te behandelen met een combinatie van medicijnen, de zogenaamde « multidrug therapy » (MDT) van Dapsone, Rifampicine en Clofazimine. Deze therapie verhindert verdere overdracht van de ziekte en geneest de patiënt in zes tot twaalf maanden tijd;

N. overwegende dat ook een goede gezondheidsvoorlichting noodzakelijk is met betrekking tot de verkrijgbaarheid van effectieve medicatie, het niet meer besmettelijk zijn van patiënten die behandeld worden en de preventie van misvormingen.

Vraagt de regering :

1. mee het voortouw te nemen in de strijd tegen lepra door de WGO en haar strategie voor het bannen van lepra tegen 2015 actief mee te steunen;

2. tegelijk de internationale donorgemeenschap op te roepen de WGO-strategie 2015 te steunen;

3. de getroffen landen die zich vooral situeren in Zuidoost-Azië, Afrika en Latijns-Amerika (de meeste gevallen komen voor in India, Brazilië, Indonesië en DR Congo) en de EU aan te zetten zich ertoe te verbinden de zorg voor met lepra besmette personen te verbeteren door, enerzijds, de eerste hulp te verbeteren, leprabestrijding in de algemene gezondheidszorg op te nemen, in nazorg te voorzien en het herstel in de gemeenschap te bevorderen en, anderzijds, de bewustmaking van het publiek en de betrokken bevolkingsgroepen te vergroten en stigmavorming en discriminatie te vermijden;

4. universiteiten en wetenschappelijke instellingen te motiveren tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ter ontwikkeling van nieuwe en betere controlemiddelen;

5. projecten ter bestrijding van lepra en de gevolgen ervan te valideren, waaronder 1) de vroegtijdige opsporing en behandeling van leprapatiënten, 2) de preventie van invaliditeit veroorzaakt door lepra, 3) de rehabilitatie van patiënten die aan verwikkelingen lijden, 4) het ondersteunen van nazorg aan « genezen » patiënten middels onder meer het voorzien van prothesen en het uitvoeren van heelkundige ingrepen, 5) het bieden van informatie en voorlichting om angst en onwetendheid uit de wereld te helpen;

6. deze resolutie officieel te bezorgen aan de VN, de WGO en de Europese Commissie.

17 juli 2008.

Els SCHELFHOUT
Pol VAN DEN DRIESSCHE
François ROELANTS du VIVIER
Margriet HERMANS
Joëlle KAPOMPOLÉ
André VAN NIEUWKERKE
Francis DELPÉRÉE
Josy DUBIÉ
Louis IDE.