5-2212/3 | 5-2212/3 |
23 OKTOBER 2013
Nr. 24 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 1/1 (nieuw)
Een artikel 1/1 invoegen, luidende :
« Art 1/1. — Artikel 58 van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt : « Art. 58. Dit wetboek regelt de organisatie van de rechtbanken van eerste aanleg, die bestaat uit de afdelingen vredegerechten, politierechtbank, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel, en de organisatie van de hoven van beroep, de hoven van assisen en van het Hof van Cassatie. ». »
Verantwoording
Een zeer belangrijk onderdeel van de structurele reorganisatie van het gerechtelijk landschap is de invoering van de eenheidsrechtbank en daarmee samenhangend, een eenheidsparket. Dat wil zeggen dat in elk arrondissement zowel de rechtbank van eerste aanleg (met zijn burgerlijke kamer, strafkamer, fiscale kamer, jeugdkamer en strafuitvoeringskamer), de rechtbank van koophandel, de arbeidsrechtbanken, de vredegerechten en de politierechtbanken als één eerstelijnsrechtbank georganiseerd worden, onder leiding van 1 korpschef-manager die het geheel moet aansturen.
Zo'n eenheidsrechtbank biedt tal van voordelen :
— In de eerste plaats om het grote aantal bazen terug te dringen. Een eenheidsrechtbank zou de organisatie ook veel eenvoudiger en transparanter maken, niet in het minst voor de rechtzoekende.
— Ook de bevoegdheidsconflicten worden in zo'n eenheidsrechtbank maximaal beperkt en de werklast kan beter gespreid worden tussen de magistraten.
— Bovendien zal een eenheidsrechtbank ook toelaten dat magistraten zich beter en meer kunnen specialiseren in bepaalde materies, wat het niveau van de rechtspraak dan weer ten goede zou komen. De nieuw op te richten familie-en jeugdrechtbank is hier een voorbeeld van.
— En dan hebben we nog niet gewezen op de grotere flexibiliteit en mobiliteit die zo één grote eenheidsrechtbank zou genereren.
Een eenheidsrechtbank hoeft zich trouwens niet te beperken tot de rechtbank van eerste aanleg. Ook op het niveau van het hof van beroep moest die keuze gemaakt worden : het Arbeidshof wordt dus in het hof van beroep geïntegreerd dat een « éénheidshof » wordt.
In dit amendement en volgende wordt aan deze eenheidsrechtbank gevolg gegeven.
Nr. 25 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/1 (nieuw)
Een artikel 2/1 invoegen, luidende :
« Art 2/1 (nieuw). — In Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek een subtitel 1 invoegen, luidende « Subtitel 1. Rechtbank van eerste aanleg », die de hoofdstukken I en II omvat. »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit het vorige amendement.
Nr. 26 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/2 (nieuw)
Een artikel 2/2 invoegen, luidende :
« Art 2/2 (nieuw). — Onder Subtitel 1 een nieuw artikel 58quater invoegen, luidende :
« Art 58quater. — § 1. Er is in ieder gerechtelijk arrondissement een rechtbank van eerste aanleg,
§ 2. De rechtbank van eerste aanleg bestaat uit verschillende afdelingen : vredegerecht, politierechtbank, burgerlijke rechtbank, familie-en jeugdrechtbank, correctionele rechtbank, rechtbank van koophandel, arbeidsrechtbank en, bij de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd, de strafuitvoeringsrechtbank.
§ 3. Elke afdeling bestaat uit een of meerdere kamers, ». »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen.
Nr. 27 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/3 (nieuw)
Een artikel 2/3 invoegen, luidende :
« Art 2/3. — Onder Subtitel 1 wordt een artikel 58quinquies ingevoegd, luidende :
« Art 58quinquies. — § 1. De rechtbank van eerste aanleg bestaat uit een voorzitter van de rechtbank, uit de ondervoorzitters van de afdelingen, uit rechters en assessoren in handelszaken, arbeidszaken en strafuitvoeringszaken.
§ 2. Wanneer een rechter in de rechtbank van eerste aanleg wettig verhinderd is of wanneer zijn ambt openstaat, kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bij beschikking een andere, werkende of plaatsvervangende rechter in de rechtbank van eerste aanleg, opdragen er tijdelijk zijn ambt te vervullen samen met dat waarvan hij titularis is. De beschikking wordt gegeven op vordering of op advies van de procureur des Konings.
De opdracht eindigt wanneer de reden ervan vervalt; voor zaken waarover de debatten aan gang zijn of die in beraad zijn, blijft de opdracht gelden tot aan het vonnis. ». »
Verantwoording
Dit artikel bepaalt de samenstelling van de eenheidsrechtbank en bepaalt de regels voor het aanstellen van een andere (werkende of plaatsvervangende) rechter in geval van wettige verhindering.
Nr. 28 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/4 (nieuw)
Een artikel 2/4 invoegen, luidende :
« Art 2/4 (nieuw). — Onder Subtitel 1 wordt een nieuw artikel 58sexies ingevoegd, luidende :
« Art 58sexies. — § 1. De zittingen worden gehouden ten zetel of op de zittingsplaatsen. Het aantal, de dagen en de duur van de gewone zittingen worden door de voorzitter vastgelegd, op advies van de afdelingsvoorzitters, van de procureur des Konings en van de stafhouder van de Orde van Advocaten.
§ 2. Deze vaststelling belet niet dat de rechter, op andere dagen buitengewone zittingen houdt, zelfs op zon-en feestdagen, zowel 's voormiddags als 's namiddags, indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen.
§ 3. In geval van overmacht kan de voorzitter, op advies van de procureur des Konings, de zittingsplaats tijdelijk verplaatsen naar een andere. ». »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen. Het bepaalt voor de eenheidsrechtbank de regeling van de dienst.
Nr. 29 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/5 (nieuw)
Een artikel 2/5 invoegen, luidende :
« Art 2/5 (nieuw). — Onder Subtitel 1 wordt een nieuw artikel 58septies ingevoegd, luidende :
« Art 58septies. — Binnen een afdeling berust de verantwoordelijkheid voor en de verdeling van de dienst bij de ondervoorzitter van de afdeling. De moeilijkheden worden door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg beslecht op advies van de procureur des Konings. ». »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen. Dit amendement bepaalt de taakverdeling en hiërarchische verhouding tussen de ondervoorzitters en de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg binnen de eenheidsrechtbank.
Nr. 30 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/6 (nieuw)
Een artikel 2/6 invoegen, luidende :
« Art 2/6. — Onder Subtitel 1 wordt een nieuw artikel 58octies ingevoegd, luidende :
« Art 58octies. — Het aantal rechters bij de rechtbank van eerste aanleg wordt bepaald overeenkomstig de behoeften van de dienst en de beheersovereenkomst. Deze behoeften moeten blijken uit een globale evaluatie van de werking van de rechtbank, door middel van een objectieve werklastmeting.
De Koning bepaalt de regels met betrekking tot deze evaluatie. ». »
Verantwoording
Dit amendement bepaalt hoe het aantal rechters dient te worden vastgesteld in de nieuwe eenheidsrechtbank.
Nr. 31 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 2/7 (nieuw)
Een artikel 2/7 invoegen, luidende :
« Art 2/7 (nieuw). — Hoofdstuk I van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk I. Afdelingen vredegerecht en politierechtbank ». »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen, waardoor een nieuwe indeling in het Gerechtelijk Wetboek nodig is.
Nr. 32 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 3
Het voorgestelde eerste lid vervangen door wat volgt :
« Elke rechtbank van eerste aanleg bevat een afdeling « vredegerecht ». Er is een zittingsplaats van het vredegerecht in ieder gerechtelijk kanton zoals vastgelegd in artikel 1 van het bijvoegsel bij dit Wetboek. »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen.
Nr. 33 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 4
In het voorgestelde artikel 60, derde lid, de laatste zin aanvullen met de woorden « , evenals in de politierechtbank te Leuven. » »
Verantwoording
Met het oog op een betere mobiliteit is er geen reden waarom de rechters in de Nederlandstalige politierechtbanken van Brussel, Halle en Vilvoorde niet ook in de politierechtbank van Leuven zouden benoemd worden. Dit vermijdt een verschil in behandeling met de Nederlandstalige politierechters in andere gerechtelijke arrondissementen.
Nr. 34 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 5
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 5. — Artikel 64 van hetzelfde wetboek wordt opgeheven. »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen, die de eenheidsrechtbank oprichten.
Nr. 35 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 6
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 6. — Artikel 65 van hetzelfde wetboek wordt opgeheven. »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de vorige amendementen, die de eenheidsrechtbank oprichten.
Nr. 36 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 13
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 13. — Ingeval een vrederechter en zijn plaatsvervangers wettig verhinderd zijn, verwijst de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg de partijen naar een vrederechter van hetzelfde arrondissement. Het vonnis van verwijzing wordt uitgesproken op verzoek van de meest gerede partij. De partijen tegenwoordig zijnde of bij gerechtsbrief behoorlijk opgeroepen door de griffie, en de procureur des Konings worden gehoord.
Tegen dit vonnis staat geen verzet of hoger beroep open. ». »
Verantwoording
Dit amendement past het huidige artikel 72 aan voorgaande amendementen aan.
