5-1950/3

5-1950/3

Belgische Senaat

ZITTING 2013-2014

19 FEBRUARI 2014


Voorstel van resolutie teneinde de herindustrialisering van de Europese Unie te bevorderen


AMENDEMENTEN


Nr. 18 VAN DE HEER HELLINGS

Punt F/1

In de considerans, een punt F/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« F/1. gelet op de brief van de Europese Commissaris belast met Economie aan de ministers van Financiën over de behandeling van overheidsinvesteringen; ».

Verantwoording

De indiener van dit amendement acht het belangrijk te herinneren aan het bestaan van de Brief van de Europese Commissaris belast met Economie aan de ministers van Financiën over de behandeling van overheidsinvesteringen. De Commissaris herhaalt erin dat de begrotingsregels voor goed economisch bestuur in een voorkeursbehandeling voorzien wanneer wordt nagegaan of de Maastrichtcriteria geëerbiedigd werden (schuld/overheidstekort) voor overheidsinvesteringen.

Nr. 19 VAN DE HEER HELLINGS

Punten H/1, H/2, H/3

In de considerans, de punten H/1, H/2, H/3 (nieuw) invoegen, luidende :

« H/1. overwegende dat in de industrie het aandeel van de loonkosten in het totaal van de productiekosten tweemaal lager is dan dat voor de intermediaire import, inclusief de energetische grondstoffen en de niet-energetische grondstoffen;

H/2. overwegende dat België volgens het Industrial Performance Scoreboard dat de Europese Commissie in 2013 bekendmaakte, opvalt door zijn bijzonder energie-intensieve industriële en energetische sectoren; het staat op de zesde plaats, na landen van Oost-Europa, sommige Baltische Staten en Slowakije;

H/3. gelet op een onderzoek van 2007 van het Wuppertal Institute voor de Europese Commissie (The relation between resource productivity and competitiveness), waaruit bleek dat er een verband bestaat tussen efficiënt en spaarzaam gebruik van hulpbronnen (productiviteit van de hulpbronnen) en de concurrentiekracht van landen; ».

Verantwoording

De indiener van het amendement acht het belangrijk te herinneren aan de gegevens uit het jaarverslag 2013 van de Nationale Bank van België over de spreiding van de productiekosten in de industrie (spreiding over de intermediaire import/grondstoffen enerzijds en de loonkosten anderzijds) en aan die van de Europese Commissie waaruit blijkt hoe energieverslindend het economische ontwikkelingsmodel van België is (het is zijn achilleshiel).

Uit de combinatie van die gegevens blijkt nadrukkelijk dat de klemtoon moet worden gelegd op een economie die soberder met de hulpbronnen omspringt, temeer omdat onderzoek aantoont dat dit met meer concurrentiekracht gepaard gaat.

Nr. 20 VAN DE HEER HELLINGS

Punt N/1

In de considerans, een punt N/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« N/1. overwegende dat de bilaterale handel tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten hoofdzakelijk het werk is van zeer grote ondernemingen en dat de kleine en middelgrote ondernemingen niet dezelfde troeven hebben om de kaart van de internationalisering te trekken, of om zelfs op hun traditionele markt weerwerk te bieden op hardere concurrentie van de multinationals — het 1 % grootste ondernemingen is goed voor 80 % van de Amerikaanse uitvoer —, mocht het project voor Trans-Atlantisch Partnerschap werkelijkheid worden; ».

Verantwoording

De indiener van dit amendement acht het belangrijk de leden van de Senaat ervan op de hoogte te brengen dat er naast de grote macro-economische ramingen die de Europese Commissie voortbrengt, een micro-economische werkelijkheid is, te weten dat de kmo's niet tegen de grote ondernemingen opgewassen zijn en dat het project van het Transatlantic Trade and Investment Partnership TTIP, waarover de Europese Unie en de Verenigde Staten onderhandelen, vooral de grote ondernemingen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan ten goede zal komen, ten koste van het kmo-weefsel en dus van het innovatievermogen, de werkgelegenheid en de flexibiliteit van de Europese economie als geheel.

Nr. 21 VAN DE HEER HELLINGS

Punt 1/1

In het dispositief, een punt 1/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 1/1. de beginselen van de industriële ecologie en van de circulaire economie in deze herindustrialisering te integreren zodat de EU minder afhankelijk wordt van de rest van de wereld voor haar bevoorrading in grondstoffen, haar ecologische voetafdruk vermindert en haar structurele competitiviteit verbetert; ».

Verantwoording

De indiener van het amendement baseert zich op het stappenplan van de Europese Commissie voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa (dat door de Ministerraad van de EU is goedgekeurd), op de laatste mededelingen betreffende het Europees industriebeleid en op de werkzaamheden van het European Resource Efficiency Platform dat door commissaris Potocnik is ingesteld.

Nr. 22 VAN DE HEER HELLINGS

Punten 2/1 en 2/2

In het dispositief, de punten 2/1 en 2/2 (nieuw) invoegen, luidende :

« 2/1. via een wettelijk kader en om het algemeen belang van de Europeanen en de werknemers in het bijzonder te beschermen, de antwoorden te coördineren van de lidstaten die te maken hebben met een dreiging van herstructurering door een multinationale onderneming die zoveel mogelijk financieel voordeel probeert te behalen door deze staten tegen elkaar uit te spelen;

2/2. zo streng en zo snel mogelijk op te treden tegen belastingvlucht en belastingfraude en, naast een geharmoniseerde grondslag van de vennootschapsbelasting, een minimumtarief op Europees niveau in te voeren; ».

Verantwoording

De indiener van het amendement wil in punt 2/1. herinneren aan het belang van meer Europese integratie inzake sociale zaken om te voorkomen dat de EU een « politieke dwerg » blijft wanneer ze haar eigen belangen en werknemers wil verdedigen. Punt 2/2. ligt in de lijn van de werkzaamheden van het Europees Parlement en van het traditionele Belgische standpunt inzake Europese fiscaliteit.

Nr. 23 VAN DE HEER HELLINGS

Punt 3/1

In het dispositief, punt 3/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 3/1. erop toe te zien dat bij de toepassing van de budgettaire regels van economisch bestuur, de investeringen in projecten die de EU cofinanciert in het raam van het structuur- en cohesiebeleid, de transEuropese netten en de Connecting Europe Facility niet opgenomen worden in de berekening van het structurele en nominale tekort; ».

Verantwoording

De indiener van het amendement herinnert aan een aantal boodschappen in de brief van commissaris Rehn aan de ministers van Financiën en aan de six pack-bepaling (economisch bestuur).

Nr. 24 VAN DE HEER HELLINGS

Punt 4

/1

In het dispositief, punt 4/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 4/1. een sociale convergentie te waarborgen via het Europees semester en de aanbevelingen voor de lidstaten en aan de hand van bestaande en toekomstige wetgevende instrumenten, teneinde het risico op sociale dumping zo klein mogelijk te maken; ».

Verantwoording

De indiener van dit amendement herinnert aan het Belgische standpunt vóór een Europa waar economische en sociale convergentie uitstijgt boven de minimumnorm.

