2-1346/2 | 2-1346/2 |
10 DECEMBER 2002
Hoofdstuk III
In het opschrift van hoofdstuk III, de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen », vervangen door de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad verkozen worden ».
Art. 7
In de inleidende zin van dit artikel, de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen », vervangen door de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad verkozen worden ».
Verantwoording
Het opschrift van de wet van 12 janvier 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen werd gewijzigd bij de wet van 22 januari 2002, bekendgemaakt in de tweede editie van het Belgisch Staatsblad van 26 februari 2002.
Deze laatste wet die het Lombardakkoord concretiseert, regelt met name de rechtstreekse verkiezing van de zes Brusselse leden van de Vlaamse Raad. Zij heeft het opschrift van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen, vervangen door het volgende opschrift : « Wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad verkozen worden. » (cf. artikel 2 van deze wet van 22 januari 2002).
De amendementen nrs. 1 en 2 strekken ertoe rekening te houden met deze wijziging.
Art. 7bis (nieuw)
Een nieuw artikel 7bis invoegen, luidende :
« Art. 7bis. Artikel 12, § 2bis, van dezelfde wet, opgeheven bij de bijzondere wet van 18 juli 2002, wordt hersteld in de volgende lezing :
« § 2bis. Het gewestbureau wijst de lijsten af waarvan de letterwoorden en de logo's niet voldoen aan artikel 10, § 1, eerste lid. »
Art. 7ter (nieuw)
Een nieuw artikel 7ter invoegen, luidende :
« Art. 7ter. Artikel 12, § 3, 2ºbis, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 mei 1994 en opgeheven bij de bijzondere wet van 18 juli 2002, wordt hersteld in de volgende lezing :
« 2ºbis. De verwijzing naar artikel 116, § 4, tweede lid, in artikel 123, derde lid, 7º, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 10, § 1, eerste lid, van deze wet. »
Art. 11bis (nieuw)
Een nieuw artikel 11bis invoegen, luidende :
« Art. 11bis. In artikel 24 van dezelfde wet, vervangen bij de gewone wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 mei 1994, wordt een § 2ter ingevoegd, luidende :
« § 2ter. Het hoofdbureau wijst de lijsten af waarvan de letterwoorden en de logo's niet voldoen aan artikel 22, vierde lid. »
Art. 11ter (nieuw)
Een nieuw artikel 11ter invoegen, luidende :
« Art. 11ter. In artikel 24, § 3, tweede lid, 3º, van dezelfde wet, vervangen bij de gewone wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 mei 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º de letters c), d) en e) worden respectievelijk d), e) en f);
2º een nieuwe letter c) wordt ingevoegd, luidende :
« c) dienen in het derde lid, 7º, in plaats van de woorden « bedoeld in artikel 116, § 4, tweede lid, », de woorden « bedoeld in artikel 22, vierde lid, van deze wet » gelezen te worden. »
Art. 14bis (nieuw)
Een nieuw artikel 14bis invoegen, luidende :
« Art. 14bis. Artikel 15, § 2bis, van dezelfde wet, opgeheven bij de bijzondere wet van 18 juli 2002, wordt hersteld in de volgende lezing :
« § 2bis. Het hoofdbureau van de kieskring wijst de lijsten af waarvan de letterwoorden en de logo's niet voldoen aan artikel 12, eerste lid. »
Art. 14ter (nieuw)
Een nieuw artikel 14ter invoegen, luidende :
« Art. 14ter. Artikel 15, § 3, 2ºbis, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 mei 1994 en opgeheven bij de bijzondere wet van 18 juli 2002, wordt hersteld in de volgende lezing :
« 2ºbis. De verwijzing naar artikel 116, § 4, tweede lid, in artikel 123, derde lid, 7º, wordt vervangen door de verwijzing naar artikel 12, eerste lid, van deze wet. »
Verantwoording
Het ontwerp van wet nr. 1346/1 zoals het goedgekeurd werd door de Kamer (artikel 3 hiervan) bepaalt dat het hoofdbureau van de kieskring (voor de verkiezing van de Kamer) of het collegehoofdbureau (voor de verkiezing van de Senaat) de lijsten afwijst waarvan de letterwoorden en de logo's niet voldoen aan de nieuwe regels die van toepassing zijn terzake (1) (maximum twaalf letters en/of cijfers en dertien tekens, horizontaal geplaatst en maximum 1 cm hoog en 3 cm breed).