Nr. 37 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 15/1 (nieuw)
Een artikel 15/1 invoegen, luidende :
« Art 15/1. — Hoofdstuk II van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt« Hoofdstuk II. Afdelingen arrondissementsrechtbank, burgerlijke rechtbank, familie-en jeugdrechtbank, correctionele rechtbank, rechtbank van koophandel, arbeidsrechtbank en strafuitvoeringsrechtbank ».
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de amendementen tot oprichting van de eenheidsrechtbank.
Nr. 38 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 16
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 16. — Artikel 73 van hetzelfde wetboek wordt opgeheven. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die een eenheidsrechtbank oprichten.
Nr. 39 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 17
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 17. — Artikel 74 van hetzelfde wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« In ieder arrondissement is er een arrondissementsrechtbank die bestaat uit de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de voorzitters van de afdeling arbeidsrechtbank en de afdeling rechtbank van koophandel of een door hen aangewezen rechter. ». »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de amendementen tot oprichting van de eenheidsrechtbank.
Nr. 40 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 17/1 (nieuw)
Een artikel 17/1 invoegen, luidende :
« Art 17/1. — Artikel 75 van hetzelfde wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 75. — De arrondissementsrechtbank wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. ». »
Verantwoording
Dit volgt logischerwijs uit de amendementen tot oprichting van de eenheidsrechtbank.
Nr. 41 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 17/2 (nieuw)
Een artikel 17/2 invoegen, luidende :
« Art 17/2. — Afdeling 3 van Titel 1 van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt : « Afdeling 3, Verdere bepalingen ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Nr. 42 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 18
Dit artikel vervangen door wat volgt : « Art. 18. In artikel 76 van hetzelfde wetboek worden het eerste en tweede lid weggelaten. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die een eenheidsrechtbank oprichten.
Nr. 43 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 19
Dit artikel opheffen.
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen.
Nr. 44 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 20/1 (nieuw)
Een artikel 20/1 invoegen, luidende :
« Art 20/1 (nieuw). — Afdeling 4 van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt« Afdeling 4. Afdeling arbeidsrechtbank ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Nr. 45 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 21/1 (nieuw)
Een artikel 21/1 invoegen, luidende :
« Art 21/1. — Afdeling 5 van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt : « Afdeling 5. Afdeling rechtbank van koophandel ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Nr. 46 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 22/1 (nieuw)
Een artikel 22/1 invoegen, luidende :
« Art 22/1. — In artikel 86 van hetzelfde wetboek worden de woorden « , de arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel » weggelaten. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Nr. 47 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 25/1 (nieuw)
Een artikel 25/1 invoegen, luidende :
« Art 25/1. — In artikel 89 van hetzelfde wetboek worden de woorden « , van de arbeidsrechtbank of van de rechtbank van koophandel, » weggelaten. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die een eenheidsrechtbank oprichten.
Nr. 48 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 34/1 (nieuw)
Een artikel 34/1 invoegen, luidende :
« Art 34/1. — Hoofdstuk III van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt subtitel 2 met als opschrift « Subtitel 2, hof van beroep ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Nr. 49 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 34/2 (nieuw)
Een artikel 34/2 invoegen, luidende :
« Art. 34/2. — In artikel 101 van hetzelfde Wetboek wordt het eerste lid vervangen als volgt :
« Er zijn in het hof van beroep kamers voor burgerlijke zaken, kamers voor correctionele zaken, jeugdkamers en arbeidskamers. ». »
Verantwoording
Naar analogie met de eenheidsrechtbank op eerste aanleg voorziet dit wetsvoorstel in de oprichting van een eenheidshof.
Nr. 50 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 35/1 (nieuw)
Een artikel 35/1 invoegen, luidende :
« Art. 35/1. — Afdeling 2 van Hoofdstuk III van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt « Afdeling 2 Arbeidskamer ».
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit het amendement tot oprichting van een eenheidshof.
Nr. 51 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 35/2 (nieuw)
Een artikel 35/2 invoegen, luidende :
« Art. 35/2. — Artikel 103 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« De arbeidskamer bestaat uit een kamervoorzitter, onderkamervoorzitters, raadsheren in de arbeidskamer en raadsheren in sociale zaken.
Er zijn plaatsvervangende raadsheren in sociale zaken, benoemd om tijdelijk de verhinderde raadsheren in sociale zaken te vervangen. ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit het amendement tot oprichting van een eenheidshof.
Nr. 52 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 35/3 (nieuw)
Een artikel 35/3 invoegen, luidende :
« Art. 35/3. — In artikel 104 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « arbeidshof » telkens vervangen door de woorden « arbeldskamer ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit het amendement tot oprichting van een eenheidshof.
Nr. 53 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 35/4 (nieuw)
Een artikel 35/4 invoegen, luidende :
« Art. 35/4. — In artikel 105 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « en in ieder arbeidshof » weggelaten. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit het amendement tot oprichting van een eenheidshof.
Nr. 54 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 35/5 (nieuw)
Een artikel 35/5 invoegen, luidende :
« Art. 35/5. — In artikel 106 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1) In het eerste lid worden de woorden « en dat van het arbeidshof » weggelaten en worden de woorden « Het advies van de eerste voorzitter van het arbeidshof » vervangen door de woorden « Het advies van de voorzitter van de arbeidskamer ».
2) In het derde lid worden de woorden « en van het arbeidshof » weggelaten.
3) In het vierde lid worden de woorden « en van het arbeidshof » weggelaten. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit het amendement tot oprichting van een eenheidshof.
Nr. 55 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 35/6 (nieuw)
Een artikel 35/6 invoegen, luidende :
« Art. 35/6. — In artikel 107 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « of van het arbeidshof, naar gelang van het geval, » weggelaten. »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit het amendement tot oprichting van een eenheidshof.
Nr. 56 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 36/1 (nieuw)
Een artikel 36/1 invoegen, luidende :
« Art 36/1. — Hoofdstuk IV van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt subtitel 3, met als opschrift « Subtitel 3. Hof van assisen ». »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Nr. 57 VAN MEVROUW STEVENS EN DE HEER VANLOUWE
Art. 37/1 (nieuw)
Een artikel 37/1 invoegen, luidende :
« Art 37/1. — Hoofdstuk V van Titel I van Boek I van het Tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt subtitel 4, met als opschrift « Subtitel 4. Hof van cassatie », »
Verantwoording
Dit amendement volgt logischerwijs uit de voorgaande amendementen die de indeling van het Gerechtelijk Wetboek aanpassen.
Helga STEVENS. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 58 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 32
Het voorgestelde artikel 100, § 2, derde lid vervangen door wat volgt :
« De instemming van de aangewezen magistraat is vereist. »
Verantwoording
Door de uitbreiding van de arrondissementen hebben de korpschefs voldoende bewegingsvrijheid en voldoende rechters en substituten tot hun beschikking onder de magistraten die tot het uitgebreide arrondissement behoren. De mobiliteit tussen verschillende uitgebreide arrondissementen van eenzelfde rechtsgebied van het hof van beroep kan belangrijke professionele, persoonlijke of familiale gevolgen hebben, in die mate dat een instemming van de betrokkene een vereiste dient te zijn.
Nr. 59 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 39
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Het voorgesteld artikel 39 vult artikel 150 van het Gerechtelijk Wetboek aan, waardoor het gerechtelijk arrondissement Henegouwen twee procureurs des Konings krijgt, in plaats van één. Deze beslissing wordt door de minister van Justitie verantwoord door het feit dat er « in Henegouwen maar één arrondissement is in het ressort. Charleroi is geen eigen arrondissement, maar een onderdeel van het gerechtelijk arrondissement Henegouwen. Het wordt een aparte zetel binnen het arrondissement, dat twee zetels zal tellen, Bergen en Charleroi, en elke zetel zal zijn eigen procureur hebben die bevoegd is voor dat subarrondissement » (Mondelinge vraag van Bart Laeremans, Handelingen 5-59, 10 mei 2012).
De indiener vindt deze « verantwoording » voor de speciale regeling alles behalve ernstig. In de provincie Antwerpen krijgt men slechts één procureur toebedeeld, terwijl Antwerpen met 1,8 miljoen inwoners veel groter is dan Henegouwen (1,3 miljoen). Toch krijgt Henegouwen twee procureurs. De indiener ziet hierin zoveelste bewijs dat de Franstaligen worden bevoordeeld. Dit artikel, dat twee procureurs voorziet voor Henegouwen, wenst de indiener dan ook te schrappen. Hiermee zit hij trouwens op een en dezelfde lijn met het advies van de Raad van State, dat eveneens stelt slechts één procureur te voorzien voor Henegouwen.