Nr. 25 VAN DE HEER HELLINGS

Punten 5/1 en 5/2

In het dispositief, de punten 5/1 (nieuw) en 5/2 (nieuw) invoegen, luidende :

« 5/1. alle betrokken partijen op een evenwichtige manier te betrekken bij de onderhandelingen over bilaterale of multilaterale handelsakkoorden, waarbij de Commissie verslag uitbrengt over hun bijdragen, ze samenvat en uitlegt hoe de Commissie erop wil ingaan tijdens het verdere verloop van de onderhandelingen;

5/2. de onderhandelingen met de Verenigde Staten teneinde een grote trans-Atlantische markt te creëren, op te schorten, aangezien die een groot risico vormt voor de sociale, milieu- en fytosanitaire normen vanwege de onduidelijkheid omtrent het begrip « niet-tarifaire belemmeringen » dat dat akkoord wenst te schrappen, en aangezien de export vanuit de Verenigde Staten zal uitgaan van grote, multinationale ondernemingen waartegen de Europese kmo's geen weerstand zullen kunnen bieden, wat het halen van de Europese doelstelling om 25 % van de kmo's te laten exporteren naar markten buiten Europa overigens onmogelijk zal maken; ».

Verantwoording

De indiener van dit amendement acht het belangrijk de onderhandelingen over het Trans-Atlantisch Verdrag af te bakenen vanuit het oogpunt van de evenwichtige deelname van de erkende organisaties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen, en de nadruk te leggen op duidelijkheid wat de betekenis betreft van sleutelbegrippen die momenteel heel slecht omschreven zijn en waaromtrent geen enkel sterk argument werd aangebracht dat aantoonde dat de kmo's niet zullen worden benadeeld door het akkoord, verschillende vragen in het Europees Parlement ten spijt.

Benoit HELLINGS.

Nr. 26 VAN DE HEER DAEMS

Punt 1

Punt 1. van het dispositief vervangen als volgt :

« 1. te pleiten voor de uitvoering van een Europees economisch herstelplan dat enerzijds de modernisering en een duurzame re-industrialisering van de Europese Unie mogelijk maakt door maatregelen te treffen die innovatie en O&O effectief ondersteunen met een beter evenwicht tussen het voorzorgsprincipe en het innovatieprincipe, een zekere toegang garanderen tot propere energie en grondstoffen aan competitieve prijzen, de beschikbaarheid van talent uitbreiden, de toegang tot financiering verbeteren en verder werken aan de noodzaak om het handelsverkeer tussen de lidstaten en derde landen te bevorderen en anderzijds het expliciet en impliciet protectionisme binnen de EU wat betreft de diensten opheft om een daadwerkelijke interne markt wat betreft de diensten uit te bouwen. Uitgangspunten hierbij zijn het recht van personen om in een andere lidstaat te werken en het gemakkelijker maken voor burgers om hun rechten in de praktijk uit te oefenen met het oog op het terugdringen van de werkloosheid; ».

Verantwoording

Voorliggend voorstel van resolutie is niet evenwichtig. Een intentieproces wordt gevoerd jegens het Europese beleid. De EU krijgt hier omzeggens de zwartepiet toegespeeld voor een de-industrialisering van Europa die nochtans niet alle lidstaten even hard treft en bovendien reeds gaande was voor er sprake was van een economische crisis. Bovendien blijken sommige landen zoals Duitsland veel minder last te hebben van de-industrialisering en is er in andere landen waaronder de VS veeleer sprake van een herindustrialisering.

Indieners zien veel klaarblijkelijk heil in een overheidsgestuurde aanpak. Dit etatisme waar nu opnieuw alle heil van wordt verwacht heeft in sommige landen geleid tot een veel te hoge schuldgraad en veel te hoge loonkosten die de de-industrialisering van Europa mee in de hand hebben gewerkt. Tevens wordt er onvoldoende ingegaan op de andere oorzaken van de-industrialiseren. Ik verwijs naar de zogenaamde non-cost competitiveness : regelneverij, gebrek aan ondernemerschap, rigide arbeidsmarkten, protectionisme binnen de EU zelf, enz.

Indiener dient deze bijkomende amendementen in op de vragen aan de regering en dit nadat diverse sprekers de resolutie hebben doorgelicht. Indiener herhaalt dat hij alvast de onderliggende doelstelling van de resolutie deelt, maar de middelen om er te geraken lijken dikwijls eerder contraproductief. Deze bijkomende amendementen worden ingediend om de resolutie effectief te maken opdat er inderdaad sprake zou zijn van een herindustrialisering en niet van het tegenovergestelde.

Dit amendement herneemt eerdere opmerkingen en bundelt ze. Tegelijkertijd legt ze tevens de nadruk op de diensten. Zo stelde de heer Herbert op de hoorzitingen : « qu'il ne pense pas qu'il faille faire une distinction artificielle entre l'industrie et les services. ». Beide pijlers zijn belangrijk en versterken elkaar. Geen industrie zonder diensten en geen diensten zonder industrie.

Nr. 27 VAN DE HEER DAEMS

Punt 2

Punt 2. van het dispositief vervangen als volgt :

« 2. te pleiten voor een gecoördineerd optreden op zowel het regionale, het nationale en het EU-niveau teneinde een daadwerkelijke invulling te geven aan een ambitieus industriebeleid. Hiertoe wordt in het bijzonder gepleit voor een gespecialiseerd EU-agentschap voor Innovatie. Verder moet er werk worden gemaakt van een betere kennisoverdracht tussen de academische wereld en de bedrijfswereld en er moet een concrete en daadwerkelijke vooruitgang worden geboekt inzake duurzame infrastructuurnetwerken; ».

Verantwoording

Vier op de vijf bedrijfsleiders vindt het Europese innovatiebeleid te gefragmenteerd.

Een meerderheid (74 %) gelooft dan ook dat er nood is aan een gespecialiseerd EU-agentschap voor innovatie. Onder de Belgische bedrijfsleiders is dat percentage zelfs 91 %.

Meer centralisering in het Europese innovatiebeleid is dan ook een van de vier concrete aanbevelingen die het rapport van E&Y formuleert.

De drie andere zijn : meer kennisoverdracht tussen de bedrijfswereld en de universiteiten, steunmaatregelen om de private sector als innovatieversneller uit te bouwen en prioriteit geven aan de uitbouw van een duurzaam infrastructuurnetwerk (1) .

Indiener wil zeker geen onrecht aandoen aan de conventies van de IAO, maar deze zijn hier niet op hun plaats. Wil men echt werk maken van een hernieuwd industriebeleid in de EU zal men eerder moeten inzetten op efficiënte innovatie. Bijgevolg worden de punten K. en L. van de considerans vervangen.

Nr. 28 VAN DE HEER DAEMS

Punt 4

Punt 4. van het dispositief vervangen als volgt :

« 4. er bij de Commissie op aan te dringen om daadwerkelijke en concrete stappen te zetten in de strijd tegen het protectionisme binnen én buiten de EU.

Zo moet ondermeer de strijd worden aangebonden met :

a) vormen van marktafscherming via subsidies en dit zowel bij de lidstaten als derde landen; en

b) het opleggen van wettelijke voorwaarden om de eigen markt af te schermen.

Daarnaast moet er werk worden gemaakt van het verder vrijmaken van de openbare aanbestedingen bij de lidstaten. De Europese Commissie moet effectief en waar nodig rechtstreeks optreden tegen lidstaten die eigen openbare aanbestedingen afschermen voor bedrijven vanuit andere lidstaten door administratieve en financiële hindernissen op te werpen; ».

Verantwoording

Dit punt is bijzonder gevaarlijk en riskeert het tegenovergestelde te bereiken van wat de indieners willen. De huidige tekst vormt de aanzet wat de indieners betreft van een nieuwe en bijzonder gevaarlijke vorm van protectionisme waarbij de EU eenzijdig milieu- en sociale normen gaat opleggen aan de handelspartners. Vreemd genoeg verwijten de indieners enerzijds de handelspartners van de EU dat ze een protectionistisch beleid voeren om dan vervolgens zelf te pleiten voor een nooit geziene vorm van protectionisme. Dit standpunt gaat volledig in tegen de huidige aanpak van de Commissie (2) .

