5-61/1

5-61/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2010

1 SEPTEMBER 2010


Wetsvoorstel tot regeling van de reclame voor cosmetische ingrepen

(Ingediend door mevrouw Dominique Tilmans c.s.)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt, met enkele wijzigingen, de tekst over van een voorstel dat reeds op 30 maart 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-2382/1 - 2006/2007) en op 10 september 2007 (stuk Senaat, nr. 4-177/1 en /2 - SE 2007).

1. Inleiding

Medische cosmetiek in het algemeen en, meer in het bijzonder, de cosmetische chirurgie staan momenteel sterk in de belangstelling. Almaar meer mensen zoeken hun toevlucht tot medische cosmetiek om hun uiterlijk te veranderen, beïnvloed als ze zijn door de lichaamscultus, de door de mode opgelegde standaarden en de angst om bij het verouderen af te takelen.

In 2009 toonde een enquête van « Test-Aankoop » aan (bij 1 250 patiënten tussen 18 en 65 jaar) dat in België 16 % van de vrouwen en 8 % van de mannen een beroep deden op cosmetische chirurgie (1) .

Naar schatting worden elk jaar in Frankrijk alles samen 150 000 à 200 000 cosmetische heelkundige operaties verricht.

De cosmetische chirurgie is een medische discipline waarin men zowel het slechtste als het beste tegenkomt : van charlatans die commercie boven medische ethiek verkiezen tot gekwalificeerde specialisten die volgens de regels van de kunst werken.

Ingrepen zoals liftings, liposucties of borstvergrotingen zijn geen onschuldige handelingen. Het gaat om échte operaties, die niet mogen worden onderschat en die risico's en mogelijke complicaties inhouden. Het is zaak die soms onomkeerbare ingrepen, waarvan de effecten levenslang duren, niet te laten overkomen als iets banaals.

De rush naar cosmetische chirurgie wordt nog versterkt door de overdreven media-aandacht in de pers en op televisie. Op de beeldbuis tieren reality tv en voyeurisme almaar weliger.

Ook op het internet zijn cosmetische thema's legio. Heel wat artsen en privéklinieken gebruiken dat medium om reclame te maken. Sommigen houden het sober en willen zich via het internet alleen maar kenbaar maken, anderen daarentegen hebben duidelijk mercantiele en financiële bedoelingen, wat leidt tot misbruik van wat eigenlijk toch een informatiekanaal is. Het aantal websites van beoefenaars en wellnessklinieken neemt hand over hand toe. Zij geven hoog op van hun persoonlijk kunnen en van hun activiteiten, daarbij gebruik makend van foto's « voor en na ». Sommigen gaan zelfs zo ver dat zij uitpakken met maandelijkse promoties of promoties ter gelegenheid van de verjaardag van de patiënt.

De reclame beïnvloedt het gedrag van de consument. Wij vinden dat reclame aanvaardbaar en zelfs wenselijk is, als de boodschap maar informatief blijft. Ronselreclame is echter onaanvaardbaar.

2. België : de vigerende wetten en voorschriften

In 2005 kwam er een wijziging van de geneesmiddelenwet. Sindsdien is het « verboden voor elke fysieke persoon of rechtspersoon om reclame bestemd voor het publiek te maken voor implanteerbare hulpmiddelen » en voor de inbrenging ervan. Met name worden daarmee borstimplantaten bedoeld.

Die wetswijziging behelst slechts een deel van de reclame voor cosmetische chirurgie. Geen enkele tekst bevat immers bepalingen over ronselreclame. Er is dus sprake van een leemte in het recht.

Nochtans komt het aspect reclame in algemene bewoordingen aan bod in hoofdstuk III van de Belgische Code van geneeskundige plichtenleer. In die Code worden de krijtlijnen aangegeven waarbinnen de artsen hun activiteiten aan het publiek kenbaar mogen maken.

Een aantal uittreksels uit die Code :

— « De verstrekte informatie dient waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk te zijn. Zij mag in geen geval misleiden. Zij mag niet vergelijkend zijn. Resultaten van onderzoeken en behandelingen mogen niet voor publicitaire doeleinden worden aangewend. (...)