Advies van de Raad van State 53.000/AV/3 (stuk Kamer 53-2858/001) : « De regeling komt er in essentie op neer dat binnen het gerechtelijk arrondissement Henegouwen twee parketten worden opgericht. Aangezien hierdoor aan de burgers van dat arrondissement de voordelen van de schaalvergroting worden ontnomen of ze althans worden afgezwakt, dient ervoor een voldoende verantwoording te bestaan die de toets aan het grondwettelijke beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie kan doorstaan. »
« Ook het gegeven dat het gerechtelijk arrondissement van de provincie Henegouwen qua inwonersaantal tot de grootste arrondissementen behoort, kan de instelling van twee parketten niet verantwoorden nu geenszins wordt aangevoerd dat het arrondissement te groot zou zijn voor een efficiënte uitoefening van de taken van het openbaar ministerie en er overigens arrondissementen bestaan met een nog groter inwonersaantal (het gerechtelijk arrondissement Antwerpen) of met een redelijk vergelijkbaar inwonersaantal (het gerechtelijk arrondissement Oost-Vlaanderen). »
Tenzij alsnog een meer pertinente verantwoording zou kunnen worden gegeven, dient het ontworpen artikel 150, § 4, uit het ontwerp te worden weggelaten ».
Nr. 60 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 108
In het voorgestelde artikel 4, de volgende wijzigingen aanbrengen :
a) punt 4 vervangen door wat volgt :
« 4. De twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst vormen een gerechtelijk arrondissement.
De zetel van de arrondissementsrechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbanken en van de rechtbanken van koophandel is gevestigd te Brussel. De rechtbanken hebben rechtsmacht over het arrondissement Brussel »;
b) punt 5 vervangen door wat volgt :
« 5. De kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, Vilvoorde, Aarschot, Diest, Haacht, Landen-Zoutleeuw, de drie kantons van Leuven en het kanton Tienen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel met zetel te Leuven hebben rechtsmacht over het arrondissement Vlaams-Brabant. ».
Verantwoording
De hervorming in 2012 van het gerechtelijk arrondissement, waarbij de rechtbanken werden ontdubbeld en niet verticaal gesplitst heeft catastrofale gevolgen voor de rechtsbedeling van de Nederlandstaligen in Brussel en zal voor een verdere verfransing zorgen van Halle-Vilvoorde.
Dit amendement beoogt de opdeling van het gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Vlaams-Brabant en een gerechtelijk arrondissement Brussel dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Aangezien de provinciale organisatie een van de basisdoelstellingen is van het ontwerp, begrijpt de indiener niet waarom het ontwerp Halle-Vilvoorde handhaaft als een onderdeel van het arrondissement Brussel. Daarnaast wordt Leuven als een afzonderlijke gerechtelijk arrondissement aanzien. Deze regeling is voor zowel Halle-Vilvoorde als voor Leuven zeer nadelig. Dit amendement voorziet bijgevolg dat de kantons van Vlaams-Brabant één gerechtelijk, provinciaal arrondissement vormen.
Nr. 61 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 108/1 (nieuw)
Een artikel 108/1 invoegen, luidende :
« Art. 108/1. Artikel 5 van hetzelfde bijvoegsel wordt vervangen door wat volgt : « Art. 5. Er is een hof van beroep :
1º te Antwerpen, waarvan het rechtsgebied de provincie Antwerpen omvat;
2º te Brussel, waarvan het rechtsgebied het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omvat; dit hof wordt onderverdeeld in een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling;
3º te Gent, waarvan het rechtsgebied de provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen omvat;
4º te Leuven, waarvan het rechtsgebied de provincies Vlaams-Brabant en Limburg omvat;
5º te Luik, waarvan het rechtsgebied de provincies Luik, Namen en Luxemburg omvat;
6º te Bergen, waarvan het rechtsgebied de provincies Henegouwen en Waals-Brabant omvat. ». ».
Verantwoording
Er wordt met dit amendement een bijkomend hof van beroep gecreëerd, met name het hof van beroep van Leuven. Dat is bevoegd voor de gehele provincie Vlaams-Brabant en voor de provincie Limburg. De bevoegdheid van het hof van beroep van Antwerpen wordt dus beperkt tot het grondgebied van de provincie Antwerpen. Waals-Brabant verhuist naar Bergen. Het hof van beroep van Brussel is voortaan enkel nog bevoegd voor het grondgebied van het Hoofdstedelijk Gewest.
Nr. 62 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 122
Het artikel aanvullen met een 7º, luidende :
« 7º paragraaf 4quater wordt vervangen door wat volgt :
« § 4quater. In het gerechtelijk arrondissement Brussel moeten de opeenvolgende procureurs des Konings, luidens hun diploma, behoren tot een verschillend taalstelsel.
In het gerechtelijk arrondissement Brussel moeten de opeenvolgende arbeidsauditoren, luidens hun diploma, behoren tot een verschillend taalstelsel. ». ».
Verantwoording
De uitdrukkelijke bepaling dat de procureur des Konings van Brussel en arbeidsauditeur tot de « Franse taalrol » behoren en zijn adjunct tot de Nederlandse is niet alleen een breuk met de beurtrol-traditie. Veel erger is dat de Vlamingen hiermee op justitieel vlak definitief in een ondergeschikte rol worden geduwd : iemand met een Nederlandstalig diploma kan hierdoor nooit meer opklimmen tot het hoogste ambt. Dit is een aanfluiting van het tweetalig karakter van Brussel en van de gelijkwaardigheid van Nederlands- en Franstaligen in de hoofdstad.
Vermits deze discriminatie van Nederlandstalige parketmagistraten gewoon niet objectief kan verantwoord worden, dient deze vernederende willekeur geschrapt te worden en de oude, meer objectieve bepaling dient hersteld te worden : de opeenvolgende procureurs des Konings en arbeidsauditoren moeten tot een verschillend taalstelsel behoren. Overigens is de rol van een adjunct-procureur des Konings (en adjunct- arbeidsauditeur) overbodig aangezien de indiener van dit amendement een volledige, verticale splitsing van het huidige Brusselse parket wenst.
Nr. 63 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 122
Dit artikel aanvullen met een 8º, luidende :
« 8º Paragraaf 5, zesde lid wordt vervangen door wat volgt :
« De Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg komen overeen met respectievelijk 33 % en 66 % van de bestaande kaders op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten;
De Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de rechtbank van koophandel komen overeen met respectievelijk 40 % en 60 % van de bestaande kaders op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten.
Dezelfde kaders zijn van toepassing op de griffiers, op het personeel van de griffies en op het andere gerechtelijk personeel. Voor het personeel van de griffies en het ander gerechtelijk personeel stelt de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het organiek kader vast. ». ».
Verantwoording
De door de hervorming van het gerechtelijk arrondissement uitgewerkte 20/80 verhouding is allerminst gebaseerd op objectieve gronden en is uiterst nadelig voor de Vlamingen. Het werkvolume van 30 tot 33 % Nederlandstalige dossiers versus 66 tot 70 % Franstalige dossiers komt overeen met de vorige wettelijke regeling dat minimum één derde van de magistraten Nederlandstalig moet zijn. Vlaamse magistraten en advocaten hebben meermaals en terecht gewaarschuwd dat de inkrimping van het aantal Nederlandstaligen van 1/3 naar 1/5 zal leiden tot regelrechte chaos in de Nederlandstalige rechtbanken.
Deze regeling is willekeurig, discriminatoir en vernederend. De Raad van State was over de 20/80-regeling vlijmscherp : « De toelichting bij het wetsvoorstel bevat geen inlichtingen over de wijze waarop deze verdeelsleutels zijn vastgelegd. Indien het wetsvoorstel de gerechtelijke achterstand beoogt te bestrijden, moeten de wetgevende kamers kunnen aantonen dat de gekozen percentages in een redelijk verband staan met de nagestreefde doelstelling. In dit verband wordt gewezen op de eventuele aansprakelijkheid van de wetgevende macht ingeval de « redelijke termijn » wordt overschreden. »
De indieners van dit amendement leggen de Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg vast op grond van de huidige, reële werklast, zijnde respectievelijk 33 en 66 %.
Nr. 64 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 122
Het artikel aanvullen met een 9º en een 10º, luidende :
« 9º. paragraaf 5bis wordt vervangen door wat volgt :
« § 5bis. Het aantal van de substituten van Halle-Vilvoorde komt overeen met 20 % van het kader van het parket van Brussel op de datum waarop deze bepaling in werking treedt. Het parket van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde is samengesteld uit substituten die tot de Nederlandse taalrol behoren. ».
10º paragraaf 5quater wordt vervangen door wat volgt :
« § 5quater. Het aantal van de substituten van Halle-Vilvoorde komt overeen met 20 % van het personeelsbestand van het kader van het auditoraat van Brussel op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling. Het auditoraat van Halle-Vilvoorde is samengesteld uit substituten die tot de Nederlandse taalrol behoren. ». ».
Verantwoording
Dat het parket bij de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel werd gesplitst is op zich een goede zaak, maar daarbij werd het parket en het auditoraat van Halle-Vilvoorde wel geïnfecteerd met de aanwezigheid van Franstalige magistraten. In de praktijk hebben we dus een Franstalige afdeling binnen het Nederlandstalig parket van Halle-Vilvoorde, die rechtstreeks wordt gestuurd vanuit Brussel. De gedetacheerde Franstalige magistraten staan immers onder het hiërarchisch gezag van de procureur des Konings te Brussel. Bovendien moet nog altijd een derde van de Nederlandstalige magistraten van het parket van Halle-Vilvoorde tweetalig zijn.
De detacheringsregel bemoeilijkt een eenvormig veiligheidsbeleid in Halle-Vilvoorde, druist in tegen het territorialiteitsbeginsel en miskent het Nederlandstalig karakter van Halle-Vilvoorde en wordt daarom opgeheven.
