5-1024/1

5-1024/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

11 MEI 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 6, § 2, van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen

(Ingediend door de heer Jacques Brotchi c.s.)


TOELICHTING


De vooruitgang in de geneeskunde, in het bijzonder inzake het transplanteren van organen en weefsels, draagt bij tot het redden van mensenlevens en tot aanzienlijke verbeteringen van de levenskwaliteit.

In ons land worden organen en weefsels van zowel levende als dode donoren (hersendood) getransplanteerd. Het wegnemen van organen en weefsels bij levenden is in de loop der jaren geëvolueerd, en er worden nu ook goede resultaten behaald wanneer er geen genetische band is tussen de donor en de ontvanger.

Bio-ethisch gezien moet de levende potentiële donor in staat zijn in alle onafhankelijkheid een beslissing te nemen op grond van pertinente informatie, en moet hij vooraf op de hoogte worden gebracht van het doel en de aard van de donatie, en van de gevolgen en risico's ervan. Levende donoren moeten dus maximaal worden beschermd, ook om het naleven van de beginselen van de donatie te waarborgen.

Sommige lidstaten van de Europese Unie hebben overigens het Verdrag van de Raad van Europa inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde en het aanvullend Protocol betreffende orgaan- en weefseltransplantatie van menselijke herkomst ondertekend (1) België heeft dat echter niet gedaan.

Dat Protocol bepaalt en waarborgt de rechten van levende of dode donoren van organen en weefsels, en van de ontvangers van organen en weefsels van menselijke oorsprong. Dit aanvullend Protocol concretiseert de beginselen betreffende de transplantatiegeneeskunde die zijn vervat in het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde, en vult ze aan. Het stelt de gemeenschappelijke internationale minimumnorm op dit vlak vast.

Volgens de preambule van het Verdrag zijn de lidstaten van de Raad van Europa « vastbesloten die maatregelen te treffen die nodig zijn om de menselijke waardigheid en de fundamentele rechten en vrijheden van het individu met betrekking tot de toepassing van de biologie en de geneeskunde veilig te stellen ».

Zo bepaalt artikel 5 over de toestemming dat « handelingen op het gebied van de gezondheidszorg alleen mogen worden verricht nadat de betrokken persoon vrijwillig, op basis van verkregen informatie, zijn toestemming heeft gegeven ». Dit artikel beschermt de personen die in staat zijn toestemming te geven alsook de personen die daar niet toe in staat zijn, zoals minderjarigen of personen met al dan niet ernstige geestelijke stoornissen. Artikel 14 van het Protocol (2) bepaalt dat geen enkel orgaan of weefsel mag worden weggenomen van personen die niet in staat zijn hun toestemming te geven.

Ondanks deze consensus staat ons land toe dat organen worden weggenomen van personen vanaf 18 jaar die wegens hun geestestoestand niet bij machte zijn hun wil te uiten, op voorwaarde dat hun wettelijke vertegenwoordiger daarmee instemt.

Dit artikel is in strijd met artikel 20 van het Verdrag van de Raad van Europa inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde, artikel 14 van het aanvullend Protocol betreffende orgaan- en weefseltransplantatie van menselijke herkomst, en de richtlijn van 7 juli 2010 van de Europese Unie inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor menselijke organen, bestemd voor transplantatie (3) (4) .

Hoewel artikel 6, § 2, van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen volgens de indieners van dit wetsvoorstel nooit is toegepast, moet het worden gewijzigd.

Jacques BROTCHI.
Louis IDE.
Rik TORFS.
Marleen TEMMERMAN.
André du BUS de WARNAFFE.
Nele LIJNEN.
Fabienne WINCKEL.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 6, § 2, van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, gewijzigd bij de wet van 25 februari 2007, wordt vervangen door de volgende bepaling :

« § 2. Geen enkele wegneming van organen kan worden verricht bij een persoon die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en die wegens zijn geestestoestand niet bij machte is zijn wil te uiten. »

31 maart 2011.

Jacques BROTCHI.
Louis IDE.
Rik TORFS.
Marleen TEMMERMAN.
André du BUS de WARNAFFE.
Nele LIJNEN.
Fabienne WINCKEL.

(1) Het ministercomité van de Raad van Europa heeft op 8 november 2001 het aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde betreffende orgaan- en weefseltransplantatie van menselijke herkomst aangenomen. Het werd op 24 januari 2002 ter ondertekening ingediend, en is op 1 mei 2006 in werking getreden.

(2) Betreffende de bescherming van personen die niet in staat zijn toestemming te geven voor het wegnemen van organen of weefsels.

(3) 32010L0045(01) — Richtlijn 2010/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 inzake kwaliteits- en veiligheidsnormen voor menselijke organen, bestemd voor transplantatie — Publicatieblad nr. L 207 van 06/08/2010 p. 0014 — 0029.

(4) Het opheffen van dit artikel is ook één van de aanbevelingen van de Koninklijke Academie voor geneeskunde van België — verslag van het symposium van 10 december 2010 : « ORGAANDONATIE en TRANSPLANTATIE — Waar staan we in België ? ».