— Ronseling van patiënten is niet toegelaten (...)

— De verwoording en vormgeving van de publiciteit evenals de hierbij gebruikte methoden en technieken — inclusief internetsites, naamborden, briefhoofden en vermeldingen in gidsen — moeten beantwoorden aan de bepalingen van artikel 13. »

Het valt op dat de Orde van Geneesheren een onderscheid maakt tussen informatieve reclame, die is toegestaan, en agressief wervende reclame of ronselreclame, die verboden is. Voorts verbiedt de Code het gebruik, in de reclame, van de resultaten van onderzoeken en behandelingen. Dat zou kunnen slaan op de foto's « voor en na ».

Jammer genoeg ondervindt de Orde van Geneesheren moeilijkheden als het erop aankomt die reclamevoorschriften te doen naleven, met name doordat het fenomeen een zo grote omvang aanneemt, maar ook doordat het technisch niet makkelijk is het internet te controleren en er nog geen klachten werden ingediend.

Niettemin heeft de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren onlangs zijn advies van 1 oktober 2005 betreffende het houden van internetsites door artsen bevestigd en aangevuld. In dat advies verbiedt de Orde een aantal vormen van informatie, zoals misleidende of vergelijkende reclame, honorariavergelijkingen en de vermelding van de resultaten van de behandelingen. Volgens de Orde mag een internetsite als enige bedoeling hebben het publiek over de beroepsactiviteiten van de betrokken arts te informeren. Bovendien moet de internetsite de voorschriften inzake reclame in acht nemen, zoals die zijn opgenomen in de Belgische Code van geneeskundige plichtenleer.

3. Frankrijk : reclameverbod

In 2002 is in Frankrijk een wetgeving aangenomen met specifieke voorschriften aangaande de instellingen waar ingrepen in het kader van cosmetische chirurgie worden uitgevoerd.

Allereerst werd op 4 maart 2002 « la loi relative aux droits des malades et à la qualité du système de santé » goedgekeurd. Die wet bevat twee onderdelen : er wordt voorzien in kwaliteitsgaranties voor de instellingen waar ingrepen in het kader van cosmetische chirurgie worden uitgevoerd, en voorts worden de beoefenaar striktere verplichtingen ten aanzien van de patiënt opgelegd. Bovendien behelst die wet een verbod op directe of indirecte reclame.

In een circulaire van 23 december 2005 « relative à l'autorisation de fonctionnement des installations de chirurgie esthétique » wordt het volgende gepreciseerd :

« L'article L. 6322-1 interdit aux installations autorisées de bénéficier d'une publicité « directe ou indirecte, sous quelque forme que ce soit ». Cette prescription a le même fondement de principe que les interdictions déontologiques faites aux médecins par l'article R. 4127-19 du code de la santé publique. Elle est claire et n'appelle pas de mesure particulière d'application. Elle concerne évidemment tous les moyens d'information, Internet compris. Il convient de souligner qu'elle n'empêche aucunement les titulaires de l'autorisation de donner au public, sans employer les procédés de la publicité, des renseignements de fait sur leurs installations, leurs activités et les compétences de leurs praticiens, en les présentant avec sobriété. Elle ne fait aucunement obstacle aux communications de nature scientifique, dans les revues spécialisées par exemple, ni aux ouvrages d'enseignement, dès lors que ces publications ne comportent pas de mentions en faveur d'un établissement. »

In verband met het vernieuwen van de vergunning van de instellingen buiten de ziekenhuizen bepaalt artikel R6322-8 dat het vernieuwen van een vergunning kan worden geweigerd « Lorsqu'il a été constaté une publicité directe ou indirecte sous quelque forme que ce soit en faveur de l'activité de chirurgie esthétique réalisée par le titulaire de l'autorisation ».

4. De noodzaak wetgevend op te treden

Aangezien er in verband met reclame voor cosmetische ingrepen en inzake de medische gevolgen ervan geen exhaustieve regelgeving bestaat, staat de deur wijd open voor alle vormen van misbruik. De indieners stellen voor die juridische leemte op te vullen. Daartoe hebben zij zich gebaseerd op de Code van geneeskundige plichtenleer en op het advies van de Nationale Raad van 1 oktober 2005. Aldus wordt de evolutie van de plichtenleer in acht genomen.

