SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
23 février 2011 23 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1436 Schriftelijke vraag nr. 5-1436

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Services publics fédéraux (SPF) - Services publics de programmation (SPP) - Cellules stratégiques et secrétariats - Participation de personnes atteintes d'un handicap Federale overheidsdiensten (FOD's) - Programmatorische overheidsdiensten (POD's) - Beleidscellen en secretariaten - Participatie van mensen met een beperking 
________________
ministère
travailleur handicapé
intégration des handicapés
handicapé
ministerie
werknemer met een beperking
integratie van gehandicapten
gehandicapte
________ ________
23/2/2011Verzending vraag
19/4/2011Antwoord
23/2/2011Verzending vraag
19/4/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1434
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1440
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1434
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1440
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449
________ ________
Question n° 5-1436 du 23 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1436 d.d. 23 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'objectif de toute politique basée sur l'égalité des chances est que les personnes atteintes d'un handicap participent, de manière optimale, à la vie sociale en général, et au marché du travail en particulier. Pour que cet objectif essentiel soit atteint, toutes les autorités sont censées donner l'exemple et jouer un rôle moteur. Elles peuvent notamment mettre en œuvre une politique proactive et explicite en matière de personnel en fixant des priorités et en développant des instruments concrets.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Quel est le nombre de personnes atteintes d'un handicap, tant en chiffres absolus qu'en chiffres relatifs, qui occupent une fonction correspondant à leurs compétences dans les cellules stratégiques, le secrétariat ministériel et les entités administratives ? Quelle est leur ventilation en fonction du type de handicap (physique, sensoriel, mental, ...) ? Dans quelles fonctions et à quels niveaux ces personnes sont-elles employées ? Quelle a été l'évolution de cette présence qualitative et quantitative au cours de la période 2006-2010 ? Comment le premier ministre évalue-t-il cette évolution ?

2) Le premier ministre a-t-il pris des initiatives spécifiques afin de recruter davantage de personnes atteintes d'un handicap dans sa cellule stratégique, son secrétariat et ses entités administratives ? Dans l'affirmative, quelles initiatives et quel en a été l'impact ? Dans la négative, pourquoi n'a-t-il pas pris pareille initiative ?

3) Envisage-t-il encore d'autres initiatives ? Dans l'affirmative, lesquelles, quand et quels sont les objectifs et les effets escomptés ?

 

Elk beleid dat op gelijke kansen is gericht, beoogt een optimale participatie van mensen met beperkingen aan het maatschappelijke leven in het algemeen en aan de arbeidsmarkt in het bijzonder. Om die essentiële doelstelling te halen mag worden verwacht dat alle overheden een inspirerend voorbeeld geven en een voortrekkersrol spelen. Dat kan onder meer door een proactief en expliciet personeelsbeleid dat prioriteiten vastlegt en concrete instrumenten ontwikkelt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Hoeveel mensen met een beperking, zowel absoluut als relatief, zijn binnen hun competenties tewerkgesteld bij de beleidscellen, het ministeriële secretariaat en de administratieve eenheden? Wat is de verdeling op basis van het soort beperking (fysiek, sensorisch, mentaal, …)? In welke functies en op welke niveaus zijn die mensen tewerkgesteld? Hoe evolueerde die kwalitatieve en kwantitatieve aanwezigheid in de periode 2006 -2010? Hoe evalueert de eerste minister die ontwikkeling?

2) Heeft de eerste minister specifieke initiatieven genomen om meer mensen met beperkingen aan te werven in de beleidscel, het secretariaat en de administratieve eenheden? Zo ja, welke initiatieven en wat was het effect? Zo niet, waarom heeft hij geen initiatief genomen?

3) Plant hij nog specifieke initiatieven? Zo ja, welke, wanneer en met welke doelstellingen en verhoopte effecten?

 
Réponse reçue le 19 avril 2011 : Antwoord ontvangen op 19 april 2011 :

1) En 2009, une enquête a été ordonnée par la commission d'accompagnement pour le recrutement de personnes avec un handicap. Cette enquête visait à estimer le nombre de personnes avec un handicap travaillant au sein de l'organisation à ce moment-là et a fait office de « photo » de la situation actuelle.

Au total, 1 812 personnes sur 6 834 personnes contactées ont participé à l'enquête. Parmi ces participants, 20 collaborateurs néerlandophones et 8 collaborateurs francophones ont fait savoir qu'ils étaient porteurs d'un handicap. Cela nous donnait pour 2009, après extrapolation du groupe-cible visé, un taux d'occupation de 1,84%. En 2010, les chiffres de l'enquête ont été actualisés et donnent un résultat de 1,36 %.

La législation sur la protection de la vie privée n'autorise pas qu'un collaborateur avec un handicap soit obligé de signaler son handicap à son administration. C'est la raison pour laquelle la méthode de l'extrapolation a été utilisée. Nous pouvons donc déduire que le Service public fédéral (SPF) Justice compte plus de 28 collaborateurs avec un handicap, mais il ne peut être établi avec certitude s'il s'agit de 92 personnes. En outre, le type de handicap exact n'est répertorié nulle part, car cette information est peu pertinente.

Le SPF Justice a utilisé l'enquête faite en 2009 comme mesure de référence, ce qui ne permet pas la comparaison avec les années précédentes. Voir en fin de document le tableau pour 2009 et 2010, ventilé par sexe et par niveau.

