SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2010-2011 | Zitting 2010-2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
23 février 2011 | 23 februari 2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-1434 | Schriftelijke vraag nr. 5-1434 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au vice-premier ministre et ministre du Budget |
aan de vice-eersteminister en minister van Begroting |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Services publics fédéraux (SPF) - Services publics de programmation (SPP) - Cellules stratégiques et secrétariats - Participation de personnes atteintes d'un handicap | Federale overheidsdiensten (FOD's) - Programmatorische overheidsdiensten (POD's) - Beleidscellen en secretariaten - Participatie van mensen met een beperking | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
ministère travailleur handicapé intégration des handicapés handicapé |
ministerie werknemer met een beperking integratie van gehandicapten gehandicapte |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1436 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1440 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449 |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1436 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1440 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449 |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-1434 du 23 février 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-1434 d.d. 23 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
L'objectif de toute politique basée sur l'égalité des chances est que les personnes atteintes d'un handicap participent, de manière optimale, à la vie sociale en général, et au marché du travail en particulier. Pour que cet objectif essentiel soit atteint, toutes les autorités sont censées donner l'exemple et jouer un rôle moteur. Elles peuvent notamment mettre en œuvre une politique proactive et explicite en matière de personnel en fixant des priorités et en développant des instruments concrets. Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes. 1) Quel est le nombre de personnes atteintes d'un handicap, tant en chiffres absolus qu'en chiffres relatifs, qui occupent une fonction correspondant à leurs compétences dans les cellules stratégiques, le secrétariat ministériel et les entités administratives ? Quelle est leur ventilation en fonction du type de handicap (physique, sensoriel, mental, ...) ? Dans quelles fonctions et à quels niveaux ces personnes sont-elles employées ? Quelle a été l'évolution de cette présence qualitative et quantitative au cours de la période 2006-2010 ? Comment le premier ministre évalue-t-il cette évolution ? 2) Le premier ministre a-t-il pris des initiatives spécifiques afin de recruter davantage de personnes atteintes d'un handicap dans sa cellule stratégique, son secrétariat et ses entités administratives ? Dans l'affirmative, quelles initiatives et quel en a été l'impact ? Dans la négative, pourquoi n'a-t-il pas pris pareille initiative ? 3) Envisage-t-il encore d'autres initiatives ? Dans l'affirmative, lesquelles, quand et quels sont les objectifs et les effets escomptés ? |
Elk beleid dat op gelijke kansen is gericht, beoogt een optimale participatie van mensen met beperkingen aan het maatschappelijke leven in het algemeen en aan de arbeidsmarkt in het bijzonder. Om die essentiële doelstelling te halen mag worden verwacht dat alle overheden een inspirerend voorbeeld geven en een voortrekkersrol spelen. Dat kan onder meer door een proactief en expliciet personeelsbeleid dat prioriteiten vastlegt en concrete instrumenten ontwikkelt. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen. 1) Hoeveel mensen met een beperking, zowel absoluut als relatief, zijn binnen hun competenties tewerkgesteld bij de beleidscellen, het ministeriële secretariaat en de administratieve eenheden? Wat is de verdeling op basis van het soort beperking (fysiek, sensorisch, mentaal, …)? In welke functies en op welke niveaus zijn die mensen tewerkgesteld? Hoe evolueerde die kwalitatieve en kwantitatieve aanwezigheid in de periode 2006 -2010? Hoe evalueert de eerste minister die ontwikkeling? 2) Heeft de eerste minister specifieke initiatieven genomen om meer mensen met beperkingen aan te werven in de beleidscel, het secretariaat en de administratieve eenheden? Zo ja, welke initiatieven en wat was het effect? Zo niet, waarom heeft hij geen initiatief genomen? 3) Plant hij nog specifieke initiatieven? Zo ja, welke, wanneer en met welke doelstellingen en verhoopte effecten? |
||||||||
Réponse reçue le 25 mai 2011 : | Antwoord ontvangen op 25 mei 2011 : | ||||||||
1) Le Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion (SPF B&CG)compte deux personnes auxquelles s'applique la définition de l'arrêté royal du 5 mars 2007. Ils sont d'accord d'être pris en compte pour les statistiques. Il s'agit de 1,8 UTP sur un total de 139,9, donc 1,29 %. Ces deux membres de personnel sont employés au niveau B, l'un comme expert financier, l'autre en tant qu'expert administratif. Début 2006, le pourcentage de personnes handicapées mises au travail audit SPF était de 1,8 %. Dans le passé, la définition n'était sans doute pas la même qu'à présent. Le SPF B&CG n'a pu recruter qu'une seule autre personne handicapée, à savoir en 2008. Environ trois quarts des membres du personnel du SPF B&CG sont des niveaux A et B. À chaque recrutement, ce SPF consulte, si disponible, la réserve de sélection spécifique du Selor. Toutefois, cela n'a pas permis d'augmenter significativement le nombre de personnes handicapées parmi le personnel. Récemment, le Selor a organisé une campagne de communication ciblée audit groupe. Il collabore également avec Wheelit, un site de recrutement destiné aux personnes avec un handicap. Cette campagne devrait nourrir les réserves spécifiques de recrutement et permettre de recruter plus de personnes handicapées. 2) Voir supra. Les SPF étant obligés de faire recruter des agents statutaires et contractuels par Selor, le SPF B&CG ne peut pas prendre d'autres initiatives que de consulter les réserves spécifiques de Selor. 3) Comme indiqué ci-avant, le SPF B&CG prévoit un impact positif de la campagne de Selor. En outre, en automne de cette année, l'accessibilité de l'immeuble sera examinée par un bureau externe afin de garantir un meilleur accès à l'immeuble aux personnes handicapées. |
1) Binnen de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole (FOD B&B) beschikt men over gegevens van twee personen met handicap (volgens de definitie van het koninklijk besluit van 5 maart 2007 en die bereid zijn om meegeteld te worden in de statistieken). Deze maken samen 1,8 VTE uit voor een totaal van 139,9 VTE, dus 1,29 %. Beide personeelsleden zijn tewerkgesteld in het niveau B: ofwel in de functie van financieel ofwel van administratief deskundige. Begin 2006 bedroeg het percentage personen met een handicap 1,8 %. Wellicht werd op dit moment niet dezelfde definitie gebruikt als vandaag. Bij de FOD B&B kon enkel een personeelslid met handicap aangeworven worden in 2008. Bij de FOD B&B werken ongeveer drie vierde van de medewerkers in het niveau A en B. Bij elke werving wordt de specifieke selectie bij Selor, indien voorhanden, geconsulteerd. Toch is het aantal medewerkers met een handicap voorlopig niet betekenisvol gestegen. Selor heeft nog onlangs een specifieke communicatiecampagne gevoerd voor deze doelgroep en werkt ook nauw samen met Wheelit, een rekruteringswebsite voor personen met een handicap. Hiervan wordt dan ook een positieve impact verwacht op de specifieke reserves en de mogelijkheid om meer personen met een handicap binnen de FOD B&B te kunnen tewerkstellen. 2) Zie hierboven. Elke FOD is verplicht zijn statutair en contractueel personeel aan te werven via Selor. Daarom kan de FOD B&B zelf geen andere initiatieven ondernemen dan de specifieke werfreserves van Selor te consulteren. 3) De FOD B&B verwacht zoals gezegd een positieve impact van de campagne van Selor. Bovendien zal er dit najaar een audit voor de toegankelijkheid van het gebouw in opdracht gehouden worden om aan medewerkers met een handicap een nog betere toegang tot het gebouw te kunnen bieden. |