De in dit wetsvoorstel opgenomen tekst zou van toepassing zijn op alle beoefenaars van de geneeskunde en de tandheelkunde, van wie de beroepstitel valt onder het koninklijk besluit van 25 november 1991 en wanneer zij als hoofd- of nevenactiviteit ingrepen van cosmetische aard verrichten. Zodoende zou die tekst zowel op de huisartsen als op de specialisten betrekking hebben. De indieners nemen ook het geval van de door niet-artsen geëxploiteerde instellingen in aanmerking. Ten slotte is dit ook van toepassing op iedereen die reclame maakt voor cosmetische ingrepen.

Wat de cosmetiek betreft, voorzien de indieners in een vrij ruim toepassingsgebied. Ze hanteren het begrip « ingreep van medische cosmetiek », dat wordt omschreven als een medische en/of chirurgische ingreep die erin bestaat het uiterlijk van een individu, op diens vraag, te wijzigen om cosmetische redenen zonder therapeutisch of reconstructief doel. Dit behelst ook de verschillende inspuitingen, laser klasse IV en IPL.

De indieners stellen voor reclame voor ingrepen van medische cosmetiek te verbieden. Dat principe gaat evenwel gepaard met één uitzondering, want persoonlijke reclame zou worden toegestaan. Daarmee wordt de informatie beoogd, die een beoefenaar de mogelijkheid biedt zich bekend te maken en een minimum aan informatie te verstrekken over zijn activiteiten. Door alleen dat soort informatie toe te staan, halen de indieners de doelstelling die erin bestaat agressief wervende reclame of ronselreclame te verbieden. Voor die principes heeft onder meer de Code van geneeskundige plichtenleer model gestaan.

Dat verbod op reclame voor medische cosmetiek kan redelijkerwijs niet gezien worden als een overtreding van het beginsel van de vrije mededinging als bepaald in artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 81 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) noch als een maatregel die de verwezenlijking van de doelstellingen van dit Verdrag in gevaar kan brengen.

In een arrest van 13 maart 2008 (2), bepaalt het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen immers dat artikel 81 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EC) niet strijdig is met een nationale wetgeving die eenieder en verstrekkers van tandzorg verbiedt om binnen een vrij beroep of een tandartspraktijk enige vorm van reclame te maken (2) . Volgens het Hof is er sprake van een schending van de artikelen 10 EC en 81 EC wanneer een lidstaat ofwel het maken van afspraken oplegt of begunstigt die strijdig zijn met artikel 81 EC of de gevolgen van dergelijke afspraken versterkt, ofwel het staatskarakter ontneemt van zijn eigen wetgeving door de verantwoordelijkheid om beslissingen te nemen die het economisch belang behartigen, af te wentelen op privé-operatoren. Dat was, volgens het Hof, niet het geval voor de betwiste wetgeving.

Anderzijds, als persoonlijke reclame betrekking heeft op een welbepaalde cosmetische ingreep, moet ze een aantal elementen vermelden, waaronder de opleiding en de titel van de beoefenaar, de contra-indicaties, de nevenwerkingen enzovoort.

Tot slot is in strafrechtelijke sancties voorzien ingeval deze in uitzicht gestelde wetgeving niet in acht wordt genomen. Bijgevolg worden de hoven en rechtbanken met de controle belast.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2 — Definities

Met de reclame waarvan sprake is in artikel 2, eerste streepje, wordt elke reclame bedoeld die tot doel heeft ingrepen van medische cosmetiek te promoten en die wordt verspreid via alle informatiemiddelen, met inbegrip van het internet. De hyperlinks en de banners van de internetsites vallen daar ook onder, evenals de uitzendingen van reality-tv; terzake gelden de bepalingen van deze in uitzicht gestelde wet.

De wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen heeft model gestaan voor de definities van de misleidende en de vergelijkende reclame. Aangezien het hier gaat om reclame voor ingrepen die een onderdeel zijn van een medische activiteit en niet van een economische activiteit, zijn de definities aangepast aan de specifieke aard van die activiteiten.