2) Le SPF Justice attache une grande importance à l’intégration des personnes avec un handicap et s'efforce d’atteindre le quota de 3 %.

Un projet spécifique concernant le recrutement de personnes avec un handicap est dès lors en cours au sein du département. Ce projet figure dans notre note de politique en matière de diversité et est une des priorités de notre organisation. Un groupe de travail se penche sur tous les thèmes connexes et recherche des solutions à certaines questions relatives à l'accessibilité, la sensibilisation, etc.

Le SPF Justice mettra tout en œuvre pour satisfaire à l’obligation imposée et s’engage à poursuivre ses efforts en faveur des personnes avec un handicap. Une série d'exemples parmi l'éventail des actions que nous avons entreprises l'année dernière illustrent cet engagement. Par exemple, des formations spécifiques pour les chefs de service et les services de sélection ont été organisées, des actions de communication ciblées vers les organisations qui sont en contact direct avec les personnes avec un handicap, une campagne de sensibilisation de nos propres collaborateurs, etc. Malheureusement, ces efforts ne transparaissent pas encore dans le nombre de recrutements.

3) Nous continuons à suivre le projet concernant le recrutement de personnes avec un handicap. Dans ce cadre, plusieurs actions sont programmées, dont notamment un audit de certains des bâtiments en vue de les rendre accessibles aux personnes avec un handicap. Je n'exclus pas non plus de faire appel à d'autres sources que Selor pour atteindre des personnes porteuses d'un handicap (le Vlaamse Dienst voor Arbeidsvoorziening en Beroepsopleing (VDAB), le Forem, etc., ainsi que des associations spécialisées comme la Ligue Braille, etc.).


Total niveau A

Total niveau B

Total niveau C

Total niveau D


2009

2010

2009

2010

2009

2010

2009

2010

Hommes

3

3

4

4

3

3

2

1

Femmes

0

0

8

7

2

2

2

5



1) In 2009 werd er een enquête opgelegd door de begeleidingscommissie voor de werving van personen met een handicap. Deze enquête ging na hoeveel personen met een handicap er binnen de organisatie tewerkgesteld waren op dat ogenblik en heeft gediend als ‘foto’ van de huidige situatie.

In totaal antwoordde 1812 van de 6 834 geadresseerde personen op de enquête. Waarvan er 20 Nederlandstalige medewerkers en 8 Franstalige medewerkers te kennen gegeven hebben dat ze een handicap hebben. Dit bracht ons in 2009, na extrapolatie van de geviseerde doelgroep, op een tewerkstellingspercentage van 1,84 %. In 2010 werden de cijfers van de enquête geüpdate en komen we aan een totaal van 1,36 %. De wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer laat niet toe dat een medewerker met een handicap, dit moet aangeven aan zijn administratie. Daarom werd de methode gebruikt van extrapolatie. We kunnen dus besluiten dat er binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie meer dan 28 medewerkers zijn met een handicap, maar of het gaat om 92 personen kan met niet met zekerheid vaststellen. Bovendien wordt nergens bijgehouden om welke handicaps het juist gaat, aangezien dit weinig relevant is.

De FOD Justitie gebruikte de enquête in 2009 als nulmeting, waardoor een vergelijking met voorgaande jaren niet mogelijk is. Zie helemaal onderaan de tabel van 2009 en 2010, opgesplitst naar geslacht en naar niveau.

2) De FOD Justitie hecht veel belang aan de integratie van personen met een handicap en streeft naar het behalen van de quota van 3 %.

Binnen het departement loopt dan ook een specifiek project met betrekking tot de werving van personen met een handicap. Dat project is opgenomen in onze beleidsnota inzake diversiteit en vormt een van de prioriteiten van onze organisatie. Een werkgroep buigt zich over alle verwante thema’s en zoekt naar oplossingen op bepaalde vragen rond toegankelijkheid, bewustmaking, …

De FOD Justitie zal al het mogelijke doen om te voldoen aan de opgelegde verplichting, en engageert zich om een blijvende inspanning te leveren naar personen met een handicap. Een aantal voorbeelden uit de waaier aan acties die we vorig jaar ondernomen hebben, illustreren deze inzet. Bijvoorbeeld specifieke opleidingen voor diensthoofden en selectiediensten, gerichte communicatieacties naar organisaties die in rechtstreeks contact staan met personen met een handicap, sensibiliseringscampagne naar de eigen medewerkers, enz. Jammer genoeg komen deze inspanningen nog niet tot uiting in het aantal aanwervingen.

3) Wij blijven het project met betrekking tot de werving van personen met een handicap opvolgen. Binnen dit project worden er dit jaar meerdere acties gepland, waaronder bijvoorbeeld een audit van enkele van de gebouwen naar de toegankelijkheid voor de personen met een handicap. Ik sluit ook niet uit dat er naast Selor andere bronnen zullen aangesproken worden om personen met een handicap aan te spreken, met name de Vlaamse Dienst voor Arbeidsvoorziening en Beroepsopleing (VDAB), Forem, enz. en gespecialiseerde verenigingen zoals bijvoorbeeld Brailleliga, erz.


Totaal Niveau A

Totaal Niveau B

Totaal Niveau C

Totaal Niveau D


2009

2010

2009

2010

2009

2010

2009

2010

Mannen

3

3

4

4

3

3

2

1

Vrouwen

0

0

8

7

2

2

2

5