BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
23 februari 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1436

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Federale overheidsdiensten (FOD's) - Programmatorische overheidsdiensten (POD's) - Beleidscellen en secretariaten - Participatie van mensen met een beperking
________
ministerie
werknemer met een beperking
integratie van gehandicapten
gehandicapte
________
23/2/2011Verzending vraag
19/4/2011Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1434
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1440
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-1436 d.d. 23 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Elk beleid dat op gelijke kansen is gericht, beoogt een optimale participatie van mensen met beperkingen aan het maatschappelijke leven in het algemeen en aan de arbeidsmarkt in het bijzonder. Om die essentiële doelstelling te halen mag worden verwacht dat alle overheden een inspirerend voorbeeld geven en een voortrekkersrol spelen. Dat kan onder meer door een proactief en expliciet personeelsbeleid dat prioriteiten vastlegt en concrete instrumenten ontwikkelt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Hoeveel mensen met een beperking, zowel absoluut als relatief, zijn binnen hun competenties tewerkgesteld bij de beleidscellen, het ministeriële secretariaat en de administratieve eenheden? Wat is de verdeling op basis van het soort beperking (fysiek, sensorisch, mentaal, …)? In welke functies en op welke niveaus zijn die mensen tewerkgesteld? Hoe evolueerde die kwalitatieve en kwantitatieve aanwezigheid in de periode 2006 -2010? Hoe evalueert de eerste minister die ontwikkeling?

2) Heeft de eerste minister specifieke initiatieven genomen om meer mensen met beperkingen aan te werven in de beleidscel, het secretariaat en de administratieve eenheden? Zo ja, welke initiatieven en wat was het effect? Zo niet, waarom heeft hij geen initiatief genomen?

3) Plant hij nog specifieke initiatieven? Zo ja, welke, wanneer en met welke doelstellingen en verhoopte effecten?

Antwoord ontvangen op 19 april 2011 :

1) In 2009 werd er een enquête opgelegd door de begeleidingscommissie voor de werving van personen met een handicap. Deze enquête ging na hoeveel personen met een handicap er binnen de organisatie tewerkgesteld waren op dat ogenblik en heeft gediend als ‘foto’ van de huidige situatie.

In totaal antwoordde 1812 van de 6 834 geadresseerde personen op de enquête. Waarvan er 20 Nederlandstalige medewerkers en 8 Franstalige medewerkers te kennen gegeven hebben dat ze een handicap hebben. Dit bracht ons in 2009, na extrapolatie van de geviseerde doelgroep, op een tewerkstellingspercentage van 1,84 %. In 2010 werden de cijfers van de enquête geüpdate en komen we aan een totaal van 1,36 %. De wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer laat niet toe dat een medewerker met een handicap, dit moet aangeven aan zijn administratie. Daarom werd de methode gebruikt van extrapolatie. We kunnen dus besluiten dat er binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie meer dan 28 medewerkers zijn met een handicap, maar of het gaat om 92 personen kan met niet met zekerheid vaststellen. Bovendien wordt nergens bijgehouden om welke handicaps het juist gaat, aangezien dit weinig relevant is.

De FOD Justitie gebruikte de enquête in 2009 als nulmeting, waardoor een vergelijking met voorgaande jaren niet mogelijk is. Zie helemaal onderaan de tabel van 2009 en 2010, opgesplitst naar geslacht en naar niveau.

2) De FOD Justitie hecht veel belang aan de integratie van personen met een handicap en streeft naar het behalen van de quota van 3 %.

Binnen het departement loopt dan ook een specifiek project met betrekking tot de werving van personen met een handicap. Dat project is opgenomen in onze beleidsnota inzake diversiteit en vormt een van de prioriteiten van onze organisatie. Een werkgroep buigt zich over alle verwante thema’s en zoekt naar oplossingen op bepaalde vragen rond toegankelijkheid, bewustmaking, …

De FOD Justitie zal al het mogelijke doen om te voldoen aan de opgelegde verplichting, en engageert zich om een blijvende inspanning te leveren naar personen met een handicap. Een aantal voorbeelden uit de waaier aan acties die we vorig jaar ondernomen hebben, illustreren deze inzet. Bijvoorbeeld specifieke opleidingen voor diensthoofden en selectiediensten, gerichte communicatieacties naar organisaties die in rechtstreeks contact staan met personen met een handicap, sensibiliseringscampagne naar de eigen medewerkers, enz. Jammer genoeg komen deze inspanningen nog niet tot uiting in het aantal aanwervingen.

3) Wij blijven het project met betrekking tot de werving van personen met een handicap opvolgen. Binnen dit project worden er dit jaar meerdere acties gepland, waaronder bijvoorbeeld een audit van enkele van de gebouwen naar de toegankelijkheid voor de personen met een handicap. Ik sluit ook niet uit dat er naast Selor andere bronnen zullen aangesproken worden om personen met een handicap aan te spreken, met name de Vlaamse Dienst voor Arbeidsvoorziening en Beroepsopleing (VDAB), Forem, enz. en gespecialiseerde verenigingen zoals bijvoorbeeld Brailleliga, erz.


Totaal Niveau A

Totaal Niveau B

Totaal Niveau C

Totaal Niveau D


2009

2010

2009

2010

2009

2010

2009

2010

Mannen

3

3

4

4

3

3

2

1

Vrouwen

0

0

8

7

2

2

2

5