Persoonlijke informatie sluit alles uit wat tot « agressief wervende reclame of ronselreclame » zou kunnen behoren. Die persoonlijke informatie moet de beoefenaars de mogelijkheid bieden de mensen in te lichten over hun kwalificaties en over de cosmetische ingrepen die ze in het kader van hun beroepsactiviteit uitvoeren.

Ingrepen van medische cosmetiek die zijn bedoeld in deze in uitzicht gestelde wet zijn alle handelingen die een onderdeel zijn van de geneeskunde in het algemeen, of meer in het bijzonder van de heelkunde, en die het uiterlijk van een individu wijzigen, op diens vraag, om cosmetische redenen, zonder therapeutisch of reconstructief doel. Dit behelst ook de verschillende inspuitingen, laser klasse IV en IPL.

Artikel 3 — Toepassingsgebied

Deze in uitzicht gestelde wet is van toepassing op alle beoefenaars van de geneeskunde met een beroepstitel als bedoeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde.

Wat hier wordt voorgesteld heeft ook betrekking op de beoefenaars van de geneeskunde die houder zijn van een van de titels als bedoeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991, indien ze in het kader van hun beroepsactiviteit cosmetische ingrepen uitvoeren. De voorgestelde bepalingen gelden dus voor elke beoefenaar van de geneeskunde wiens activiteit erin bestaat (in hoofd- of in bijberoep) ingrepen met cosmetische doeleinden uit te voeren.

Deze wet is voorts van toepassing op de beoefenaars van de tandheelkunde als ze aan cosmetische tandverzorging doen.

Tot slot zijn ook de instellingen die een beroep doen op de beoefenaars van de geneeskunde of van de tandheelkunde om ingrepen van medische cosmetiek uit te voeren, onderworpen aan deze wet, ongeacht de vorm of de benaming van die instellingen.

De cosmetische instellingen buiten het ziekenhuis zijn dus instellingen die de bepalingen van deze in uitzicht gestelde wet in acht moeten nemen. Zodoende valt om het even welke instelling waar ingrepen van medische cosmetiek worden uitgevoerd onder de gelding van deze wet.

Ten slotte geldt dit wetsvoorstel voor elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die reclame maakt voor ingrepen van medische cosmetiek.

Artikel 4 — De reclame

Deze in uitzicht gestelde wet stelt als beginsel dat elke reclame voor ingrepen van medische cosmetiek verboden is.

Er is echter een uitzondering. Persoonlijke informatie is toegestaan. Die moet echter aan meerdere voorwaarden voldoen.

De verstrekte informatie dient waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk te zijn. Die voorwaarden zijn overgenomen van artikel 13 van de Code van geneeskundige plichtenleer.

Die informatie mag misleidend noch vergelijkend zijn. Misleidende en vergelijkende reclame wordt omschreven in artikel 2, tweede en derde streepje.

Ze mag geen gebruik maken van financiële argumenten. Promoties zijn dus verboden.

Resultaten van onderzoeken en behandelingen mogen niet voor publicitaire doeleinden worden aangewend. Ook die voorwaarde komt uit de Code van geneeskundige plichtenleer (artikel 13). De hier voorgestelde tekst verbiedt dus onder meer elke persoonlijke informatie die gebruik zou maken van foto's « voor en na », ongeacht of ze echt of vals zijn.

Tot slot zullen de officieel erkende opleiding en de titel waaronder de beoefenaar bij de Orde der Geneesheren is ingeschreven, in de persoonlijke informatie moeten worden vermeld. Wanneer de persoonlijke informatie wordt verstrekt in het kader van een instelling die een beroep doet op de diensten van beoefenaars van de geneeskunde of de tandheelkunde, moet de naam van de beoefenaar die de cosmetische ingreep uitvoert, worden vermeld.

Artikel 5 — De straffen

Er is voorzien in strafbepalingen indien artikel 4 van dit wetsvoorstel niet in acht wordt genomen.

