BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2010-2011 | ||||
________ | ||||
29 september 2011 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-3183 | ||||
de Sabine de Bethune (CD&V) |
||||
aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid |
||||
________ | ||||
Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011 | ||||
________ | ||||
gendermainstreaming consultatieve bevoegdheid gelijke behandeling van man en vrouw |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3184 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3185 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3186 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3187 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3188 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3189 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3190 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3191 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3192 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3193 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3194 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3195 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3196 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3197 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3198 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3199 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3200 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3201 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3202 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3203 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5257 |
||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-3183 d.d. 29 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven? 2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap? 3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer? |