5-455/2

5-455/2

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

5 APRIL 2011


Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 134quinquies in de nieuwe gemeentewet, met betrekking tot de politionele bevoegdheid van de burgemeester in het kader van de strijd tegen netwerken van mensenhandel


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW MATZ

Art. 2

In het voorgestelde artikel 134quinquies, de woorden « in de betekenis van titel VII van boek II van het Strafwetboek of voor uitbuiting van de zwakke en kwetsbare positie van mensen die uit landen komen die economisch minder ontwikkeld zijn dan België en die hun levensomstandigheden willen verbeteren in België » vervangen als volgt :

« in de zin van artikel 433quinquies van het Strafwetboek of voor mensensmokkel in de zin van artikel 77bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ».

Verantwoording

Dit voorstel werd oorspronkelijk ingediend in 2003. Intussen is de wetgeving inzake mensenhandel en mensensmokkel gewijzigd.

Zo is bij de wet van 10 augustus 2005 in het Strafwetboek het specifieke misdrijf van mensenhandel opgenomen. Sindsdien is er ook in de volgende situaties sprake van uitbuiting in het kader van mensenhandel : seksuele uitbuiting, uitbuiting in arbeidsomstandigheden beneden de menselijke waardigheid, uitbuiting van bedelarij, orgaanhandel, een misdrijf plegen tegen zijn wil.

Bovendien wordt mensensmokkel sindsdien specifiek en uitsluitend behandeld in artikel 77bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de vreemdelingen. Van mensensmokkel is sprake wanneer uit winstbejag bijstand wordt verleend aan een persoon die geen onderdaan is van de Europese Unie, opdat die persoon op illegale wijze het grondgebied van een lidstaat kan binnen komen, er kan verblijven of erdoor kan reizen.

De indiener wenst dit voorstel dus aan te passen aan de wetgeving terzake.

Vanessa MATZ.

Nr. 2 VAN MEVROUW MATZ C.S.

Art. 2

Het voorgestelde artikel 134quinquies vervangen als volgt :

« Art. 134quinquies. — Indien er ernstige aanwijzingen zijn dat een inrichting gebruikt wordt voor mensenhandel in de betekenis van artikel 433quinquies van het Strafwetboek of van mensensmokkel in de zin van artikel 77bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, kan de burgemeester, na voorafgaand overleg met de gerechtelijke instanties, besluiten deze inrichting te sluiten voor de duur die hij bepaalt.

De burgemeester is gemachtigd om de inrichting te doen verzegelen indien het sluitingsbesluit niet wordt nageleefd.

Het sluitingsbesluit houdt onmiddellijk op uitwerking te hebben indien het niet tijdens de eerstvolgende vergadering van het college van burgemeester en schepenen wordt bevestigd.

De sluitingsmaatregel duurt maximum zes maanden. Na het verstrijken van deze termijn vervalt het besluit van de burgemeester. ».

Verantwoording

Het amendement brengt vier wijzigingen aan.

Ten eerste bepaalt het nauwkeuriger welke omstandigheden kunnen leiden tot het sluiten van een inrichting. Het gaat om de illegale activiteiten bedoeld in artikel 433quinquies van het Strafwetboek of in artikel 77bis van de wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Ten tweede moet de burgemeester, om te zorgen voor een goede samenwerking tussen de bevoegde overheden, overleggen met het gerecht alvorens te beslissen een inrichting te sluiten. Een dergelijke coördinatie moet het onderzoek en de vervolging van de daders ten goede komen.

Ten derde machtigt het amendement de burgemeester om de inrichting te verzegelen als de politiemaatregel niet wordt nageleefd door de uitbater of een andere persoon. Bijgevolg kan artikel 283 van het Strafwetboek, dat zegelverbreking strafbaar stelt, worden toegepast; dit vergemakkelijkt ook het werk van de burgemeester.

Ten slotte bedraagt de sluitingstermijn zes maanden in plaats van drie. De indieners menen dat een termijn van drie maanden veel te kort is, en stellen daarom een termijn van zes maanden voor, dezelfde termijn als in artikel 9bis van de wet op de drugshandel.

Bovendien sluit de geamendeerde bepaling beter aan bij de artikelen 133 en 134quater van de nieuwe gemeentewet, betreffende de bevoegdheden van de burgemeester.

Nr. 3 VAN MEVROUW MATZ C.S.

(Subamendement op amendement nr. 2)

Art. 2

In amendement nr. 2, tussen de woorden « na voorafgaand overleg met de gerechtelijke instanties » en de woorden « , besluiten deze inrichting te sluiten », de woorden « en na de middelen van verdediging van de verantwoordelijke te hebben gehoord, » invoegen.

Verantwoording

Dit subamendement wil de rechten van de verdediging doen naleven. Vooraleer hij de beslissing neemt om de inrichting te sluiten, moet de burgemeester de verantwoordelijke van de inrichting horen om zijn middelen van verdediging te kennen.

Zo wordt rekening gehouden met de rechtspraak van de Raad van State.

Nr. 4 VAN MEVROUW MATZ C.S.

(Subamendement op amendement nr. 2)

Art. 2

Het derde lid vervangen als volgt :

« Het sluitingsbesluit wordt ter kennis gebracht van de gemeenteraad op de eerstvolgende zitting. »

Verantwoording

De beslissing tot sluiting is een exclusieve bevoegdheid van de burgemeester. Wel moet aan deze beslissing een vorm van publiciteit gegeven worden.

Vanessa MATZ.
Huub BROERS.
Dirk CLAES.
Gérard DEPREZ.
Caroline DÉSIR.
Claudia NIESSEN.