Indieners verwijzen tevens naar recente « Trade and Investment Barriers Report rapport » (3) .

Indieners wijzen op het gevaar van protectionisme dat ons land nu reeds jobs kost.

Daar waar protectionisme tot voor kort vooral werd geassocieerd met landen buiten de EU, grijpen vandaag steeds meer EU landen terug naar protectionisme om hun bedrijven af te schermen van de concurrentie.

Dit ondermijnt de grondvesten van de EU en dat heeft een hoge prijs. Ook ons land ondervindt concreet de gevolgen op onze werkgelegenheid van dit nieuwe protectionisme. De EU-landen gaven van 2008 tot en met 2011 euro 1,6 biljoen (euro 1,6 miljard × 1 000) uit aan staatssteun om de eigen productie te ondersteunen. Dit bedrag omhelst 13 % van het Europese bruto nationaal product.

Recente vormen van protectionisme binnen de EU waren de staatssteun aan Peugeot in Frankrijk of de aanscherping van allerhande administratieve regels in de toeleveringsketen in diverse EU landen.

De strijd tegen het protectionisme kan een ongelooflijke economische groei teweegbrengen. Als alle landen in hun regelgeving half zo efficiënt zouden zijn als bijvoorbeeld Nederland, zou het wereldwijde BBP met $2 600 mrd kunnen stijgen, zo becijferen Bain, de Wereldbank en het WEF. Dit komt neer op een mondiale groei-impuls van 4,7 % (4) .

België is het meest geglobaliseerde land ter wereld en het zou dus het eerste slachtoffer zijn van protectionisme (5) .

Ook wat betreft de openbare aanbestedingen blijken sommige lidstaten de markt via regelgeving en andere voorwaarden af te schermen voor bedrijven van andere lidstaten. Dit betreft nochtans een enorme markt. Jaarlijks worden er door alle overheden samen in België alleen al voor meer dan 20 000 overheidsopdrachten toegewezen voor een totaal bedrag begroot op 50 miljard euro. In het totaal vormen overheidsopdrachten 16 % van het BBP. Deze openbare uitgaven vertegenwoordigen een belangrijke commerciële opportuniteit voor veel bedrijven. Belgische bedrijven in het algemeen en KMO's in het bijzonder maken amper kans op aanbestedingen bij onze eigen buurlanden en dit door allerhande maatregelen die deze aanbestedingen de facto voorbehouden voor de bedrijven van de lidstaat zelf. Europa blijft hier jammer genoeg op de zijlijn staan.

Nr. 29 VAN DE HEER DAEMS

Punt 5

Punt 5. van het dispositief doen vervallen.

Verantwoording

Punt 5. wordt geschrapt. Er moet niet minder maar meer vrijhandel komen, willen we komen tot een daadwerkelijke herindustrialisering. Het nakende vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten is hierin cruciaal. Volgens de meest betrouwbare schatting waarover de Commissie beschikt, zou een goede overeenkomst Europa een groei van het BBP van ten minste 0,5 % opleveren. Dat komt neer op meer dan 500 euro per huishouden per jaar en honderdduizenden banen.

Deze cijfers houden nog geen rekening met het feit dat het openstellen van een economie voor internationale handel en investeringen in feite een structurele hervorming betekent. Eerdere ervaringen wijzen erop dat deze gecombineerde effecten de rechtstreekse voordelen van het wegnemen van handelsbelemmeringen kunnen verdubbelen. Een goede overeenkomst tussen de EU en de VS zou, meer dan de meeste vrijhandelsovereenkomsten, bevorderlijk zijn voor de gezondheid op langere termijn van het multilaterale handelssysteem.

Nr. 30 VAN DE HEER DAEMS

Punt 6

Punt 6 van het dispositief vervangen als volgt :

« 6. er bij Europa op aandringen om een sterk Europees handelsbeleid te voeren waarbij oneerlijke concurrentie onder welke vorm ook snel en kordaat wordt aangepakt; ».

Verantwoording

Indieners zijn het eens met de strijd tegen daadwerkelijke dumping, maar de opgenomen details neigen veeleer naar protectionisme en afschermen van de eigen markt wat de economische groei binnen en buiten de EU zal fnuiken.

Nr. 31 VAN DE HEER DAEMS

Punt 7

Punt 7 van het dispositief vervangen als volgt :

« 7. er bij de EU voor te pleiten om gezamenlijke duurzaamheidsnormen te bereiken in multilateraal overleg waarbij ondermeer ecologische en sociale normen worden nagestreefd. In het bijzonder wat betreft energie moet de EU er alles aan doen om vervuilende energievormen terug te dringen en dit zowel binnen de EU zelf als wat betreft de derde landen en de invoer van vuile energie. Het is tevens cruciaal dat de industriële politiek zich toespitst op energiezuinigheid, energie-efficiëntie en op alternatieven; ».

Verantwoording

Traceerbaarheid en transparantie is lovenswaardig. Hier wordt echter een impliciete vorm van protectionisme ingevoerd onder het mom « eigen producten best ». Daarnaast riskeert deze maatregel enerzijds te worden aangevochten voor de WTO en anderzijds zal deze zware administratieve lasten en barrières opwerpen wat nefast is. Wel moet er werk worden gemaakt van een internationaal framework om te komen tot een duurzame economische groei en dus ook industrie waarbij men oog heeft voor ecologie en sociale normen. De sleutel is echter overleg en geen eenzijdige maatregelen die alleen maar zullen leiden tot handelsoorlogen die nefast zijn voor alle betrokkenen. Indiener verwijst naar de bijzonder interessante getuigenis van Jonathan Holslag, in het bijzonder wat betreft de vuile energiebronnen. Indiener verwijst tevens naar de getuigenis van de heer Benjamin Denis.

Nr. 32 VAN DE HEER DAEMS

Punt 9

Het dispositief aanvullen met een punt 9 (nieuw), luidende :

« 9. er op aan te dringen dat alle lidstaten hun begrotingstekorten onder controle krijgen opdat er sprake kan zijn van een structurele en duurzame groei in de economie in het algemeen en de industrie in het bijzonder. ».

Rik DAEMS.

Nr. 33 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt A

De considerans wijzigen als volgt :

1) een nieuw punt A invoegen, luidende :

« A. Gelet op artikel 173 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat bepaalt : « De Unie en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie, aanwezig zijn »; ».

2) het huidige punt A na punt C plaatsen.

Verantwoording

Dit amendement wil de juridische grondslag voor het Europees industrieel beleid vermelden, aangezien dit volgens het opschrift van de tekst het hoofdonderwerp van het voorstel vormt.

Nr. 34 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt A /1

In de considerans, een punt A/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« A/1. Gelet op de artikelen 179 tot 189 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die de juridische basis vormen wat onderzoek en ontwikkeling betreft; ».

Verantwoording

Dit amendement wil wijzen op de juridische grondslag voor één van de pijlers van het Europees industrieel beleid : het beleid inzake onderzoek en economische ontwikkeling.

Nr. 35 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt C/1

In de considerans, een punt C/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« C/1. Gelet op artikel 145 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat bepaalt dat « de lidstaten en de Gemeenschap dienen te streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van scholing, opleiding en aanpassingsvermogen van de werknemers, alsmede van arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen »; ».

Verantwoording

Dit amendement wil wijzen op de juridische grondslag van het werkgelegenheidsbeleid van de Europese Unie.