Nr. 65 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 134/1 (nieuw)
Een hoofdstuk 12/1 invoegen met als opschrift « Beroep », dat een artikel 134/1 bevat:
« Hoofdstuk 12/1 — Beroep
Art. 134/1. Indien de opgelegde mobiliteitsmaatregel kennelijk onredelijke wijzigingen teweegbrengt in de persoonlijke situatie van de betrokkene, kan deze hiertegen beroep aantekenen bij de tuchtrechtbank. ».
Verantwoording
Het ontwerp van wet tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, gestemd in de Senaat voorziet reeds dat de magistraat die een als ordemaatregel verhulde tuchtmaatregel betwist die ten aanzien van hem is genomen door een korpschef, een beroep kan instellen tegen deze beslissing bij de tuchtrechtbank binnen dertig dagen na de kennisgeving van deze beslissing door de korpschef.
Een mobiliteitsmaatregel kan ingegeven zijn als een verhulde tuchtmaatregel en kan dus worden betwist bij de tuchtrechtbank.
De indiener van dit amendement is van oordeel dat een mobiliteitsmaatregel die bij de betrokkene onredelijke wijzigingen teweegbrengt in zijn persoonlijke situatie ook aanleiding moet kunnen geven tot een beroep bij de tuchtrechtbank.
Bart LAEREMANS. |
Nr. 66 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 7
In het voorgestelde artikel 65bis de woorden « Met uitzondering van de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen » vervangen door de woorden « Met uitzondering van het gerechtelijk arrondissement Eupen ».
Verantwoording
Dit amendement wil gevolg geven aan het advies van het Koninklijk Verbond van Vrederechters en Politierechters :
« Er is geen redelijke verantwoording voor het plan om de Brusselse nabijheidsrechters, in tegenstelling tot hun collega's in de andere arrondissementen, geen eigen voorzitter toe te kennen en de voorzitterstaken te laten uitoefenen door de voorzitters van de twee Brusselse rechtbanken van eerste aanleg.
Het in het ontwerp op p. 24 aangehaalde bezwaar tegen de benoeming van eigen voorzitters, erin bestaande dat voor de niet-ontdubbelde Brusselse vrederechters dan deze twee voorzitters tegelijk bevoegd zouden worden voor dezelfde vredegerechten, geldt uiteraard evenzeer wanneer in plaats van de twee voorzitters van vrederechters en politierechters, de twee voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg tegelijk bevoegd worden (=hetgeen nu nochtans wordt voorgesteld).
Bovendien stelt dat probleem zich in werkelijkheid niet : de tweetaligheid van de Brusselse vrederechters staat er in de huidige wetgeving niet aan in de weg dat deze rechters op basis van de taal van hun diploma ingedeeld worden bij de Nederlandstalige, resp. Franstalige algemene vergadering met elk een eigen voorzitter (= huidig artikel 259,decies,§ 2, 4e lid Ger.W.). Het volstaat bijgevolg in Brussel één Nederlandstalige en één Franstalige voorzitter van vrede- en politierechters te benoemen, die korpsoverste worden van UITSLUITEND de vrede- en politierechters met een Nederlandstalig, resp. Franstalig diploma. Van overlapping van bevoegdheden voor dezelfde vredegerechten is daarbij geen sprake ! De benoeming van deze twee eigen voorzitters raakt bovendien in het geheel niet aan de beginselen van de BHV-wet, noch aan het taalevenwicht. »
Nr. 67 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 8
Het voorgestelde 1º vervangen door wat volgt :
« 1º voor de politierechtbank door de voorzitter of ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank die de hoedanigheid heeft van politierechter, samen met de procureur des Konings, na advies van de stafhouder van de Orde of Ordes van Advocaten van het arrondissement. »
Verantwoording
In verschillende adviezen wordt gepleit dat de voorzitter van de rechtbank en de procureur des Konings samen het bijzonder reglement zouden opstellen.
Nr. 68 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 25
In het voorgestelde 1°, § 1, eerste lid, de volgende wijzigingen aanbrengen :
1/ de woorden « bij beschikking van de voorzitter van de rechtbank » vervangen door de woorden « gezamenlijk door de voorzitter van de rechtbank en, naar gelang het geval, de procureur des Konings of de arbeidsauditeur vastgesteld »;
2/ de woorden « naar gelang van het geval, van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, » weglaten.
Verantwoording
In verschillende adviezen wordt gepleit dat de voorzitter van de rechtbank en de procureur des Konings dan wel de arbeidsauditeur samen het bijzonder reglement zouden opstellen.
Nr. 69 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 39
Dit artikel opheffen.
Verantwoording
De installatie van twee procureurs in Henegouwen is niet te verantwoorden : 1º Henegouwen is niet het arrondissement met de meeste inwoners; 2º de territoriale uitgestrektheid is vergelijkbaar met die van Luxemburg en Luik, de zittingsplaatsen blijven behouden, met de territoriale uitgestrektheid kan rekening gehouden worden tijdens het opstellen van het zaakverdelingsreglement, de verkeerssituatie (files) is belangrijker dan de uitgestrektheid; 2º het feit dat de procureur-generaal slechts één procureur des konings onder zich heeft is irrelevant want dit wijzigt de machtsverhouding niet; en zelfs indien dit zou relevant zijn, quod non : de procureur-generaal heeft ook nog een arbeidsauditeur onder zich, en zelfs indien dit zou relevant zijn, quod non : voorziet het wetsontwerp slechts één voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Wij menen daarom dat dit artikel in strijd is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Inge FAES. |
Helga STEVENS. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 70 VAN MEVROUW FAES
Art. 39
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 39. In artikel 150 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1998, 12 april 2004 en 19 juli 2012 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1) Paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
« § 2 In afwijking van § 1, zijn er in het gerechtelijk arrondissement Brussel twee procureurs des Konings :
1º de procureur des Konings van Vlaams-Brabant oefent in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en Leuven onder het gezag van de procureur-generaal van Brussel het ambt van openbaar ministerie uit bij de Nederlandstalige eenheidsrechtbank. De aan deze procureur verbonden ambtenaren van het openbaar ministerie worden benoemd bij de Nederlandstalige rechtbank met standplaats het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en Leuven;
2º de procureur des Konings van Brussel oefent, in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, onder het gezag van de procureur-generaal van Brussel, het ambt van openbaar ministerie uit bij de Franstalige en Nederlandstalige eenheidsrechtbank. Deze procureur des Konings wordt bijgestaan door een eerste substituut met als titel adjunct-procureur des Konings van Brussel, met het oog op het overleg bedoeld in artikel 150ter. Onverminderd de bevoegdheden van het coördinatiecomité bedoeld in artikel 150ter, treedt de adjunct-procureur des Konings van Brussel op onder het gezag en de leiding van de procureur des Konings van Brussel. In die omstandigheden staat hij hem bij, in het bijzonder voor de relaties met het parket van Vlaams-Brabant, de goede werking van de Nederlandstalige eenheidsrechtbank, en de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het parket te Brussel. De aan de procureur des Konings van Brussel verbonden ambtenaren van het openbaar ministerie worden benoemd bij de Brusselse rechtbanken met standplaats het administratief arrondissement Brussei-Hoofdstad.
2) Paragraaf 3 wordt opgeheven ».
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan de wens om het opzet van een uniforme, consequente en efficiënte hervorming van het gerechtelijk landschap door te trekken naar Brussel.
In dit kader opteert dit amendement en volgende, naar analogie met wat door Senator Hugo Vandenberghe werd voorgesteld in zijn wetsvoorstel 4-133, voor een functionele splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, namelijk een territoriale splitsing voor het parket (Halle-Vilvoorde en Brussel-Hoofstad) en een splitsing per gemeenschap voor de zetel. Daarbij wordt ook gekozen voor schaalvergroting tot provincieniveau.
Voor de zetel moet dit leiden tot enerzijds een Franstalig gerechtelijk arrondissement Brussel dat enkel bevoegd is voor de Franstalige zaken op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Anderzijds komt er voor de Nederlandstaligen een gerechtelijk arrondissement Vlaams-Brabant-Brussel(Nederlandstalig).
Voor het parket moet dit leiden tot enerzijds een tweetalig parket dat territoriaal bevoegd is voor het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Anderzijds komt er dus een parket Vlaams-Brabant, dat bestaat uit het huidige parket van Leuven en het voorziene parket van Halle-Vilvoorde.
Inge FAES. |
Nr. 71 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 50
In het voorgestelde artikel 186 volgende wijzigingen aanbrengen :
1) Het vijfde lid, vervangen als volgt :
« Het zaakverdelingsreglement van het Hof wordt vastgesteld op gezamenlijk voorstel van de eerste voorzitter en van de procureur-generaal na advies van de hoofdgriffier en van de vergadering van de stafhouders van de balies van het rechtsgebied van het hof van beroep voorgezeten door de eerste voorzitter »;
2) Het zesde lid vervangen als volgt :
« Het zaakverdelingsreglement van de rechtbank wordt vastgesteld op voorstel van de voorzitter na advies van naar gelang de procureur des Konings of de arbeidsauditeur, de hoofdgriffier en de stafhouder van de Orde of Ordes van advocaten ».
