Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011
gendermainstreaming
consultatieve bevoegdheid
gelijke behandeling van man en vrouw
29/9/2011 | Verzending vraag |
22/11/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3183
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3184
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3185
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3186
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3187
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3188
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3189
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3190
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3191
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3192
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3193
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3194
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3196
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3197
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3198
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3199
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3200
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3201
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3202
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3203
Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven?
2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap?
3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer?
Wat betreft Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, K;M.O., Middenstand en Energie
De eerste kolom is een antwoord op vraag 1.
De tweede en derde kolom zijn antwoorden op vraag 2.
De vierde en vijfde kolom zijn antwoorden op vraag 3.
|
Aantal mannen |
Aantal vrouwen |
Uitzondering |
Datum/moti-vatie |
1. Raad voor de Intellectuele Eigendom |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
1 |
|
|
Vaste leden |
23 |
17 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
23 |
17 |
|
|
2. Commissie tot Erkenning van de Gemachtigden inzake Uitvindingsoctrooien |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
/ |
1 |
|
|
Vaste leden |
9 |
5 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
/ |
/ |
|
|
3. Raad voor het Kwekersrecht |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
/ |
/ |
|
|
Vaste leden |
12 |
6 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
/ |
/ |
|
|
4. Adviescommissie van de sectoren betrokken bij de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik. |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
vertegenwoordiger van de Minister |
- |
|
|
Vaste leden |
8 |
9 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
/ |
/ |
|
|
5. Adviescommissie van de sectoren betrokken bij de vergoeding voor reprografie |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
vertegenwoordiger van de Minister |
- |
|
|
Vaste leden |
22 |
11 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
/ |
/ |
|
|
6. Hoge Raad voor Normalisatie (HRN) |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
9 |
6 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
10 |
5 |
|
|
7. Hoge Raad voor de Statistiek |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
/ |
1 |
|
|
Vaste leden |
28 |
17 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
/ |
/ |
|
|
8. Nationale Raad voor Accreditatie en Certificatie |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
24 |
13 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
17 |
17 |
|
|
9. Technische Commissie voor de Bouw |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
17 |
9 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
17 |
9 |
|
|
10. Nationale Raad voor de Coöperatie |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
11 |
6 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
8 |
9 |
|
|
11. Commissie tot Regeling der Prijzen |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
19 |
16 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
18 |
16 |
|
|
12. Prijzencommissie voor de Farmaceutische Specialiteiten |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
10 |
10 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
10 |
8 |
|
|
13. Raadgevend Comité voor de telecommunicatie |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
0 |
|
|
Vaste leden |
29 |
18 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
24 |
18 |
|
|
14. Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
1 |
|
|
Vaste leden |
30 |
11 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
25 |
26 |
|
|
15. Overlegcomité inzake collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
vertegenwoordiger van de Minister |
- |
|
|
Vaste leden |
43 |
36 |
|
|
Plaatsvervangende leden
|
/ |
/ |
|
|
16. Arbitragecommissie |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
5 |
3 |
|
|
Plaatsvervangende leden
|
5 |
3 |
|
|
17. Commissie voor boekhoudkundige normen |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
6 |
4 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
/ |
/ |
|
|
18. Hoge Raad voor de Economische Beroepen |
|
|
NEE |
|
Voorzitterschap |
1 |
/ |
|
|
Vaste leden |
3 |
3 |
|
|
Plaatsvervangende leden |
0 |
0 |
|
|