Nr. 36 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt C/2

In de considerans, een punt C/2 (nieuw) invoegen, luidende :

« C/2. Gelet op artikel 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat bepaalt : « Het optreden van de Unie is erop gericht de aanpassing aan veranderingen in het bedrijfsleven te vergemakkelijken, met name door beroepsopleiding en omscholing. »; ».

Verantwoording

Dit amendement wil wijzen op de juridische grondslag van het Europees beleid inzake beroepsopleiding.

Nr. 37 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt B/1

In de considerans, een punt B/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« B/1. Gelet op de artikelen 206 en 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die bepalen dat « de Unie in het gemeenschappelijk belang een bijdrage levert tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de vermindering van de douane- en andere belemmeringen »; ».

Verantwoording

Dit amendement wil wijzen op de juridische grondslag van het gemeenschappelijk handelsbeleid.

Nr. 38 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt K/1

In de considerans, een punt K/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« K/1. Gelet op de Small business Act van juni 2008, die een alomvattend politiek kader schept om de groei van de kmo's te bevorderen door ze te helpen problemen op te lossen die hun ontwikkeling hinderen; ».

Verantwoording

De kmo’s zijn een echte motor voor de economie in België en Europa.

De indieners vinden het noodzakelijk om te herinneren aan de belangrijkste steunmaatregel voor de kmo’s op Europees niveau, namelijk de Small business Act van 2008.

Een coherent industrieel beleid dient een plaats toe te kennen aan alle actoren, ongeacht hun omvang. Het is belangrijk om bijzondere aandacht te schenken aan de kleine en middelgrote ondernemingen.

De toegang tot de wereldmarkt kan een cruciale factor zijn bij bepaalde activiteiten. Deze ondernemingen zijn, door hun inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling en het feit dat ze zich richten op fundamenteel onderzoek, bijzonder dynamisch en vernieuwend. Zij vormen dus een troef voor het industriële weefsel en het is belangrijk hen te steunen.

Nr. 39 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 1

Punt 1 van het dispositief aanvullen als volgt :

« — door ervoor te zorgen dat de industrie zich sneller aanpast aan structurele veranderingen;

— door te zorgen voor een klimaat dat gunstig is voor het oprichten en ontwikkelen van ondernemingen en meer bepaald kmo's;

— door een klimaat te bewerkstelligen dat de samenwerking tussen ondernemingen stimuleert, en dit meer bepaald door een beleid te voeren dat de wederzijdse uitwisseling tussen sectoren ontwikkelt, bijvoorbeeld tussen de traditionele productiebedrijven en de kmo's;

— door het vernieuwend vermogen van de ondernemingen en ook het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en ontwikkeling te stimuleren; ».

Verantwoording

Het industrieel beleid heeft als doel gunstige voorwaarden te creëren voor het concurrentievermogen van de ondernemingen.

Dit amendement wil de belangrijkste doelstellingen vaststellen van het industrieel beleid dat gevoerd dient te worden : dit beleid moet gericht zijn op het verbeteren van de economische omgeving van de ondernemingen en meer in het bijzonder de kmo’s.

Hiertoe dient er synergie en samenwerking te zijn tussen de ondernemingen.

Het industrieel beleid van de EU behelst ook innovatie en onderzoek en ontwikkeling.

De EU moet de concrete ambitie en het doel hebben om opnieuw een sterke industriële basis uit te bouwen, waarbij zowel traditionele als hoogtechnologische sectoren betrokken zijn, en om het belang van onderzoek en ontwikkeling en van innovatie, naast informatie- en communicatietechnologieën, in al zijn vormen te versterken.

Om dat te bereiken, vroeg de strategie van Lissabon dat elke Staat jaarlijks drie procent van zijn bbp aan onderzoek en ontwikkeling zou besteden. Jaren later hebben we dit streefcijfer nog steeds niet bereikt en ligt het gemiddelde voor de lidstaten rond de 1,9%. Alleen Zweden en Finland besteden meer dan 3% van hun bbp aan dit doel.

Indien alle EU-lidstaten deze doelstelling bereiken tegen 2020 zouden er 3,7 miljoen banen kunnen worden gecreëerd en zou het jaarlijkse bbp van de EU stijgen met 795 miljard euro.

Nr. 40 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 1/1

In het dispositief, een punt 1/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 1/1. op Europees niveau te pleiten voor de systematische evaluatie van de gevolgen die het beleid en de regelgeving van de Europese Unie hebben voor het wereldwijde concurrentievermogen en voor het voorstellen van regelgeving met zo min mogelijk negatieve gevolgen voor de concurrentiepositie van de Europese ondernemingen; ».

Verantwoording

Het industrieel beleid is ingebed in de andere beleidslijnen van de EU, zoals het handelsbeleid, de interne markt, de werkgelegenheid, of nog « onderzoek en ontwikkeling ».

Al deze elementen samen kunnen een grote invloed hebben voor het concurrentievermogen van de industrie op het vlak van kosten, prijzen en innovatie.

De indiener pleit dan ook voor het uitvoeren van een ex ante- en ex post-evaluatie van alle beleidsinitiatieven op nationaal en Europees niveau die een aantoonbaar effect zouden kunnen hebben op het concurrentievermogen van de industrie.

Bedoeling daarvan is de bestaande regelgeving verbeteren, ten voordele van het industrieel concurrentievermogen.

Nr. 41 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 2 /1

In het dispositief, een punt 2/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 2/1. Een economisch en industrieel beleid te verdedigen dat beantwoordt aan de specifieke noden van de kmo's en dat erop gericht is hun concurrentievermogen te ondersteunen, vooral :

— wat de toegang tot financiering betreft en meer bepaald door de rol van het Europees Investeringsfonds te versterken, door de mogelijkheid van microkredieten uit te breiden en door initiatieven te steunen die bedoeld zijn om de toegang tot risicokapitaal te vergemakkelijken;

— wat de toegang tot de markten betreft, zowel binnen de EU als wereldwijd, meer bepaald door het economisch klimaat te verbeteren, de reglementaire en technische obstakels uit de weg te ruimen en ook performante ondersteunende instrumenten en diensten te ontwikkelen voor kmo's die de internationale markt op willen gaan; ».

Verantwoording

De indieners menen dat een coherent industrieel beleid rekening dient te houden met de specifieke noden van de kmo’s.

De kmo’s maken 99% uit van de ondernemingen in de EU. Ze vertegenwoordigen ongeveer twee derden van de banen in de industrie. We kunnen niet ontkennen dat het groeipotentieel en de mogelijkheid tot het creëren van nieuwe banen afhangen van de levenskracht en het dynamisme van de kmo’s.

De indieners van het amendement pleiten voor het voortdurend toepassen van het principe « think small first » en voor alle nieuwe initiatieven die tot doel hebben de concurrentiekracht te ondersteunen, en de oprichting, de ontwikkeling en de internationalisering van de kmo’s te stimuleren.

Nr. 42 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 3

In punt 3 van het dispositief, de woorden « de nationale investeringen » vervangen door de woorden « de investeringen en de publiek-private samenwerking ».

Verantwoording

De rechtstreekse deelname van de publieke overheid in industriële projecten wordt niet door iedereen als positief beschouwd.

De indiener vindt wel dat die deelname legitiem kan zijn in het raam van een samenwerking tussen publieke en private actoren, om industriële projecten van algemeen belang te verwezenlijken of om vernieuwing te stimuleren door bijvoorbeeld onderzoek in de publieke sector te koppelen aan het universitair systeem en de ondernemingen.

Nr. 43 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 3/1

In het dispositief, een punt 3/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 3/1. binnen het kader van de steun die wordt gegeven aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie, voorrang te verlenen aan nieuwe technologieën zoals de industriële biotechnologie, de nanotechnologie, de geavanceerde materialen, de fotonica, de micro-elektronica, de nano-elektronica en de geavanceerde fabricagesystemen; ».