Verantwoording
Het openbaar ministerie is een volwaardige pijler naast de zetel, zodat het aangewezen is dat zij gezamenlijk een voorstel tot zaakverdelingsreglement lanceren.
Nr. 72 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 88
Het 2º vervangen door wat volgt:
« 2º Het vierde lid wordt vervangen als volgt :
« Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken op eensluidend advies van de betrokken hoofdgriffiers en in voorkomend geval van de voorzitter, opdracht geven aan :» »
Verantwoording
Het is aangewezen dat zowel de hoofdgriffier die een personeelslid moet afstaan als de hoofdgriffier die zijn dienst versterkt weet, een eensluidend advies afleveren.
Nr. 73 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 89
Het tweede lid vervangen door wat volgt :
« Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de procureur-generaal met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken op eensluidend advies van de betrokken hoofdsecretarissen en in voorkomend geval van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur, opdracht geven aan ».
Verantwoording
Zie voorgaand amendement.
Nr. 74 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 105
Dit artikel opheffen.
Verantwoording
Het is aangewezen om per kanton een hoofdgriffier te behouden, daar deze de rechterhand zijn van de vrederechter en veel taken op zich nemen.
Nr. 75 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 107
In het voorgestelde artikel 3, punt 14, de woorden « 14. te Bergen en te Charleroi » vervangen door de woorden « 14, te Charleroi ».
Verantwoording
De installatie van twee zetels van de politierechtbank in Henegouwen is op geen enkele manier te verantwoorden : 1º Henegouwen is niet het arrondissement met de meeste inwoners; 2º de territoriale uitgestrektheid is vergelijkbaar met die van Luxemburg en Luik. De zittingsplaatsen blijven behouden. Met de territoriale uitgestrektheid kan rekening gehouden worden tijdens het opstellen van het zaakverdelingsreglement, de verkeerssituatie (files) is belangrijker dan de uitgestrektheid. Verder is het feit dat de procureur-generaal slechts één procureur des Konings onder zich heeft irrelevant want dit wijzigt de machtsverhouding niet; en zelfs indien dit zou relevant zijn — quod non — de procureur-generaal heeft ook nog een arbeidsauditeur onder zich; en zelfs indien dit zou relevant zijn — quod non — : voorziet het wetsontwerp slechts één voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Wij menen daarom dat dit artikel in strijd is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Wat wel te verantwoorden is, is dat de zetel in Charleroi komt, daar dit niet de hoofdstad is van Henegouwen, maar wel veruit de grootste stad.
Nr. 76 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 108
Het voorgestelde artikel 4 , punt 12 vervangen door wat volgt :
« 12. De gerechtelijke kantons van de provincie Henegouwen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Charleroi heeft rechtsmacht over het arrondissement Henegouwen.
De arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel met zetel te Charleroi hebben rechtsmacht over het gerechtelijk arrondissement Henegouwen. »
Verantwoording
De installatie van twee zetels (onder één voorzitter) van de rechtbank van eerste aanleg in Henegouwen is op geen enkele manier te verantwoorden : 1º Henegouwen is niet het arrondissement met de meeste inwoners; 2º de territoriale uitgestrektheid is vergelijkbaar met die van Luxemburg en Luik. De zittingsplaatsen blijven behouden. Met de territoriale uitgestrektheid kan rekening gehouden worden tijdens het opstellen van het zaakverdelingsreglement, de verkeerssituatie (files) is belangrijker dan de uitgestrektheid; verder is het feit dat de procureur-generaal slechts één procureur des Konings onder zich heeft irrelevant want dit wijzigt de machtsverhouding niet; en zelfs indien dit zou relevant zijn — quod non — de procureur-generaal heeft ook nog een arbeidsauditeur onder zich; en zelfs indien dit zou relevant zijn — quod non — voorziet het wetsontwerp slechts één voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, Wij menen daarom dat dit artikel in strijd is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
Wat wel te verantwoorden is, is dat de zetel in Charleroi komt, daar dit niet de hoofdstad is van Henegouwen, maar wel veruit de grootste stad.
Inge FAES. |
Helga STEVENS. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 77 VAN MEVROUW FAES EN DE HEER VANLOUWE
Art. 108
In het voorgestelde artikel 4 volgende wijzigingen aanbrengen :
1) punt 4 vervangen als volgt :
« 4. Wat betreft de bevoegdheid van de Franstalige eenheidsrechtbank vormen de twee kantons van Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Eisene, de kantons Etterbeek, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel en Vorst een gerechtelijk arrondissement.
De zetel van de Franstalige eenheidsrechtbank is gevestigd te Brussel. De rechtbank heeft rechtsmacht over het arrondissement Brussel (Franstalig). »;
2) punt 5 vervangen als volgt :
« 5. Wat betreft de bevoegdheid van de Nederlandstalige eenheidsrechtbank vormen de twee kantons van Anderlecht, het kanton Asse, de zes kantons van Brussel, het kanton Eisene, de kantons Etterbeek, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Jette, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Oudergem en Overijse-Zaventem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vilvoorde en Vorst, evenals de kantons Aarschot, Diest, Haacht, Landen-Zoutleeuw, de drie kantons van Leuven en het kanton Tienen een gerechtelijk arrondissement.
De zetel van de Nederlandstalige eenheidsrechtbank is gevestigd te Brussel. De rechtbank heeft rechtsmacht over het arrondissement Vlaams-Brabant-Brussel (Nederlandstalig). »
Verantwoording
Zie amendement op artikel 39.
Inge FAES. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 78 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 109
In de voorgestelde tabel de woorden « Henegouwen zetel Bergen » alsook het cijfer « 1 » in de kolom « mandaten ». doen vervallen.
Inge FAES. |
Helga STEVENS. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 79 VAN MEVROUW FAES EN DE HEER VANLOUWE
Art. 109
In de tabel van artikel 109 het cijfer « 1 » vervangen door het cijfer « 2 » in de intersectie « Mandaten Procureur des Konings » en « Bruxelles ».
Verantwoording
N.a.v. de splitsing van het gerechtelijke arrondissement Brussel zou Halle-Vilvoorde een eigen volwaardige procureur des Konings krijgen. Dit blijkt niet uit de voorgestelde tabel. Dit amendement moet hieraan verhelpen.
Inge FAES. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 80 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art. 163 (nieuw)
Een artikel 163 invoegen, luidende :
« Art 163. Een Hoofdstuk 12bis invoegen, luidende : « Hoofdstuk 12bis Evaluatie ». »
Verantwoording
Dit amendement en volgende willen een evaluatiemechanisme invoeren voor deze gerechtelijke hervorming.
Nr. 81 VAN MEVROUW FAES C.S.
Art 164 (nieuw)
Onder Hoofdstuk 12bis een artikel 164 invoegen, luidende :
« Art 164. Deze wet wordt na vijf jaar vanaf de inwerkingtreding geëvalueerd. Het evaluatierapport, opgesteld door de Koning, wordt onverwijld overgemaakt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat.
Ten einde aan de evaluatieverplichting te voldoen, duidt de Koning een begeleidingscommissie aan, die de hervorming van het gerechtelijk landschap opvolgt en zo nodig aanbevelingen doet. Deze commissie stelt jaarlijks een tussentijds rapport op dat onverwijld overgemaakt wordt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat. »
Verantwoording
Zie voorgaand amendement.
Inge FAES. |
Helga STEVENS. |
Karl VANLOUWE. |
Nr. 82 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 6
In het voorgestelde artikel 65, tweede lid, de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank ».
Verantwoording
Het wetsontwerp voert de figuur van voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank in als volwaardige korpschef. Het kent hem in elk arrondissement alle bevoegdheden van de korpschef toe aangaande mobiliteit, interne organisatie en benoemingen.
Het ontwerp voorziet evenwel in een afwijkende regeling voor de arrondissementen Eupen en Brussel.
Voor Eupen wordt deze uitzondering gerechtvaardigd door de kleinschaligheid van het arrondissement (met slechts twee vrederechters en één rechter in de politierechtbank). De bevoegdheden van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank worden er daarom uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Voor het arrondissement Brussel kent het wetsontwerp deze bevoegdheden toe aan de voorzitters van de Nederlandstalige, resp. Franstalige rechtbank van eerste aanleg naargelang de taalrol van de rechtbank zo deze eentalig is, en aan beide voorzitters gezamenlijk zo het tweetalige vrederechters betreft,
Volgens de memorie van toelichting wenste men de Nederlandstalige en Franstalige voorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank niet gezamenlijk te laten beslissen over de tweetalige vrederechters en werd daarom de regeling van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel behouden. Het probleem van de gezamenlijke beslissing over de tweetalige vrederechters wordt vanzelfsprekend niet opgelost, maar enkel verschoven wanneer niet twee voorzitters van vrederechters en rechters in de politierechtbank, maar wel twee voorzitters van rechtbanken van eerste aanleg gezamenlijk moeten beslissen. Dit is dus geen geldig argument om de vrederechters en rechters in de politierechtbank uit het arrondissement Brussel anders te behandelen dan hun collega's uit de andere arrondissementen van het land.
