3-2013/1 | 3-2013/1 |
10 JANUARI 2007
De regio Darfoer, in het noordoosten van Soedan, wordt sinds februari 2003 geteisterd door een conflict dat al aan tienduizenden mensen het leven gekost heeft en een grootschalige uittocht van vluchtelingen naar het binnenland en naar het buurland Tsjaad op gang heeft gebracht.
Het geweld en de ellende zijn de grens overgestoken naar Tsjaad en bedreigen nu ook de Centraal-Afrikaanse Republiek. 200 000 burgers uit Darfoer zijn naar Tsjaad gevlucht en minstens 90 000 Tsjaadse burgers zijn verdreven na gewelddadige aanvallen van Soedanese en Tsjaadse milities in 2006. De crisis in Darfoer is ondertussen ook vermengd geraakt met een zeer oud conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Vandaag zijn er in Darfoer nog steeds meer dan twee miljoen ontheemden zonder onderkomen en hangen twee miljoen anderen af van de internationale hulp. De toestand verergert alsmaar door de in hevigheid toenemende gevechten tussen regering en rebellerende facties. Een miljoen mensen zijn onbereikbaar voor de humanitaire organisaties.
Bij een humanitaire ramp van deze omvang, die de Verenigde Naties als een « etnische zuivering » gebrandmerkt heeft, kunnen wij niet werkeloos blijven toezien.
Alain DESTEXHE. Lionel VANDENBERGHE. Annemie VAN de CASTEELE. Pierre GALAND. François ROELANTS du VIVIER. Sabine de BETHUNE. Christian BROTCORNE. Josy DUBIÉ. Isabelle DURANT. |
De Senaat,
A. overwegende dat Darfoer sinds begin 2003 verscheurd wordt door een burgeroorlog tussen rebellen en de Soedanese regering;
B. overwegende dat het conflict in Darfoer bijna twee miljoen mensen op de vlucht heeft gejaagd, dat twee miljoen anderen afhankelijk zijn van internationale hulp en dat 200 000 burgers naar Tsjaad gevlucht zijn;
C. overwegende dat grootschalige slachtingen hebben plaatsgevonden, die duizenden of zelfs tienduizenden mensen het leven gekost hebben;
D. overwegende dat Janjawid-milities burgers blijven verkrachten, ontvoeren en uitmoorden;
E. gelet op de humanitaire en sanitaire crisis in de vluchtelingenkampen;
F. gelet op de problemen die humanitaire organisaties ondervinden om de hulp ter plaatse aan te voeren;
G. herinnerend aan het ultimatum in een resolutie dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 30 juli 2004 aan de Soedanese regering heeft gericht om de Janjawid-milities die de burgerbevolking terroriseren, te ontwapenen, de vluchtelingen te beschermen en de verstrekking van de internationale hulp alsook de aanwezigheid van waarnemers van de Afrikaanse Unie mogelijk te maken;
H. overwegende dat bij het verstrijken van het ultimatum geen enkele wezenlijke verbetering in de humanitaire toestand noch in de naleving van de mensenrechten vast te stellen is;
I. herinnerend aan het vredesakkoord tussen de Soedanese regering en een van de rebellerende facties, dat op 5 mei 2006 in Abuja ondertekend werd;
J. herinnerend aan resolutie 1706 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 31 augustus 2006, die voorziet in de opstelling van een versterkte VN-vredesmacht in Darfoer, de United Nations Mission in the Sudan (UNMIS);
K. gelet op de dubbelzinnige houding van de Soedanese regering met betrekking tot de toestemming voor de opstelling van die VN-vredesmacht;
L. gelet op de oproep van 13 december 2006 van Human Rights Watch en de International Crisis Group tot de Europese Unie;
M. gelet op de verklaringen van de Britse eerste minister Tony Blair en andere regeringsleiders ten gunste van een vliegverbod boven Darfoer.
Vraagt het voorzitterschap van de Europese Unie, in het bijzonder Bondskanselier Angela Merkel, de Raad van Europa, de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-lidstaten en de Belgische regering om rechtsreeks op te treden via de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties teneinde :
1. te voorzien in de opstelling in Darfoer van een VN-vredesmacht van 20 000 manschappen, zoals resolutie 1706 van de Veiligheidsraad voorstelt;
2. een vliegverbod boven Darfoer op te leggen;
3. maatregelen te steunen om economische druk op de Soedanese regering uit te oefenen, in het bijzonder door de inkomsten uit de oliesector aan te pakken;
4. sancties uit te vaardigen tegen de leden van de Soedanese regering die bij het conflict betrokken zijn, met name door hun bezittingen te blokkeren en hun een reisverbod op te leggen;
5. de oprichting aan te moedigen van een internationaal compensatiefonds, dat de VN ten gunste van de slachtoffers in Darfoer moet beheren;
6. het Internationaal Strafhof te verzoeken de aan de gang zijnde onderzoeken naar misdaden tegen de menselijkheid die reeds in Darfoer begaan zijn, voort te zetten en te verruimen.
10 januari 2007.
Alain DESTEXHE. Lionel VANDENBERGHE. Annemie VAN de CASTEELE. Pierre GALAND. François ROELANTS du VIVIER. Sabine de BETHUNE. Christian BROTCORNE. Josy DUBIÉ. Isabelle DURANT. |