Verantwoording

Om op succesvolle wijze de uitdagingen van de wereldwijde concurrentie aan te kunnen, is het essentieel dat de EU de nodige middelen uittrekt om aan de top te komen inzake innovatie.

De verschillende genoemde domeinen kunnen aan de basis liggen van een grote verscheidenheid aan nieuwe processen, producten en diensten, waaronder ook de ontwikkeling van volledig nieuwe industrieën gedurende de komende decennia.

De indiener vindt het dus belangrijk dat er, in het raam van de steun die wordt gegeven aan onderzoek en ontwikkeling en aan innovatie, voorrang wordt gegeven aan de nieuwe technologieën.

Nr. 44 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 4/1

In het dispositief, een punt 4/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 4/1. initiatieven te steunen die tot doel hebben de interne markt te versterken, meer bepaald door technische en reglementaire obstakels uit de weg te ruimen en vast te stellen in welke domeinen een doorgevoerde harmonisatie het concurrentievermogen van de Europese industrie ten goede zou komen; ».

Verantwoording

De interne markt is één van de voornaamste krachten geweest voor de economische groei van de voorbije 20 jaar in de EU. Voor de industrie kwam dit tot uiting in een daling van de kosten die verbonden waren met grensoverschrijdende transacties, in meer concurrentie, in grote schaalgebonden besparingen en in de perspectieven die een markt van Europese omvang biedt.

In verschillende wetgevingsdomeinen die betrekking hebben op de economische activiteit, zijn de wetsbepalingen beter op elkaar afgestemd.

De industrie heeft echter te maken met 28 verschillende en complexe rechtsgebieden. De reglementaire en technische hindernissen geven de ondernemingen minder bewegingsvrijheid bij hun activiteiten. Het Europa van 28 bevat ook landen die nog bezig zijn met een inhaalbeweging op economisch, sociaal en milieuvlak. We zien dan ook delokalisering op basis van de voordelen van de verschillende landen.

De Europese Unie moet ook opletten dat de economieën van haar verschillende lidstaten zich harmonieus ontwikkelen door de interne markt volledig te verwezenlijken en in het raam van haar relaties met derde landen te pleiten voor een grotere eenmaking van de externe en interne wetgeving.

Nr. 45 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 4/2

In het dispositief, een punt 4/2 (nieuw) invoegen, luidende :

« 4/2. binnen de Wereldhandelsorganisatie te benadrukken hoe belangrijk het is om werk te maken van de convergentie of zelfs de overeenstemming van de internationale normen en de certificatiepraktijken met derde landen en te vragen dat de externe regelgeving en die van de interne markt nader tot elkaar worden gebracht, zodat de ondernemingen geen onnodige kosten meer moeten maken en de reglementaire en niet-reglementaire hindernissen worden weggewerkt, waardoor de innovatie en de toegankelijkheid van de markten opnieuw worden gestimuleerd; ».

Verantwoording

De interne markt is één van de voornaamste krachten geweest voor de economische groei van de voorbije 20 jaar in de EU. Voor de industrie kwam dit tot uiting in een daling van de kosten die verbonden waren met grensoverschrijdende transacties, in meer concurrentie, in grote schaalgebonden besparingen en in de perspectieven die een markt van Europese omvang biedt.

In verschillende wetgevingsdomeinen die betrekking hebben op de economische activiteit, zijn de wetsbepalingen beter op elkaar afgestemd.

De industrie heeft echter te maken met 28 verschillende en complexe rechtsgebieden. De reglementaire en technische hindernissen geven de ondernemingen minder bewegingsvrijheid bij hun activiteiten. Het Europa van 28 bevat ook landen die nog bezig zijn met een inhaalbeweging op economisch, sociaal en milieuvlak. We zien dan ook delokalisering op basis van de voordelen van de verschillende landen.

De Europese Unie moet ook opletten dat de economieën van haar verschillende lidstaten zich harmonieus ontwikkelen door de interne markt volledig te verwezenlijken en in het raam van haar relaties met derde landen te pleiten voor een grotere eenmaking van de externe en interne wetgeving.

Nr. 46 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 4/3

In het dispositief, een punt 4/3 (nieuw) invoegen, luidende :

« 4/3. te pleiten voor de inachtneming van de intellectuele eigendomsrechten en in het bijzonder voor het invoeren van een efficiënt Europees octrooisysteem en een efficiënte regeling van de geschillen met betrekking tot octrooien; ».

Verantwoording

Efficiëntere overdracht en een efficiënter beheer en gebruik van de intellectuele eigendomsrechten zijn onmisbare elementen voor de vrijmaking en de waardering van de inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling en van innovatie.

Het is van het grootste belang dat de EU de verworven ontwikkelingen op het vlak van de toptechnologie en de know-how efficiënt kan beschermen.

Namaak en piraterij hebben zowel op de interne markt als daarbuiten invloed op een groot aantal sectoren en ondernemingen en verlagen de rendabiliteit van de industrie en de wil om te innoveren. Het namaken van bepaalde producten zoals medicijnen of auto-onderdelen kan bovendien zware risico’s meebrengen voor de gezondheid en de veiligheid.

Nr. 47 VAN DE HEREN BELLOT EN MILLER

Punt 7

Punt 7 van het dispositief doen vervallen.

Verantwoording

De etikettering die in het voorstel van resolutie wordt voorgesteld brengt praktische problemen mee en bijkomende administratieve problemen voor de ondernemingen.

De indieners van het amendement vinden trouwens dat dit punt niet op zijn plaats is in een resolutie betreffende het industrieel beleid van de Europese Unie.

François BELLOT.
Richard MILLER.

Nr. 48 VAN DE HEER VERSTREKEN

Dispositief

In de inleidende zin van het dispositief, tussen de woorden « Vraagt de Senaat de regering » en de woorden « op Europees niveau » de volgende woorden invoegen « , om in overleg met de regionale overheden, ».

Verantwoording

Het industrieel beleid is een hoofdzakelijk regionale bevoegdheid. Omwille van deze reden wordt België in de Europese Raad vertegenwoordigd door een regionale minister. De federale overheid neemt deel aan de Raad als assessor. Indien de regering een standpunt wenst in de nemen op Europees niveau is het noodzakelijk om samen met de regionale overheden een standpunt te bepalen.

Nr. 49 VAN DE HEER VERSTREKEN

Punt 6

Punt 6 van het dispositief vervangen als volgt :

« 6. te onderzoeken of de effecten van een uitzondering op de vrijhandel conform artikel XX van het General Agreement on Tariffs and Trade van 1994 en onder de vorm van sociale en milieugerelateerde bijdrages nuttig kunnen zijn. Desgevallend kan men een mechanisme creëren :

(a) dat flexibel is, omdat ze alleen toepasselijk is op goederen waarvan de productiewijze de vermelde minimale sociale en milieugerelateerde normen niet in acht neemt en/of in gevallen waarin een land zijn wisselkoers duidelijk dermate manipuleert dat de munt en dus de exportprijzen van dat land ondergewaardeerd worden;

(b) dat tijdelijk is, want ze wordt opgeheven op de dag waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor haar toepassing;

(c) dat moduleerbaar is, op grond van een berekening door de Wereldhandelsorganisatie, om de toegestane compenserende belasting bij dumping te evalueren;

(d) en dat solidair is, aangezien de opbrengst ervan gedeeltelijk zal worden aangewend via de Europese begrotingslijn 1 A (concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid) om de doelstelling die door de Europese Commissie wordt voorgesteld, dat het aandeel van de industrie in het BBP van de EU in 2020 20 % bereikt en via begrotingslijn 4 (de EU als mondiale partner) om de efficiëntie van die sociale en milieugerelateerde minimumnormen in derde landen te ondersteunen; ».