Krachtens artikel 4 van het ontwerp van wet hebben de lijsten die om deze reden afgewezen werden tijdens de zitting van voorlopige afsluiting, de mogelijkheid om vóór de zitting van definitieve afsluiting van de lijsten, een verbeteringsakte in te dienen die bestemd is om deze onregelmatigheid waardoor de lijst afgewezen werd, te verhelpen (2).
De sanctie van de afwijzing van de lijst om een dergelijke reden, evenals de mogelijkheid om de onregelmatigheid te verhelpen door middel van een verbeteringsakte, zijn eveneens van toepassing op de Europese verkiezingen. De artikelen 119sexies en 123 van het Kieswetboek zijn immers van toepassing op deze verkiezingen krachtens artikel 22 van de wet van 23 maart 1989 die de nadere regels ervan regelt.
Het blijkt echter dat artikel 119sexies van het Kieswetboek, ingevoegd door artikel 3 van het ontwerp van wet, in de huidige redactie van het ontwerp, zoals het goedgekeurd werd door de Kamer van volksvertegenwoordigers, niet van toepassing is op de verkiezingen van de gewest- en gemeenschapsassemblees.
De amendementen nrs. 3 tot 8 strekken ertoe in deze leemte te voorzien. Het zou immers weinig zin hebben om te bepalen dat de sanctie van de afwijzing van de lijst voor niet-naleving van de nieuwe regels inzake de letterwoorden en de logo's van toepassing is voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers en van het Europees Parlement, maar niet voor de verkiezingen van de gewest- en gemeenschapsassemblees.
Een dergelijke ongelijke behandeling van de politieke partijen, naargelang zij enerzijds lijsten voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers en van het Europees Parlement voordragen, of anderzijds lijsten voor de verkiezingen van de gewest- en gemeenschapsassemblees, zou bovendien het voorwerp kunnen uitmaken van een beroep bij het Arbitragehof wegens de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet die de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie bekrachtigen.
De amendementen nrs. 3, 5 en 7 strekken er in het bijzonder toe in de wetten tot regeling van de wijze van de verkiezing van de gewest- en gemeenschapsassemblees (3) een bepaling in te voegen waardoor het hoofdbureau van de kieskring verplicht is de lijsten waarvan de letterwoorden en de logo's niet voldoen aan de nieuwe regels die van toepassing zijn terzake, af te wijzen.
De amendementen nrs. 4, 6 en 8 strekken ertoe de verwijzing naar artikel 116, § 4, tweede lid, van het Kieswetboek, in artikel 123, derde lid, 7º, van hetzelfde wetboek (4), te vervangen door een verwijzing naar de bepalingen van deze wetten die deze nieuwe regels omvatten.
Jean-Pierre MALMENDIER. Anne-Marie LIZIN. Jeannine LEDUC. Fatma PEHLIVAN. Frans LOZIE. Marie NAGY. |
(1) Nieuw artikel 119sexies, ingevoegd in het Kieswetboek.
(2) Wijziging aangebracht aan artikel 123, derde lid, van het Kieswetboek.
(3) Namelijk de wet van 12 januari 1989 (verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad), de wet van 6 juli 1990 (verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap) en de gewone wet van 16 juli 1993 (verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad).
(4) Artikel 123 van het Kieswetboek is van toepassing op de verkiezing van deze assemblees. De verwijzing die erin gemaakt wordt naar artikel 116, § 4, tweede lid, van hetzelfde wetboek, heeft betrekking op de mogelijkheid waarover de lijsten beschikken om een verbeteringsakte in te dienen teneinde de afwijzing van de lijst wegens niet-naleving van deze regels, te vermijden.