5-2159/2

5-2159/2

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

18 JULI 2013


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW MATZ C.S.

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 2. In artikel 7/1, eerste lid, van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, ingevoegd bij de wet van 12 november 2009, wordt de eerste zin aangevuld als volgt :

« alsook met het oog op automatische nummerplaatherkenning. » »

Verantwoording

Het amendement heeft tot doel een positieve verplichting in te voeren, zoals die momenteel in de wet is geformuleerd. Het gaat er gewoon om voor deze camera's te voorzien in een extra functie, wanneer zij gebruikt worden in gevallen van grote volkstoeloop. De mobiele ANPR-camera's (Automatic Number Plate Recognition) zijn mobiele camera's gericht op nummerplaatherkenning.

Nr. 2 VAN MEVROUW MATZ C.S.

Art. 3

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 3. In artikel 7/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 12 november 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen de woorden « mobiele camera's » en de woorden « , geeft hij de Commissie », de woorden « in het kader van een grote volkstoeloop » ingevoegd;

2º paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid luidende :

« Wanneer de officier van bestuurlijke politie beslist om over te gaan tot het gebruik van mobiele bewakingscamera's gericht op automatische nummerplaatherkenning, geeft hij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kennis van die beslissing. Er wordt ieder trimester een omstandig verslag bezorgd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer over het aantal keren dat deze mobiele bewakingscamera's zijn gebruikt en de plaatsen waar dat is gebeurd. » »

Verantwoording

Het amendement is bedoeld om de werklast van de politiediensten te verlichten die mobiele ANPR-camera's gebruiken. Er wordt bepaald dat de politiedienst die gebruik wenst te maken van mobiele ANPR-camera's deze principebeslissing meedeelt aan Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het zou echter niet praktisch zijn als de politiedienst die mobiele ANPR-camera's wil gebruiken dit elke keer moet meedelen, aangezien een politiedienst kan beslissen om deze camera's op regelmatige basis te gebruiken. Daarom is er voorzien in een verslag over het gebruik van die camera's, dat om de drie maanden wordt opgemaakt en zorgt voor een administratieve vereenvoudiging.

Vanessa MATZ.
Caroline DÉSIR.
Dalila DOUIFI.
Gérard DEPREZ.
Guido DE PADT.
Dirk CLAES.
Cécile THIBAUT.

Nr. 3 VAN DE HEER DEPREZ EN MEVROUW MATZ

(Subamendement op amendement nr. 2)

Dit amendement aanvullen met een 3º, luidende :

« 3º. De Koning bepaalt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de vorm en de inhoud van het standaard meldingsformulier, de vorm en de inhoud van het omstandig trimestrieel verslag, alsook de wijze waarop deze worden overgezonden aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. ».

Verantwoording

Dit amendement neemt de bepaling over die geldt voor de vaste camera's inzake de kennisgeving aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en wel om enige coherentie in de tekst te hebben, maar ook eenvormigheid in de praktijk.

Gérard DEPREZ.
Vanessa MATZ.