Verantwoording

Voor er overgegaan wordt tot het aandringen op een sociale en milieugerelateerde bijdrage, is het nodig dat hiervan de effecten onderzocht worden. We moeten zeker zijn dat we de gewenste effecten in de geest van de voorliggende resolutie bekomen bij het instellen van een dergelijke maatregel. Bovendien zijn er op dit ogenblik al bestaande afspraken met bepaalde landen (GSP, GSP+, overeenkomsten tussen EU en ACP-landen, etc.) die we niet naast ons kunnen neerleggen door andere bijdrages in het leven te roepen.

Nr. 50 VAN DE HEER VERSTREKEN

Punt 7

Punt 7 van het dispositief vervangen als volgt :

« 7. de opspoorbaarheid van de toepassing van de sociale en milieugerelateerde normen zoals bedoeld in deze resolutie verhogen en verbeteren; ».

Verantwoording

De bedoeling is hier om de normen waar wij op aandringen duidelijker te controleren zodat alle spelers aan een eerlijke vorm van concurrentie kunnen doen door hen aan te zetten om te voldoen aan de sociale en milieugerelateerde normen van de Europese Unie.

Johan VERSTREKEN.

Nr. 51 VAN DE HEER DAEMS

Punt A

Punt A van de considerans vervangen als volgt :

« A. Gelet op het Verdrag van Lissabon, gericht op economische groei en concurrentiekracht, werkgelegenheid en sociale zekerheid, maar ook op veiligheid van het individu, de samenleving, een beter milieu en een betere gezondheid, cohesie en onderlinge solidariteit van de lidstaten, wetenschappelijke en technologische vooruitgang, en de versterking van de rol van de EU op het wereldtoneel; ».

Verantwoording

Het lijkt de indiener aangewezen om wat betreft de aandachtspunten van het Verdrag van Lissabon alle elementen eruit te lichten.

Nr. 52 VAN DE HEER DAEMS

Punt B/1

In de considerans een punt B/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« B/1. gelet op artikel 119 VWEU dat bepaalt : « Teneinde de in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie genoemde doelstellingen te bereiken, omvat dit het optreden van de lidstaten en de Unie, onder de voorwaarden waarin de Verdragen voorzien, de invoering van een economisch beleid dat gebaseerd is op de nauwe coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, op de interne markt en op de uitwerking van gemeenschappelijke doelstellingen en dat wordt gevoerd met inachtneming van het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging; ».

Verantwoording

De verwijzing naar artikel 3 van het EU Verdrag kan niet los gelezen worden van het sleutelartikel 119 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat het gemeenschappelijke streven naar een open en vrije markt benadrukt.

Nr. 53 VAN DE HEER DAEMS

Punt C/1

In de considerans een punt C/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« C/1. gelet op Titel 28. dat het belang van het vrij verkeer van goederen en diensten benadrukt en gelet op Titel 32 waarbij de richtsnoeren worden aangegeven waardoor de Commissie zich laat leiden bij de uitvoering van haar taken en dan in het bijzonder de noodzaak het handelsverkeer tussen de lidstaten en derde landen te bevorderen; ».

Verantwoording

Dit amendement versterkt de oorspronkelijke tekst.

Nr. 54 VAN DE HEER DAEMS

Punt G/1

In de considerans een punt G/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« G/1. stelt vast dat het economisch herstel nog steeds gehinderd wordt door zwakheden in het bancaire systeem in haar geheel alsook in het bijzonder wat betreft de kredietverstrekking aan kleine en middelgrote ondernemingen en dat de bancaire Unie nog niet gerealiseerd is; ».

Verantwoording

Indiener meent dat het voorstel van resolutie aldus wordt versterkt. Herindustrialisering kan enkel plaatsvinden als het bancaire systeem gezond wordt gemaakt en door de nodige kredietverstrekking te voorzien voor de KMO's.

Nr. 55 VAN DE HEER DAEMS

Punt I/1

In de considerans een punt I/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« I/1. gelet op het recente « Trade and investment Barriers Report » van de Europese Commissie en de noodzaak om de strijd tegen protectionisme bij onze handelspartners op te drijven; ».

Verantwoording

De opname van het « Trade and Investment Barriers Report rapport » (6) is een belangrijke aanvulling op punt I om een correct evenwicht te hebben tussen de diverse aandachtspunten.

Nr. 56 VAN DE HEER DAEMS

Punt J/1

In de considerans een punt J/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« J/1. gelet op het Finale Rapport van de « High Level Working Group on Jobs and Growth » en gezien de potentiële jobcreatie ten gevolge van het sluiten van vrijhandelsakkoorden; ».

Verantwoording

België heeft een open economie die afhankelijk is van buitenlandse handel. Op grond van de analyse van de werkgroep die gezamenlijk werd voorgezeten door Europees commissaris voor Handel Karel De Gucht en de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Ron Kirk (7) volgde de gezamenlijke officiële aankondiging van de voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy en Amerikaans president Barack Obama, om te starten met onderhandelingen met het oog op een handelsakkoord, gecombineerd met een investeringspartnerschap tussen de EU en de VS.

Vrijhandelsakkoorden werken groei en jobcreatie in de hand en verbeteren de internationale concurrentiekracht.

Nr. 57 VAN DE HEER DAEMS

Punt L/1

In de considerans een punt L/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« L/1. gelet dat het Europese Innovatiebeleid te gefragmenteerd is en er nog te weinig sprake is van kennisoverdracht tussen de academische wereld en de bedrijfswereld en gezien er onvoldoende vooruitgang wordt geboekt inzake duurzame infrastructuurnetwerken en gezien veel bedrijfsleiders voorstander zijn van een gespecialiseerd EU-agentschap voor Innovatie; ».

Verantwoording

Vier op de vijf bedrijfsleiders vindt het Europese innovatiebeleid te gefragmenteerd.

Een meerderheid (74 %) gelooft dan ook dat er nood is aan een gespecialiseerd EU-agentschap voor innovatie. Onder de Belgische bedrijfsleiders is dat percentage zelfs 91 %.

Meer centralisering in het Europese innovatiebeleid is dan ook een van de vier concrete aanbevelingen die het rapport van E&Y formuleert.

De drie andere zijn : meer kennisoverdracht tussen de bedrijfswereld en de universiteiten, steunmaatregelen om de private sector als innovatieversneller uit te bouwen en prioriteit geven aan de uitbouw van een duurzaam infrastructuurnetwerk (8) .

Indiener wil zeker geen onrecht aandoen aan de conventies van de IAO, maar deze zijn hier niet op hun plaats. Wil men echt werk maken van een hernieuwd industriebeleid in de EU zal men eerder moeten inzetten op efficiënte innovatie. Bijgevolg worden de punten K. en L. vervangen.

Nr. 58 VAN DE HEER DAEMS

Punt M

Punt M van de considerans doen vervallen.

Verantwoording

Punt M vervalt gezien de « nationale » connotatie.

Nr. 59 VAN DE HEER DAEMS

Punt P

Punt P. van de considerans vervangen als volgt :

« P. overwegende dat het structureel nastreven van de vermindering van de overheidstekorten teneinde een toekomstige soevereine schuldencrisis te vermijden de basisvoorwaarde is voor het duurzaam behoud van ons sociaal model en het herstel van de binnenlandse consumptie en gelet dat er daarnaast behoefte is aan een Europees herindustrialiseringsbeleid dat niet ten koste gaat van de groei in de dienstensector; ».