Of de ongelijke behandeling zoals voorgesteld in het wetsontwerp, erin bestaande dat de Brusselse vrederechters en rechters in de politierechtbank geen eigen voorzitters zullen krijgen, de grondwettigheidstoets zal doorstaan, is dan ook twijfelachtig. Ook de Raad van State heeft daar in zijn advies op gewezen.
De in het ontwerp voorgestelde regeling zal ook tot gevolg hebben dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zijnde de voorzitter van de beroepsinstantie tegen de vonnissen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, grote bevoegdheden zal hebben over de interne organisatie van de vredegerechten en meer nog van de politierechtbanken. Dit zal zonder meer de onafhankelijkheid van de vrederechters en rechters in de politierechtbanken aantasten. Het voorstel komt er per analogie op neer dat de eerste voorzitter van het hof van beroep de korpsoverste zal worden van de rechtbanken van eerste aanleg.
De twee voorzitters van de op zich reeds grote Brusselse rechtbanken van eerste aanleg zullen noch voldoende tijd, noch terreinkennis hebben om zich bezig te houden met de organisatie van de vredegerechten en politierechtbanken.
Met dit amendement wordt in de benoeming van één Nederlandstalige en één Franstalige voorzitter en ondervoorzitter voorzien, bevoegd voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank volgens de taal van hun diploma. Hiermee wordt de ongelijkheid in behandeling weggewerkt.
Nr. 83 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 7
In het voorgestelde artikel 65bis de volgende wijzigingen aanbrengen :
a) In het eerste lid de woorden « de gerechtelijke arrondissementen Brussel en » vervangen door de woorden « het gerechtelijk arrondissement »;
b) Tussen het eerste en het tweede lid een lid invoegen, luidende :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel is er een voorzitter en een ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank met een Franstalig diploma en een voorzitter en een ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank met een Nederlandstalig diploma, met de bevoegdheden zoals bepaald in de artikelen 72bis en 186bis van het Gerechtelijk Wetboek »;
c) In het tweede lid de woorden « Het voorzitterschap wordt afwisselend waargenomen door een vrederechter en door een rechter in de politierechtbank » weglaten.
Verantwoording
Het wetsontwerp voert de figuur van voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank in als volwaardige korpschef. Het kent hem in elk arrondissement alle bevoegdheden van de korpschef toe aangaande mobiliteit, interne organisatie en benoemingen.
Het ontwerp voorziet evenwel in een afwijkende regeling voor de arrondissementen Eupen en Brussel.
Voor Eupen wordt deze uitzondering gerechtvaardigd door de kleinschaligheid van het arrondissement (met slechts twee vrederechters en één rechter in de politierechtbank). De bevoegdheden van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank worden er daarom uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Voor het arrondissement Brussel kent het wetsontwerp deze bevoegdheden toe aan de voorzitters van de Nederlandstalige, resp. Franstalige rechtbank van eerste aanleg naargelang de taalrol van de rechtbank zo deze eentalig is, en aan beide voorzitters gezamenlijk zo het tweetalige vrederechters betreft.
Volgens de memorie van toelichting wenste men de Nederlandstalige en Franstalige voorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank niet gezamenlijk te laten beslissen over de tweetalige vrederechters en werd daarom de regeling van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel behouden. Het probleem van de gezamenlijke beslissing over de tweetalige vrederechters wordt vanzelfsprekend niet opgelost, maar enkel verschoven wanneer niet twee voorzitters van vrederechters en rechters in de politierechtbank, maar wel twee voorzitters van rechtbanken van eerste aanleg gezamenlijk moeten beslissen. Dit is dus geen geldig argument om de vrederechters en rechters in de politierechtbank uit het arrondissement Brussel anders te behandelen dan hun collega's uit de andere arrondissementen van het land.
Of de ongelijke behandeling zoals voorgesteld in het wetsontwerp, erin bestaande dat de Brusselse vrederechters en rechters in de politierechtbank geen eigen voorzitters zullen krijgen, de grondwettigheidstoets zal doorstaan, is dan ook twijfelachtig. Ook de Raad van State heeft daar in zijn advies op gewezen.
De in het ontwerp voorgestelde regeling zal ook tot gevolg hebben dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zijnde de voorzitter van de beroepsinstantie tegen de vonnissen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, grote bevoegdheden zal hebben over de interne organisatie van de vredegerechten en meer nog van de politierechtbanken. Dit zal zonder meer de onafhankelijkheid van de vrederechters en rechters in de politierechtbanken aantasten. Het voorstel komt er per analogie op neer dat de eerste voorzitter van het hof van beroep de korpsoverste zal worden van de rechtbanken van eerste aanleg.
De twee voorzitters van de op zich reeds grote Brusselse rechtbanken van eerste aanleg zullen noch voldoende tijd, noch terreinkennis hebben om zich bezig te houden met de organisatie van de vredegerechten en politierechtbanken.
Met dit amendement wordt in de benoeming van één Nederlandstalige en één Franstalige voorzitter en ondervoorzitter voorzien, bevoegd voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank volgens de taal van hun diploma. Hiermee wordt de ongelijkheid in behandeling weggewerkt.
Verantwoording artikel 7 c)
Het ontwerp bepaalt nu dat de voorzitter van de vrederechters en politierechters afwisselend een vrederechter en een rechter in de politierechtbank moet zijn. Dit is een bijkomende benoemingsvoorwaarde die niet geldt voor de voorzitters van de andere rechtbanken. Dit verschil in behandeling berust op geen enkel objectief criterium. Deze afwisseling is bovendien niet consequent (er zijn tweemaal meer vrederechters dan politierechters), biedt geen meerwaarde of praktisch nut op het werkveld, en is bovenal zeer hinderlijk voor de werving van bekwame kandidaten. Zoals voor de andere rechtbanken, moet enkel de meest geschikte kandidaat benoemd worden, ongeacht zijn kwalificatie van vrede- of politierechter. Het amendement strekt ertoe deze bijkomende voorwaarde eenvoudig weg te laten.
Nr. 84 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 14
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 14. In artikel 72bis van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, de volgende wijzigingen aanbrengen :
a) In het eerste en tweede lid telkens de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en de rechters en de politierechtbank ».»
b) In het derde lid de woorden « rechtbanken van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank ». »
Verantwoording
Het wetsontwerp voert de figuur van voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank in als volwaardige korpschef. Het kent hem in elk arrondissement alle bevoegdheden van de korpschef toe aangaande mobiliteit, interne organisatie en benoemingen.
Het ontwerp voorziet evenwel in een afwijkende regeling voor de arrondissementen Eupen en Brussel.
Voor Eupen wordt deze uitzondering gerechtvaardigd door de kleinschaligheid van het arrondissement (met slechts twee vrederechters en één rechter in de politierechtbank). De bevoegdheden van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank worden er daarom uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Voor het arrondissement Brussel kent het wetsontwerp deze bevoegdheden toe aan de voorzitters van de Nederlandstalige, resp. Franstalige rechtbank van eerste aanleg naargelang de taalrol van de rechtbank zo deze eentalig is, en aan beide voorzitters gezamenlijk zo het tweetalige vrederechters betreft.
Volgens de memorie van toelichting wenste men de Nederlandstalige en Franstalige voorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank niet gezamenlijk te laten beslissen over de tweetalige vrederechters en werd daarom de regeling van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel behouden. Het probleem van de gezamenlijke beslissing over de tweetalige vrederechters wordt vanzelfsprekend niet opgelost, maar enkel verschoven wanneer niet twee voorzitters van vrederechters en rechters in de politierechtbank, maar wel twee voorzitters van rechtbanken van eerste aanleg gezamenlijk moeten beslissen. Dit is dus geen geldig argument om de vrederechters en rechters in de politierechtbank uit het arrondissement Brussel anders te behandelen dan hun collega's uit de andere arrondissementen van het land.
Of de ongelijke behandeling zoals voorgesteld in het wetsontwerp, erin bestaande dat de Brusselse vrederechters en rechters in de politierechtbank geen eigen voorzitters zullen krijgen, de grondwettigheidstoets zal doorstaan, is dan ook twijfelachtig. Ook de Raad van State heeft daar in zijn advies op gewezen.
De in het ontwerp voorgestelde regeling zal ook tot gevolg hebben dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zijnde de voorzitter van de beroepsinstantie tegen de vonnissen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, grote bevoegdheden zal hebben over de interne organisatie van de vredegerechten en meer nog van de politierechtbanken. Dit zal zonder meer de onafhankelijkheid van de vrederechters en rechters in de politierechtbanken aantasten. Het voorstel komt er per analogie op neer dat de eerste voorzitter van het hof van beroep de korpsoverste zal worden van de rechtbanken van eerste aanleg.
De twee voorzitters van de op zich reeds grote Brusselse rechtbanken van eerste aanleg zullen noch voldoende tijd, noch terreinkennis hebben om zich bezig te houden met de organisatie van de vredegerechten en politierechtbanken.
Met dit amendement wordt in de benoeming van één Nederlandstalige en één Franstalige voorzitter en ondervoorzitter voorzien, bevoegd voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank volgens de taal van hun diploma. Hiermee wordt de ongelijkheid in behandeling weggewerkt.
