2-1058/8

2-1058/8

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

19 NOVEMBER 2002


Wetsontwerp tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de bescherming van de goederen van de minderjarigen


AMENDEMENTEN

ingediend na de goedkeuring van het verslag


Nr. 6 VAN MEVROUW de T' SERCLAES C.S.

Art. 4

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Het huidige artikel 387bis van het Burgerlijk Wetboek maakt de jeugdrechtbank bevoegd voor de materies met betrekking tot het uitoefenen van het ouderlijk gezag, zoals het uitoefenen ervan door beide ouders of door een van hen, de schoolkeuze, het gezamenlijk bezoekrecht. Dat geldt niet alleen wanneer een van de ouders daarom verzoekt, maar ook wanneer de grootouders of derden een vordering instellen om bezoekrecht te krijgen.

Door het aannemen van amendement nr. 23 in de Kamer, wordt de vrederechter de rechter die logischerwijze bevoegd is voor alle burgerrechtelijke geschillen betreffende het ouderlijk gezag (in verband met de persoon en de goederen van de minderjarige) en het bezoekrecht. De jeugdrechter, van nature de rechter die de betwistingen behandelt over het ouderlijk gezag, zou dus zijn belangrijkste burgerrechtelijke bevoegdheid verliezen.

De indieners van dit amendement menen dat amendement nr. 23, dat in de Kamer werd aangenomen, het oorspronkelijke voorstel, dat een voorstel van herstelwet op de voogdijwet was, van zijn aanvankelijk doel afleidt. Amendement nr. 23 gaat immers niet over de voogdij, maar over het ouderlijk gezag. Indien de bevoegdheid moet worden gewijzigd, behoort er over dat onderwerp een afzonderlijk debat te komen.

Overigens zou het behouden van het in de Kamer goedgekeurde amendement nr. 23 tot incoherenties leiden, aangezien het gewijzigde artikel 387bis haaks zou staan op andere artikelen van het Burgerlijk Wetboek over het ouderlijk gezag op het stuk van de persoon en de goederen die de jeugdrechtbank bevoegdheid verlenen (artikel 373, derde lid, artikel 374, vierde lid, artikel 375bis, tweede lid, artikel 376, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek).

Nathalie de T' SERCLAES.
Martine TAELMAN.
Mia DE SCHAMPHELAERE.
Philippe MAHOUX.
Myriam VANLERBERGHE.
Clotilde NYSSENS.
Josy DUBIÉ.