Verantwoording

Punt P. behoeft een meer genuanceerde benadering.

Nr. 60 VAN DE HEER DAEMS

Punt Q

Punt Q van de considerans vervangen als volgt :

« Q. overwegende dat de bankencrisis en vervolgens de soevereine schuldencrisis structurele tekortkomingen aan het licht brachten wat betreft de regulering en het toezicht op de banken, de gebrekkige begrotingsdiscipline van diverse lidstaten en het ermee gepaard gaande gebrekkige concurrentievermogen in het bijzonder wat betreft de industrie en gelet een krachtdadig Europese economic governance noodzakelijk is om de economie duurzaam te herstellen. Een nieuw ambitieus industriebeleid zal beter bestuur en gecoördineerd optreden op EU-niveau vergen; ».

Verantwoording

Voorliggende punt Q. behoeft nuancering.

Nr. 61 VAN DE HEER DAEMS

Punt T

Punt T van de considerans vervangen als volgt :

« T. overwegende dat protectionisme wereldwijd in opmars is en gelet dat de strijd tegen protectionisme het wereldwijde BBP met 4,7 % zou doen toenemen; ».

Verantwoording

Indiener is het ermee eens dat protectionisme moet worden bekampt. Stellen dat de EU en haar lidstaten de kampioen zijn in de strijd tegen het protectionisme is onjuist.

Daar waar protectionisme tot voor kort vooral werd geassocieerd met landen buiten de EU, grijpen vandaag steeds meer EU landen terug naar protectionisme om hun bedrijven af te schermen van de concurrentie.

Dit ondermijnt de grondvesten van de EU en dat heeft een hoge prijs. Ook ons land ondervindt concreet de gevolgen op onze werkgelegenheid van dit nieuwe protectionisme. Zo raakte enkele maanden terug bekend dat een Herentalse bumperfabrikant de deuren zal moeten sluiten omdat één van zijn grootste cliënten zelf zijn bumpers zal produceren ten gevolge een wel zeer brute vorm van protectionisme. Het bedrijf kreeg van de Britse overheid subsidies voor de productie van een automodel in Groot-Brittannië op voorwaarde dat ook de onderdelen in Groot-Brittannië worden gefabriceerd.

De EU-landen gaven van 2008 tot en met 2011 1,6 biljoen euro (1,6 miljard euro × 1 000) uit aan staatssteun om de eigen productie te ondersteunen. Dit bedrag omhelst 13 % van het Europese Bruto Nationaal Product.

Recente vormen van protectionisme binnen de EU waren de staatssteun aan Peugeot in Frankrijk of de aanscherping van allerhande administratieve regels in de toeleveringsketen in diverse EU landen.

De strijd tegen het protectionisme kan een ongelooflijke economische groei teweegbrengen. Als alle landen in hun regelgeving half zo efficiënt zouden zijn als bijvoorbeeld Nederland, zou het wereldwijde BBP met $2600 mrd kunnen stijgen, zo becijferen Bain, de Wereldbank en het WEF. Dit komt neer op een mondiale groei-impuls van 4,7 % (9) .

Nr. 62 VAN DE HEER DAEMS

Punt W

Punt W van de considerans vervangen als volgt :

« W. overwegende dat België een ambitieus standpunt moet innemen over de noodzaak om te komen tot een daadwerkelijk Europees economisch beleid dat werk maakt van een globaal plan voor de herindustrialisering en de versteviging van de dienstensector en dit op een duurzame wijze en pleit voor een eerlijke handel. ».

Verantwoording

Alle sectoren en alle banen zijn belangrijk en er is geen reden om sectoren of industrietakken tegen elkaar uit te spelen. Geïsoleerde nationale waardeketens en industrieën zijn dan ook geen duurzame oplossingen.

Het volstaat niet om maar één onderdeel van de waardeketen (onderzoek en ontwikkeling, productie, enz.) concurrerender te maken. Er is een totaalbenadering nodig waarbij bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met concurrerende infrastructuur en de gevolgen van financiële regelgeving voor de toegang tot krediet.

Een nieuw ambitieus industriebeleid zal beter bestuur en gecoördineerd optreden op EU-niveau vergen, wil het succesvol zijn. België is het meest geglobaliseerde land ter wereld en het zou dus het grootste slachtoffer zijn mocht het protectionisme toenemen (10) .

Nr. 63 VAN DE HEER DAEMS

Punt 1

Punt 1. van het dispositief vervangen als volgt :

« 1. te pleiten voor de uitvoering van een Europees economisch herstelplan dat de modernisering en een duurzame re-industrialisering, hierbij inbegrepen de diensten die eraan verbonden zijn, van de Europese Unie mogelijk maakt door maatregelen te treffen die innovatie en O&O effectief ondersteunen met een beter evenwicht tussen het voorzorgsprincipe en het innovatieprincipe, een zekere toegang garanderen tot propere energie en grondstoffen aan competitieve prijzen, de beschikbaarheid van talent uitbreiden, de toegang tot financiering verbeteren en verder werken aan de noodzaak om het handelsverkeer tussen de lidstaten en derde landen te bevorderen; ».

Verantwoording

Dit amendement herneemt eerdere opmerkingen en bundelt ze. Tegelijkertijd legt het tevens de nadruk op de diensten die gekoppeld zijn aan de industrie en er meer en meer een geheel mee vormen. Zo stelde de heer Herbert op de hoorzittingen « qu'il ne pense pas qu'il faille faire une distinction artificielle entre l'industrie et les services. ». Beide pijlers zijn belangrijk en versterken elkaar.

Nr. 64 VAN DE HEER DAEMS

Punt 2/1

In het dispositief een punt 2/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« 2/1. te pleiten voor een gecoördineerd optreden op zowel het regionale, het nationale en het EU-niveau teneinde een daadwerkelijke invulling te geven aan een ambitieus industriebeleid. Hiertoe wordt in het bijzonder gepleit voor een gespecialiseerd EU-agentschap voor Innovatie. Verder moet er werk worden gemaakt van een betere kennisoverdracht tussen de academische wereld en de bedrijfswereld en er moet een concrete en daadwerkelijke vooruitgang worden geboekt inzake duurzame infrastructuurnetwerken; ».

Verantwoording

Vier op de vijf bedrijfsleiders vindt het Europese innovatiebeleid te gefragmenteerd.

Een meerderheid (74 %) gelooft dan ook dat er nood is aan een gespecialiseerd EU-agentschap voor innovatie. Onder de Belgische bedrijfsleiders is dat percentage zelfs 91 %. Meer centralisering in het Europese innovatiebeleid is dan ook een van de vier concrete aanbevelingen die het rapport van E&Y formuleert.

De drie andere zijn : meer kennisoverdracht tussen de bedrijfswereld en de universiteiten, steunmaatregelen om de private sector als innovatieversneller uit te bouwen en prioriteit geven aan de uitbouw van een duurzaam infrastructuurnetwerk (11) .

Nr. 65 VAN DE HEER DAEMS

Punt 3

In punt 3. van het dispositief het woord « nationale » doen vervallen.

Verantwoording

In punt 3 hoort het woord « nationale » niet thuis.

Nr. 66 VAN DE HEER DAEMS

Punt 4

Punt 4. van het dispositief vervangen als volgt :

« 4. te pleiten voor mechanismen ter bestrijding van dumping. Die dumping verzwakt de binnenlandse consumptie, zet aan tot de delokalisatie van ondernemingen en plaatst die ondernemingen in een situatie van oneerlijke concurrentie; ».