Nr. 85 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 51
Tussen het 3º en 4º een 3ºbis invoegen, luidende :
« 3ºbis in het tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid, telkens de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank ».
Verantwoording
Het wetsontwerp voert de figuur van voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank in als volwaardige korpschef. Het kent hem in elk arrondissement alle bevoegdheden van de korpschef toe aangaande mobiliteit, interne organisatie en benoemingen.
Het ontwerp voorziet evenwel in een afwijkende regeling voor de arrondissementen Eupen en Brussel.
Voor Eupen wordt deze uitzondering gerechtvaardigd door de kleinschaligheid van het arrondissement (met slechts twee vrederechters en één rechter in de politierechtbank). De bevoegdheden van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank worden er daarom uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Voor het arrondissement Brussel kent het wetsontwerp deze bevoegdheden toe aan de voorzitters van de Nederlandstalige, resp, Franstalige rechtbank van eerste aanleg naargelang de taalrol van de rechtbank zo deze eentalig is, en aan beide voorzitters gezamenlijk zo het tweetalige vrederechters betreft.
Volgens de memorie van toelichting wenste men de Nederlandstalige en Franstalige voorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank niet gezamenlijk te laten beslissen over de tweetalige vrederechters en werd daarom de regeling van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel behouden. Het probleem van de gezamenlijke beslissing over de tweetalige vrederechters wordt vanzelfsprekend niet opgelost, maar enkel verschoven wanneer niet twee voorzitters van vrederechters en rechters in de politierechtbank, maar wel twee voorzitters van rechtbanken van eerste aanleg gezamenlijk moeten beslissen. Dit is dus geen geldig argument om de vrederechters en rechters in de politierechtbank uit het arrondissement Brussel anders te behandelen dan hun collega's uit de andere arrondissementen van het land.
Of de ongelijke behandeling zoals voorgesteld in het wetsontwerp, erin bestaande dat de Brusselse vrederechters en rechters in de politierechtbank geen eigen voorzitters zullen krijgen, de grondwettigheidstoets zal doorstaan, is dan ook twijfelachtig. Ook de Raad van State heeft daar in zijn advies op gewezen.
De in het ontwerp voorgestelde regeling zal ook tot gevolg hebben dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zijnde de voorzitter van de beroepsinstantie tegen de vonnissen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, grote bevoegdheden zal hebben over de interne organisatie van de vredegerechten en meer nog van de politierechtbanken. Dit zal zonder meer de onafhankelijkheid van de vrederechters en rechters in de politierechtbanken aantasten. Het voorstel komt er per analogie op neer dat de eerste voorzitter van het hof van beroep de korpsoverste zal worden van de rechtbanken van eerste aanleg.
De twee voorzitters van de op zich reeds grote Brusselse rechtbanken van eerste aanleg zullen noch voldoende tijd, noch terreinkennis hebben om zich bezig te houden met de organisatie van de vredegerechten en politierechtbanken.
Met dit amendement wordt in de benoeming van één Nederlandstalige en één Franstalige voorzitter en ondervoorzitter voorzien, bevoegd voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank volgens de taal van hun diploma. Hiermee wordt de ongelijkheid in behandeling weggewerkt.
Nr. 86 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 100
Dit artikel als volgt wijzigen :
a) in c) de woorden « de gerechtelijke arrondissementen Eupen en Brussel » vervangen door de woorden « het gerechtelijk arrondissement Eupen »;
b) een c)bis invoegen, luidende :
« c)bis in het 1º, vierde streepje, in het tweede tot zesde lid telkens de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank »;
c) een c)ter invoegen, dat luidt als volgt :
« c)ter in het 1º, vierde streepje, in het tweede tot zesde lid telkens de woorden « rechtbanken van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank »;
d) in d) de woorden « de bepaling onder 1º wordt aangevuld met een streepje » vervangen door de woorden « in de bepaling 1º tussen het eerste en het tweede lid van het vierde streepje wordt een streepje ingevoegd ».
Verantwoording
Het wetsontwerp voert de figuur van voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank in als volwaardige korpschef. Het kent hem in elk arrondissement alle bevoegdheden van de korpschef toe aangaande mobiliteit, interne organisatie en benoemingen.
Het ontwerp voorziet evenwel in een afwijkende regeling voor de arrondissementen Eupen en Brussel.
Voor Eupen wordt deze uitzondering gerechtvaardigd door de kleinschaligheid van het arrondissement (met slechts twee vrederechters en één rechter in de politierechtbank). De bevoegdheden van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank worden er daarom uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Voor het arrondissement Brussel kent het wetsontwerp deze bevoegdheden toe aan de voorzitters van de Nederlandstalige, resp. Franstalige rechtbank van eerste aanleg naargelang de taalrol van de rechtbank zo deze eentalig is, en aan beide voorzitters gezamenlijk zo het tweetalige vrederechters betreft.
Volgens de memorie van toelichting wenste men de Nederlandstalige en Franstalige voorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank niet gezamenlijk te laten beslissen over de tweetalige vrederechters en werd daarom de regeling van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel behouden. Het probleem van de gezamenlijke beslissing over de tweetalige vrederechters wordt vanzelfsprekend niet opgelost, maar enkel verschoven wanneer niet twee voorzitters van vrederechters en rechters in de politierechtbank, maar wel twee voorzitters van rechtbanken van eerste aanleg gezamenlijk moeten beslissen. Dit is dus geen geldig argument om de vrederechters en rechters in de politierechtbank uit het arrondissement Brussel anders te behandelen dan hun collega's uit de andere arrondissementen van het land.
Of de ongelijke behandeling zoals voorgesteld in het wetsontwerp, erin bestaande dat de Brusselse vrederechters en rechters in de politierechtbank geen eigen voorzitters zullen krijgen, de grondwettigheidstoets zal doorstaan, is dan ook twijfelachtig. Ook de Raad van State heeft daar in zijn advies op gewezen.
De in het ontwerp voorgestelde regeling zal ook tot gevolg hebben dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zijnde de voorzitter van de beroepsinstantie tegen de vonnissen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, grote bevoegdheden zal hebben over de interne organisatie van de vredegerechten en meer nog van de politierechtbanken. Dit zal zonder meer de onafhankelijkheid van de vrederechters en rechters in de politierechtbanken aantasten. Het voorstel komt er per analogie op neer dat de eerste voorzitter van het hof van beroep de korpsoverste zal worden van de rechtbanken van eerste aanleg.
De twee voorzitters van de op zich reeds grote Brusselse rechtbanken van eerste aanleg zullen noch voldoende tijd, noch terreinkennis hebben om zich bezig te houden met de organisatie van de vredegerechten en politierechtbanken.
Met dit amendement wordt in de benoeming van één Nederlandstalige en één Franstalige voorzitter en ondervoorzitter voorzien, bevoegd voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank volgens de taal van hun diploma. Hiermee wordt de ongelijkheid in behandeling weggewerkt.
Bart LAEREMANS. |
Nr. 87 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 13
Een 2/1º invoegen, luidende :
« 2/1 ° In het vierde lid worden de woorden « De vorige bepalingen zijn « vervangen door de woorden « Dit artikel is ». »
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Door het wegvallen van meerdere leden van artikel 72 van het Gerechtelijk Wetboek, blijven na de wijziging door voorliggend wetsontwerp slechts twee leden over, waardoor de verwijzing in het vierde lid slechts op het resterende derde lid slaat en er een technische wijziging dient doorgevoerd te worden.
Nr. 88 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 25
Een 2/1º invoegen, luidende :
« 2/1º in § 2, tweede lid, eerste zin worden de woorden « de sectie, » ingevoegd tussen de woorden « de afdeling,"en de woorden « de kamer ».
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Nr. 89 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 28
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
a) de vervanging van het eerste tot het vijfde lid van artikel 98 van het Gerechtelijk Wetboek worden ondergebracht in het 1º;
b) een 2º invoegen, luidende :
« 2º In het zesde lid worden de woorden « tweede lid » vervangen door de woorden « derde lid ». »
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Het gaat om een technische aanpassing tengevolge van de vervanging van het tweede lid, waarvan de inhoud ondergebracht werd in het nieuwe derde lid van artikel 98, De verwijzing in het zesde lid van artikel 98, moet dus worden aangepast.
Nr. 90 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 43/1
Een artikel 43/1 invoegen, luidende :
« Art. 43/1. In artikel 162, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juni 2001, worden de woorden « artikel 186, vierde lid » vervangen door de woorden « artikel 186, § 1, tiende lid ». »
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Door de wijziging die artikel 50 van dit wetsontwerp aanbrengt aan artikel 186 van het Gerechtelijk Wetboek, dient artikel 162 ook te worden aangepast. Dit amendement remedieert ook aan de huidige onterechte verwijzing in artikel 162, § 3 naar artikel 186, vierde lid, in plaats van het vijfde lid.
