5-1828/2

5-1828/2

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

12 JUNI 2013


Voorstel van resolutie over de opvang van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE DAMES THIBAUT EN PIRYNS

In de considerans, een punt G. toevoegen, luidende :

« G. overwegende dat het samenwerkingsprotocol van 28 januari 2013 betreffende de registratie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asielzoekers zijn, de programmawet van 24 december 2002 niet in acht neemt omdat de dienst Vreemdelingenzaken een aantal identificatieprerogatieven krijgt die bij wet aan de dienst Voogdij worden toegekend. »

Verantwoording

Het protocol van 28 januari 2013 tussen de dienst Vreemdelingenzaken, Fedasil en de dienst Voogdij, kent de dienst Vreemdelingenzaken een aantal prerogatieven toe voor de identificatie van minderjarigen. Met dit protocol wordt de dienst Vreemdelingenzaken de eerste instelling waarmee de minderjarige in contact komt wanneer hij door de politie of een derde wordt onderschept. Tot nu toe werd de minderjarige, overeenkomstig de bepalingen van de programmawet van 24 december 2002, naar de dienst Voogdij gestuurd die een leeftijdstest uitvoerde in geval van twijfel en hem een voogd toewees om hem te beschermen, bij te staan en te vertegenwoordigen.

Een bevoegdheid die bij wet is opgedragen aan de dienst Voogdij kan niet worden gewijzigd door een protocol en worden opgedragen aan de dienst Vreemdelingenzaken. Bijgevolg moet dit samenwerkingsprotocol worden gewijzigd om het in overeenstemming te brengen met de wet.

Nr. 2 VAN DE DAMES THIBAUT EN PIRYNS

Het dispositief aanvullen met een punt 7., luidende :

« 7. het protocol van 28 januari 2013 betreffende de registratie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asielzoekers zijn en op het grondgebied worden gesignaleerd, te herzien waarbij de identificatie van die minderjarigen wordt opgedragen aan de dienst Voogdij in navolging van de programmawet van 24 december 2002. »

Verantwoording

Zelfde verantwoording als het vorige amendement dat ertoe strekt het protocol in overeenstemming met de wet te brengen.

Cécile THIBAUT.
Freya PIRYNS.

Nr. 3 VAN MEVROUW PEHLIVAN

In het dispositief, punt 1 vervangen als volgt :

« Permanent voldoende opvangplaatsen voorzien, aangepast aan de noden van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. De opvang moet ook flexibel georganiseerd zijn om effectief te kunnen inspelen op de steeds wijzigende instroom. Hierbij is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan het opvangaanbod in de tweede en derde fase van het opvangbeleid voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Hierdoor kunnen de Observatie-en Oriëntatiecentra zich in de eerste fase van de opvang beter kwijten aan hun taak en de minderjarigen sneller doorverwijzen; »

Verantwoording

De aanbeveling was opgesteld tijdens de opvangcrisis van NMBV zoals die eind 2011 bestond. De precaire situatie van de NBMV vereiste toen extra plaatsen. Maar gezien de vermindering van de instroom van NBMV is er momenteel geen nood aan extra opvangplaatsen, wel aan een betere verdeling. Op 31 mei 2013 bedroeg de bezettingsgraad in de 2e fase 63,2 %. De bezettingsgraad bij LOI's voor NBMV daarentegen bedroeg 96,5 % !

Nr. 4 VAN MEVROUW PEHLIVAN

In de considerans, het A vervangen als volgt :

« gelet op het feit dat er een groot aantal niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België aankomt maar dat de uitstroom van jongeren met een verblijfstitel laag is; »

Verantwoording

Hoewel sinds enkele maanden het aantal NBMV dat naar België komt in dalende lijn is, blijft het aantal NBMV dat in ons land verblijft aanzienlijk hoog. In 2012 nam de voogdijdienst 2124 geïdentificeerde jongeren (asielzoekers en niet-asielzoekers) onder de hoede ten opzichte van 2468 in het jaar 2011. Hoewel dit een daling betekent met 15 % ten opzichte van vorig jaar, weten we niet of dit een structurele daling inhoudt en moeten we voorbereid zijn op een wijzende instroom.

Fatma PEHLIVAN.

Nr. 5 VAN DE HEER CLAES

In punt 3 van het dispositief de volgende wijzigingen aanbrengen :

1º de woorden « de federale instellingen (Fedasil) en de gemeenschappen (Bijzondere Jeugdzorg — Aide à la Jeunesse) » vervangen door de woorden « de federale overheid en de gemeenschappen »;

2º de tweede zin vervangen door wat volgt :

« Een officiële verduidelijking van de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende overheden, ook de lokale overheden, voor de opvang en de doorstroming van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen naar het meest geschikte aanbod is van essentieel belang om de situatie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België te verbeteren. »

Verantwoording

De wijzigingen die door dit amendement worden aangebracht dienen louter ter verduidelijking van de bestaande procedure voor de toewijzing van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en van de draagwijdte van het samenwerkingsprotocol dat dient afgesloten te worden.

Punt 3 van het voorstel tot resolutie dient op te roepen een samenwerkingsprotocol af te sluiten tussen de federale overheid en de gemeenschappen en een officiële verduidelijking te voorzien van de rol en de verantwoordelijkheden van alle overheden voor de opvang en de doorstroming van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen naar het meest geschikte aanbod.

Het is immers zo dat het vandaag de dag aan de Comités voor Bijzondere Jeugdzorg toekomt te oordelen of een niet-begeleide minderjarige vreemdeling zich al dan niet in een « problematische opvangsituatie » bevindt. Daarbij wordt getracht vrijwillige hulpverlening op te starten. Indien vrijwillige hulpverlening niet mogelijk is, wordt er doorverwezen naar de Bemiddelingscommissie en wordt eventueel de gerechtelijke jeugdhulp gevorderd, rekening houdende met het subsidiariteitsbeginsel .... De jeugdhulp kan ambulant of residentieel zijn. Soms volstaat het om de gepaste begeleiding te voorzien in een opvangplaats van Fedasil. Deze amendementen hebben de bedoeling dit te benadrukken.

Dirk CLAES.