Dominique TILMANS.
Dirk CLAES.
Marleen TEMMERMAN.
Nele LIJNEN.
Cécile THIBAUT.
André du BUS de WARNAFFE.
Freya PIRYNS.
Jacques BROTCHI.
Sabine de BETHUNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

— reclame : iedere vorm van mededeling of handeling die direct of indirect tot doel heeft ingrepen van medische cosmetiek te bevorderen, zulks ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of technieken, reality-tv meegerekend;

— misleidende reclame : elke vorm van mededeling of handeling die op enigerlei wijze, daaronder begrepen de opmaak ervan, de personen tot wie ze zich richt of die ze aanbelangt, misleidt en door haar misleidende aard hun gedrag kan beïnvloeden, of die daardoor schade toebrengt of kan toebrengen aan een beoefenaar van de geneeskunde of van de tandheelkunde;

— vergelijkende reclame : elke vorm van mededeling of handeling waarbij een andere beoefenaar van de geneeskunde of de tandheelkunde, dan wel van een door een dergelijke beoefenaar geboden dienstverlening expliciet of impliciet wordt genoemd;

— persoonlijke informatie : elke vorm van mededeling of handeling die er direct of indirect op gericht is, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of technieken, de betrokkene bekend te maken, dan wel informatie te verstrekken over de aard of de kwaliteit van zijn beroepspraktijk;

— ingrepen van medische cosmetiek : elke medische (al dan niet chirurgische) ingreep om iemands uiterlijk op diens vraag te veranderen om cosmetische redenen, zonder therapeutisch of reconstructief doel. Dit behelst ook de verschillende inspuitingen, laser klasse IV en IPL.

— reality-tv-uitzending : televisiegenre waarbij meestal in de vorm van een soap het dagelijkse leven van onbekende of bekende personen wordt gevolgd.

Art. 3

Deze wet is van toepassing op :

— de beoefenaars van de geneeskunde en de tandheelkunde wier beroepstitels worden bedoeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, en die hoofdzakelijk of in bijkomende orde ingrepen van medische cosmetiek verrichten;

— de instellingen die, ongeacht de vorm of benaming ervan, een beroep doen op de diensten van een beoefenaar van de geneeskunde of de tandheelkunde, als bedoeld in het vorige lid.

— alle natuurlijke of rechtspersonen die reclame maken zoals gedefinieerd in artikel 2.

Art. 4

Reclame voor ingrepen van medische cosmetiek is verboden, met uitzondering van persoonlijke informatie.

De persoonlijke informatie dient waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk te zijn.

Die informatie mag niet misleidend of vergelijkend zijn en mag evenmin financiële argumenten aanwenden.

De resultaten van onderzoeken en behandelingen, zoals foto's die werden genomen vóór en na een cosmetische ingreep, mogen niet voor reclamedoeleinden worden aangewend.

Persoonlijke informatie moet steeds vermelden met welke titel de beoefenaar bij de Orde der Geneesheren is ingeschreven en welke officieel erkende opleiding hij heeft gevolgd. Wanneer de persoonlijke informatie wordt verstrekt in het kader van een instelling die een beroep doet op de diensten van beoefenaars van de geneeskunde of de tandheelkunde, moet de naam van de beoefenaar die de cosmetische ingreep uitvoert, worden vermeld.

Wanneer persoonlijke informatie betrekking heeft op één of meer welbepaalde cosmetische ingrepen, moet die informatie, onverminderd het vijfde lid, ten minste gewag maken van :

— de eventuele contra-indicaties;

— de aan de cosmetische ingreep inherente nevenwerkingen;

— de voorwaarden om de ingreep uit te voeren;

— de aan de ingreep verbonden risico's;

— de bij wijze van nabehandeling toegediende verzorging;

— de eventuele alternatieven voor de ingreep.

Art. 5

Met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van 250 tot 10 000 euro of met een van deze straffen alleen, worden gestraft zij die artikel 4 overtreden.

20 juli 2010.

Dominique TILMANS.
Dirk CLAES.
Marleen TEMMERMAN.
Nele LIJNEN.
Cécile THIBAUT.
André du BUS de WARNAFFE.
Freya PIRYNS.
Jacques BROTCHI.
Sabine de BETHUNE.

(1) ‏Test Gezondheid, « Plastische chirurgie », editie 92, Test-Aankoop, augustus 2009.

(2) EHEG, 13 maart 2008, Doulamis, C-446/05.