Nr. 91 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 50
In het voorgestelde artikel 186, § 1, 7e lid, c) de woorden « 582, 3º tot 13º, en 583 » vervangen door de woorden « 582, 3º tot 12º en 14º, en 583, met uitzondering van de administratieve sancties bedoeld in de artikelen 580 en 581, »
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie en past de verwijzing aan voor het contentieux van de arbeidsrechtbanken waarvoor het zaakverdelingsreglement een afdeling van de rechtbank exclusief bevoegd kan maken. Het ontworpen artikel 186 verwijst naar artikel 582, 13º, hetwelk niet bestaat. In dat artikel bestaat wel een punt 14º,
Bovendien worden de artikelen 580 en 581 uitgesloten uit de lijst van zaken die exclusief aan een afdeling kunnen worden toebedeeld. Door de opname van artikel 583 wordt onrechtstreeks opnieuw verwezen naar de artikelen 580 en 581.
Beide zaken worden rechtgezet bij dit amendement.
Nr. 92 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 89/1
Een artikel 89/1 invoegen, luidende :
« Art. 89/1. In artikel 330bis van hetzelfde Wetboek worden de woorden « artikel 329bis » vervangen door de woorden « artikelen 328/1 en 329bis ».
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Door het invoegen van artikel 328/1, dient dit artikel eveneens te worden opgenomen in artikel 330bis, dat op dit ogenblik enkel betrekking heeft op de vervanging van de hoofdsecretaris en een secretaris-hoofd van dienst, ingeval deze verhinderd zijn, zoals voorzien in artikel 329bis.
Nr. 93 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 123
In het voorgesteld artikel 45bis worden de woorden « licentie in de rechten » vervangen door de woorden « licentie of master in de rechten ».
Verantwoording
Dit amendement geeft gevolg aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Door de onderwijshervorming is het diploma van master in de rechten gelijkgesteld met het diploma van licentiaat in de rechten.
Nr. 94 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 128/1
Een artikel 128/1 invoegen luidende :
« Art. 128/1. In artikel 18 van de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, dat artikel 411 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, worden in § 3, tweede lid de woorden « de voorzitter van de algemene vergadering van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank » vervangen door de woorden « de voorzitters van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank ».
Verantwoording
In de nota van de Dienst Wetsevaluatie wordt aangehaald dat de artikelen 410 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek aangepast worden door de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, die in werking treedt op 1 september 2014.
Artikel 18 van deze wet, dat het artikel 411 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt bevat de procedure voor de aanduiding van de assessoren in de tuchtrechtbank. Dit artikel bepaalt dat de voorzitter van de algemene vergadering van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank samen met de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken van hetzelfde ressort uit hun rechtbanken vier assessoren aanduiden die zitting kunnen houden als assessor in de tuchtrechtbank of als assessor in de tuchtrechtbank in hoger beroep.
Na de stemming van dit wetsontwerp in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, waardoor een aanpassing van artikel 18 zich opdringt, gelet op het nieuw voorgesteld artikel 65bis van het Gerechtelijk Wetboek, dat voortaan in elk arrondissement een voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank voorziet. Het is aangewezen dat deze voorzitters voortaan samen met de andere voorzitters van de rechtbanken uit het ressort de rol waarnemen om assessoren aan te duiden.
Nr. 95 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 128/2
Een artikel 128/2 invoegen luidende :
« Art. 128/2. In artikel 21 van de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, dat artikel 412 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in § 1, 1º, b) worden de woorden « van de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg en van de voorzitters van de rechtbanken van koophandel, van de toegevoegde rechters bij de rechtbank van eerste aanleg en van de toegevoegde rechters bij de rechtbank van koophandel » vervangen door de woorden « van de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, van de voorzitters van de rechtbanken van koophandel en van de voorzitters van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank. »
b) in § 1, 1º, c) worden de woorden « en van de toegevoegde rechters bij de arbeidsrechtbank » opgeheven.
c) in § 1, 1º, d) worden de woorden « , van de vrederechters, van de rechters in de politierechtbanken, van de toegevoegde vrederechters en van de toegevoegde rechters bij de politierechtbanken » vervangen door de woorden « en, in de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen, van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbanken. »
d) in § 1, 1º, wordt een letter g) ingevoegd, luidende :
« g) met uitzondering van de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen, de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank ten aanzien van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbanken; »;
e) in § 1, 2º, b) worden de woorden « van de procureurs des Konings, van de arbeidsauditeurs, van de toegevoegde substituten procureurs des Konings en de toegevoegde substituten arbeidsauditeur » vervangen door de woorden « van de procureurs des Konings en van de arbeidsauditeurs ».
Verantwoording
Dit amendement komt tegemoet aan een opmerking van de Dienst Wetsevaluatie.
Artikel 100 van voorliggend wetsontwerp wijzigt artikel 412 van het Gerechtelijk Wetboek, met inwerkingtreding ten laatste op 1 april 2014 (zie artikel 163 van dit wetsontwerp).
Na de stemming van dit wetsontwerp in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht gepubliceerd, waarbij artikel 21 van die wet artikel 412 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt door een nieuwe tekst. Dit gewijzigde artikel treedt in werking op 1 september 2014, tenzij de Koning bij koninklijk besluit een vroegere inwerkingtreding voorziet.
De wet van 15 juli 2013, die later in werking treedt, zou dus de wijziging voorzien in voorliggend wetsontwerp opnieuw ongedaan maken, wat niet de bedoeling kan zijn. Daarom wil dit amendement de wijzigingen van artikel 100 van dit wetsontwerp ook doorvoeren in artikel 21 van de wet van 15 juli 2013, zodat de nieuwe regeling met betrekking tot de tucht aangepast blijft aan de nieuwe hervormingen van het gerechtelijk landschap.
Nr. 96 VAN MEVROUW VAN HOOF
Art. 128/3
Een artikel 128/3 invoegen, luidende :
« Art 128/3. In artikel 102 van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, dat artikel 76 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het eerste lid wordt gewijzigd als volgt :
« Art. 76. § 1. De rechtbank van eerste aanleg en, in voorkomend geval, zijn afdelingen bestaan uit één of meer kamers voor burgerlijke zaken, één of meer kamers voor correctionele zaken, uit één of meer familiekamers, uit één of meer jeugdkamers, uit één of meer kamers voor minnelijke schikking en bij de afdeling van de rechtbank van eerste aanleg waar de zetel van het hof van beroep is gevestigd, uit één of meer strafuitvoeringskamers.
b) in de Nederlandse tekst van het tweede lid van § 1 wordt het woord « afdelingen » vervangen door het woord « secties ».
c) de Nederlandse tekst van het eerste lid van § 2 wordt vervangen als volgt :
« § 2, Één of meer kamers van de correctionele rechtbank krijgen onder meer de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal toegewezen. »
d) de Nederlandse tekst van het eerste lid van § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3. Één of meer specifieke kamers van de jeugdrechtbank, kamers van uithandengeving genaamd, krijgen de bevoegdheid tot het berechten van personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, in het kader van een wanbedrijf of correctionaliseerbare misdaad toegewezen. » »
Verantwoording
Artikel 18 van voorliggend wetsontwerp wijzigt artikel 76 van het Gerechtelijk Wetboek, met inwerkingtreding ten laatste op 1 april 2014 (zie artikel 163 van dit wetsontwerp).
Na de stemming van dit wetsontwerp in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank gepubliceerd, waarbij artikel 102 van die wet artikel 76 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt door een nieuwe tekst. Dit gewijzigde artikel treedt in werking op 1 september 2014, tenzij de Koning bij koninklijk besluit een vroegere inwerkingtreding voorziet.
De wet van 30 juli 2013 zou dus de wijziging voorzien in voorliggend wetsontwerp opnieuw ongedaan maken, wat niet de bedoeling kan zijn. Daarom wil dit amendement de wijzigingen van artikel 18 van dit wetsontwerp ook doorvoeren in artikel 102 van de wet van 30 juli 2013.
Bovendien corrigeert dit amendement de tekst van artikel 102 van de wet van 30 juli 2013, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst niet overeenstemmen. Dit amendement werkt dit verschil weg.
Els VAN HOOF. |
Nr. 97 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 128/1
Een artikel 128/1 invoegen, luidende :
« Art 128/1. In artikel 18 van de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, dat artikel 411 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, worden in § 3, tweede lid de woorden « de voorzitter van de algemene vergadering van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank » vervangen door de woorden « de voorzitters van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank ».
Verantwoording
In de nota van de Dienst Wetsevaluatie wordt aangehaald dat de artikelen 410 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek aangepast worden door de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht, die in werking treedt op 1 september 2014.
Artikel 18 van deze wet, dat het artikel 411 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, bevat de procedure voor de aanduiding van de assessoren in de tuchtrechtbank. Dit artikel bepaalt dat de voorzitter van de algemene vergadering van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank samen met de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken van hetzelfde ressort uit hun rechtbanken vier assessoren aanduiden die zitting kunnen houden als assessor in de tuchtrechtbank of als assessor in de tuchtrechtbank in hoger beroep.
Na de stemming van dit wetsontwerp in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 15 juli 2013 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht gepubliceerd, waardoor een aanpassing van artikel 18 zich opdringt, gelet op het nieuw voorgesteld artikel 65bis van het Gerechtelijk Wetboek, dat voortaan in elk arrondissement een voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank voorziet. Het is aangewezen dat deze voorzitters voortaan samen met de andere voorzitters van de rechtbanken uit het ressort de rol waarnemen om assessoren aan te duiden.
Bart LAEREMANS. |