4-557/1

4-557/1

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

13 FEBRUARI 2008


Wetsvoorstel tot bestraffing van het commercieel draagmoederschap en de publiciteit hiervoor

(Ingediend door de dames Myriam Vanlerberghe en Marleen Temmerman)


TOELICHTING


Tijdens de vorige legislatuur zijn diverse wetsvoorstellen ingediend teneinde een regeling te treffen voor het zogenaamde draagmoederschap. Deze voorstellen, gaande van een verbod tot draagmoederschap onder welke vorm ook (3-1399/1, in de Kamer hernomen onder nummer 52-170/1) tot een afbakening van de voorwaarden waaronder draagmoederschap toegelaten kan worden (wetsvoorstellen 3-417/1, hernomen onder nummer 4-308/1, 3-1230/1, hernomen onder nummer 4-193/1 en 3-1271/1) waren het voorwerp van uitvoerige bespreking in een werkgroep van de Senaat, zonder evenwel een eindresultaat op te leveren.

In deze voorstellen loopt als rode draad dat commercieel draagmoederschap, dus tegen betaling onder welke vorm ook, onder geen beding kan.

Gelet op deze consensus lijkt het ons raadzaam om eerder dan het positief uitbouwen van de randvoorwaarden waaronder draagmoederschap toegelaten is, met alle mogelijke terechte discussies hierover, commercieel draagmoederschap en het aanbieden ervan of het maken van reclame ervoor, strafbaar te stellen. Dat is dan ook het opzet van dit wetsvoorstel.

Deze piste lijkt ons des te meer wenselijk omdat wij ronduit zijn geschokt door het recent in de media belichte verhaal van een kandidaat-draagmoeder die een baby voor 25 000 euro wil verkopen via het internet. Dit voorbeeld bewijst nog maar eens dat er dringend een verbod moet komen op het commerciële draagmoederschap. Reclame en vergoedingen zijn uit den boze. Zwanger zijn mag geen job worden. Handel in (ongeboren) kinderen tart elke verbeelding en moet worden verboden.

Wij stellen dan ook voor om in het Strafwetboek in te voegen dat zowel commercieel draagmoederschap als het aanbieden ervan en het maken van reclame ervoor strafbaar is. Gelet op de morele verwerpelijkheid ervan stellen we voor deze bestraffing in te schrijven in titel VII van het Strafwetboek — Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid en meer bepaald door het herinvoegen, in aangepaste vorm, van hoofdstuk II van deze titel.

Voor de volledigheid hernemen we hier ook de strafbaarstelling van de persoon die vrouwen betaalt om draagmoeder te zijn of hen daartoe via betaling, onder welke vorm ook, poogt aan te zetten.

Myriam VANLERBERGHE
Marleen TEMMERMAN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Het opschrift van boek II, Titel VII, hoofdstuk II, van het Strafwetboek, opgeheven bij de wet van 28 november 2000, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Hoofdstuk II — Commercieel draagmoederschap »

Art. 3

Artikel 354 van hetzelfde wetboek, opgeheven bij de wet van 28 november 2000, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Art. 354 — Wordt gestraft met gevangenisstraf van vijf tot tien jaar en met geldboete van 1 000 tot 40 000 euro, of met een van die straffen alleen, hij die, teneinde aan de kinderwens van derden te voldoen, tegen betaling, onder welke vorm ook, anders dan de vergoeding voor de kosten verbonden aan de zwangerschap, een kind laat verwekken en draagt teneinde het kind na de geboorte af te staan. »

Art. 4

Artikel 355 van hetzelfde wetboek, opgeheven bij de wet van 28 november 2000, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Artikel 355 — Wordt gestraft met gevangenisstraf van drie tot vijf jaar en met geldboete van 1 000 tot 20 000 euro, of een van die straffen alleen, hij die op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, een aanbod doet of reclame maakt voor het misdrijf bedoeld in vorig artikel. »

Art. 5

Artikel 356 van hetzelfde wetboek, opgeheven bij de wet van 28 november 2000, wordt hersteld in de volgende lezing :

« Artikel 356 — Wordt gestraft met gevangenisstraf van vijf tot tien jaar en met geldboete van 1 000 tot 40 000 euro, of met een van die straffen alleen, eenieder die een persoon onder welke vorm ook betaalt, een dergelijke betaling voorstelt, reclame maakt voor een dergelijke betaling of daartoe goederen en diensten inruilt om het misdrijf bedoeld in artikel 354 te plegen. »

31 januari 2008.

Myriam VANLERBERGHE
Marleen TEMMERMAN
Anne DELVAUX
Josy DUBIÉ
Freya PIRYNS.