Verantwoording

Punt 4 wordt genuanceerd.

Nr. 67 VAN DE HEER DAEMS

Punt 5

Punt 5. van het dispositief vervangen als volgt :

« 5. het verzoek te steunen van het Europees Parlement aan de Europese Commissie, dat is opgenomen in het verslag Caspary van 27 september 2011 om systematisch in alle vrijhandelsakkoorden waarover ze met derde Staten onderhandelt, een reeks sociale en milieugerelateerde normen op te nemen en tevens het belang te benadrukken van de vrijhandelsakkoorden voor de herindustrialisering; ».

Rik DAEMS.

Nr. 68 VAN MEVROUW MATZ

Punt J/1

In de considerans, een punt J/1 (nieuw) invoegen, luidende :

« J/1. overwegende dat de EU onderhandelingen heeft aangevat over een vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten wat tot mogelijk gevolg kan hebben dat het sociaal, milieu-, en gezondheidsmodel in Europa verandert waardoor de industriële capaciteit van Europa en de kwaliteit van de Europese reglementaire normen en standaarden aangetast worden; ».

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 72.

Nr. 69 VAN MEVROUW MATZ

Punt 9

In het dispositief, een punt 9 (nieuw) toevoegen, luidende :

« 9. bij elke fase van de onderhandeling van het TIPP, zich tot het Federaal Parlement te wenden zodat de nodige transparantie over de draagwijdte van de door de Commissie voorgestelde concessies voortdurend gewaarborgd is, elke keer het Federaal Planbureau een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie te laten maken van de te verwachten resultaten en om het advies van het Parlement te vragen vóór het eindresultaat wordt goedgekeurd; ».

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 72.

Nr. 70 VAN MEVROUW MATZ

Punten Q/1 en Q/2

In de considerans, de punten Q1 en Q2 (nieuw), invoegen, luidende

« Q/1. overwegende dat de herindustrialisering van Europa niet alleen verloopt via maatregelen om het niet-prijsgebonden concurrentievermogen van het Europese aanbod te versterken maar ook via maatregelen om de consumptie van de gezinnen te herstellen, wat nu belemmerd wordt door het gewicht van de overheidsschuld aangezien het verminderen van de overheidsschuld voor deflatie zorgt in de Europese economie;

Q/2. overwegende dat de Europese rentevoeten kunnen stijgen door de reeds door de FED genomen maatregelen om het additioneel aanbod aan liquiditeiten in te krimpen, waardoor de overheidsschuld in Europa duurder zou worden, in hoge of mindere mate naar gelang van het antwoord dat de ECB zal geven op het Amerikaans monetair beleid; ».

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 72.

Nr. 71 VAN MEVROUW MATZ

Punt 10

In het dispositief, een punt 10 (nieuw) toevoegen, luidende :

« 10. op initiatief van de eerste minister, voorstellen tot actie voor te leggen aan de Europese Raad om een manier te vinden om de schuld die hoger is dan 60 % van het bbp, te verdelen zodat de kosten ervan voor de belastingbetalers verminderen en dus de belastingheffing voor de dienst van de Rijksschuld. ».

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 72.

Nr. 72 VAN MEVROUW MATZ

Punt 6

Punt 6 van het dispositief vervangen als volgt :

« 6. te kiezen voor een sociaal en milieugerelateerd sluismechanisme om alle vormen van dumping te bestrijden binnen en buiten de EU;

— de invoering van taksen en premies te verdedigen op basis van het al dan niet naleven van de normen die de productieprocessen waarborgen die zijn vastgesteld door een onafhankelijke internationale instelling die de productieprocessen van de ondernemingen certificeert op basis van milieu-, sociale en gezondheidscriteria die in internationale conventies zijn vastgelegd; ».

Verantwoording

Om sociale en milieudumping tegen te gaan, moeten de verschillende landen en ondernemingen aangemoedigd worden om de productieprocessen algemeen te verbeteren vanuit een optiek van een algemene en duurzame menselijke ontwikkeling.

Daarom moeten er incentives worden ingevoerd die ondernemingen aanmoedigen om beter te presteren waarbij zij zowel sociale, milieu- als economische overwegingen integreren in hun activiteiten : enerzijds door burger- en politieke rechten te waarborgen (vrijheid van meningsuiting, recht op leven en vrijheid, gelijkheid) en anderzijds economische, sociale en culturele rechten te waarborgen (recht op voedsel en onderwijs, recht op sociale bescherming, recht op de best mogelijke gezondheidszorg, ...).

In een macro-economisch en financieel kader dat aangepast moet zijn aan de ontwikkeling van onze industrie en om sociale en milieudumping op Europees niveau te bestrijden, zou de Europese Unie moeten pleiten voor de invoering van een fiscaal sluismechanisme voor producten die de internationale milieu-, gezondheids- en sociale normen niet naleven.

Een internationale instelling die met de WHO verbonden is, zou de productieprocessen van de ondernemingen waarborgen op basis van, meer bepaald, de verschillende internationale milieunormen (Kyoto, Kopenhagen ...), sociale normen (Core Labour Standards van de IAO) en gezondheidsnormen (REACH-richtlijnen, ...). Dat tarifair sluismechanisme zou in twee richtingen werken, via premies en taksen die vastgesteld zijn door die instelling. Een aantal andere begrippen waarmee ook rekening zou worden gehouden, zijn : de naleving van de mensenrechten, de belangen van de klant en de consument waarborgen, sociale verantwoordelijkheid van de leveranciers en onderaannemers aanmoedigen, corruptie bestrijden, het milieu beschermen, gezonde concurrentieregels naleven.

Die instelling zou de inkomsten of taksen uit die sluizen innen en de premies financieren, als een compensatiefonds. Het niveau van de sluizen zal overigens nauwkeurig worden vastgesteld om het financieel evenwicht van het fonds te waarborgen.

De invoering van sociale en milieusluizen zou aldus de voorwaarden creëren om een eerlijke handel te herstellen via douanerechten op producten die niet aan de internationale normen voldoen. Zo kan men bouwen aan een verantwoorde mondialisering. Met dit systeem voorkomt men oneerlijke concurrentie voor producten op ons grondgebied waarbij internationale sociale, milieu- en gezondheidsnormen worden gewaarborgd.

Vanessa MATZ.

(1) http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/Moving_Europe_forward-_Innovating_for_a_prosperous_future/$FILE/Moving_Europe_forward_AU1571_April_2013.pdf

(2) http://www.europa-nu.nl/id/vj7xgq3uf0y1/nieuws/eu_rapporten_tonen_progressie_aan_bij ?ctx=vg9pijs4vzzn.

(3) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2013/march/tradoc_150742.pdf.

(4) http://fd.nl/entrepreneur/wereldveroveraars/353889-1302/protectionisme-neemt-laatste-tijd-wereldwijd-flink-toe.

(5) http://globalization.kof.ethz.ch/.

(6) http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2013/march/tradoc_150742.pdf.

(7) http://ec.europa.eu/enterprise/policies/international/cooperating-governments/usa/jobs-growth/index_en.htm.

(8) http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/Moving_Europe_forward-_Innovating_for_a_prosperous_future/$FILE/Moving_Europe_forward_AU1571_April_2013.pdf.

(9) http://fd.nl/entrepreneur/wereldveroveraars/353889-1302/protectionisme-neemt-laatste-tijd-wereldwijd-flink-toe.

(10) http://globalization.kof.ethz.ch/

(11) http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/Moving_Europe_forward-_Innovating_for_a_prosperous_future/$FILE/Moving_Europe_forward_AU1571_April_2013.pdf.