4-314/1

4-314/1

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

23 OKTOBER 2007


Voorstel van resolutie betreffende de Belgische houding inzake de einddatum van de onderhandelingen voor Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) tussen de Europese Unie en de ACS-landen

(Ingediend door mevrouw Sabine de Bethune c.s.)


TOELICHTING


De onderhandelingen tussen de Europese Unie en de ACS-landen voor Economische Partnerschapsakkoorden bevinden zich op dit ogenblik in een cruciale fase. 31 december 2007 is de einddatum voor de onderhandelingen die in de Overeenkomst van Cotonou werd vooropgesteld. Op de zelfde dag verloopt ook de bijzondere toestemming (« waiver ») van de Wereldhandelsorganisatie voor de voordelige markttoegang die de Europese Unie momenteel biedt aan de invoer van goederen uit de ACS-landen.

In het begin van dit jaar werden de evaluaties bekend die de ACS-landen van de EPA-onderhandelingen hadden gemaakt in uitvoering van artikel 37, § 4, van de Overeenkomst van Cotonou. Deze evaluaties onderstreepten de geringe onderhandelingscapaciteit van de ACS-landen, de gebrekkige voorbereiding van de onderhandelingen en de nood aan meer tijd om de onderhandelingen tot een goed einde te brengen. Toch bevestigden de ACS-landen samen met de Europese Commissie het vaste voornemen om alles in het werk te stellen om de einddatum te bereiken. Als gevolg hiervan werden de onderhandelingsinspanningen fors verhoogd.

Op dit ogenblik is het echter duidelijk voor beide partijen dat de einddatum niet zal gehaald worden. De Europese Commissie heeft er altijd op gedrukt dat het aflopen van de huidige « waiver » van de Wereldhandelsorganisatie betekent dat ze vanaf 1 januari 2008 alleen maar het gewone Veralgemeende Preferentiele Stelsel kan aanbieden aan de ACS-landen. Dit stelsel biedt ontwikkelingslanden een markttoegang voor hun goederenuitvoer naar de EU die gunstiger is dan het gewone Meest-Begunstigde-Natie-regime, maar minder gunstig dan de markttoegang die de ACS-landen al sinds de eerste Overeenkomsten van Lomé uit 1975 genieten. De invoering van het Veralgemeende Prefentiele Stelsel zou voor de ACS-landen een herinvoering of verhoging betekenen van de invoertaksen die 30 jaar niet meer zijn geheven en grote schade toebrengen aan de uitvoer van goederen vanuit de ACS-landen.

Om die reden heeft de Europese Commissie uiteindelijk beslist om de onderhandelingen te concentreren op het uitwerken van voorlopige akkoorden die alleen betrekking hebben op de handel in goederen. De overige thema's die de Europese Commissie wil onderhandelen, en die zeer controversieel zijn, maar niet vereist door de Wereldhandelsorganisatie, zoals de vrijmaking van de investeringen, de handel in diensten en de openbare aanbestedingen of de verstrenging van de intellectuele eigendomsrechten, en het invoeren van concurrentieregels; zouden worden verschoven naar een latere datum (bijvoorbeeld tot 31 december 2008).

Hoewel dit een welgekomen versoepeling is van het Europese standpunt, blijkt toch dat de huidige blokkeringen in de onderhandelingen zich eveneens in grote mate situeren in de uitwerking van de bepalingen inzake de handel in goederen, met name wat betreft de oorsprongsregels, de lengte van de overgangsperiodes, de nodige beschermingsmechanismen (« safeguards ») en vooral de mate van marktopening die van de ACS-landen wordt verwacht.

De West-Afrikaanse regio heeft bijvoorbeeld op 5 oktober laatstleden vastgesteld dat het onmogelijk is om tegen het einde van het jaar de nodige voorstellen te formuleren, te onderhandelen, te besluiten en in juridische vorm te stellen. De regio heeft haar vaste wil uitgedrukt om EPA's te onderhandelen die bijdragen tot haar duurzame ontwikkeling, maar vraagt hiervoor meer tijd.

Het is dus zaak om er voor te zorgen dat de ACS-landen die niet in de mogelijkheid verkeren om dit jaar een akkoord over de goederenhandel te ondertekenen op 1 januari niet geconfronteerd worden met de herinvoering van invoertaksen die hun handel met de EU zouden belemmeren en zelfs tot stilstand zouden brengen.

Dit voorstel van resolutie vraagt de Belgische regering daartoe de nodige stappen te ondernemen.

Sabine de BETHUNE
François ROELANTS du VIVIER
Margriet HERMANS
Olga ZRIHEN
Marleen TEMMERMAN
Georges DALLEMAGNE
Josy DUBIÉ
Miet SMET.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


DE SENAAT,

A. herinnert aan zijn resolutie over de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) van 14 december 2006 (stuk Senaat, 3-1877/4 — 2006/2007);

B. stelt vast dat de EPA-onderhandelingen nog onvoldoende zijn gevorderd om de einddatum van 31 december 2007 te halen, datum waarop de toestemming van de Wereldhandelsorganisatie voor de bevoorrechte marktoegang van de ACS-uitvoer naar de EU afloopt;

C. stelt vast dat de Europese Commissie bereid is om voor het einde van dit jaar voorlopige akkoorden te aanvaarden over de vrijmaking van de handel in goederen en om de overige onderhandelingsthema's te verschuiven naar een latere datum; maar dat zelfs een voorlopig goederenakkoord voor verscheidene ACS-landen niet haalbaar is;

D. onderschrijft de noodzaak om van de EPA's instrumenten te maken die bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van de ACS-landen, die moeten beantwoorden aan hun noden en afgestemd zijn op hun draagkracht.

E. herinnert er aan dat de ACS-landen tot de armste van de wereld behoren en dat 39 van de 76 Staten die deelnemen aan de onderhandelingen tot de minst ontwikkelde landen behoren;

EN VRAAGT DE REGERING :

om binnen de Ministerraad van de EU :

1. een zo groot mogelijke flexibiliteit in de EPA-onderhandelingen te bepleiten, in het bijzonder wat betreft de oorsprongsregels, de lengte van de overgangsperiodes, de beschermingsmechanismen en de mate van de marktopening die van de ACS-landen wordt gevraagd;

2. te verdedigen dat de uitvoer van de ACS-landen naar de EU niet getroffen wordt door herinvoering of verhoging van invoertarieven en dus ongehinderd kan verder gaan, ook voor die ACS-landen die zich niet in de mogelijkheid bevinden om voor 31 december 2007 een deelakkoord over de handel in goederen te ondertekenen;

3. steun te verlenen aan het zoeken van alternatieve regelingen in de Wereldhandelsorganisatie die de markttoegang van de ACS-landen tot de Europese Unie ook na 31 december 2007 kunnen verzekeren;

4. respect te vragen voor het recht van de ACS-landen om zelf te bepalen welke handelsthema's, naast de handel in goederen, in de EPA's aan bod zullen komen;

om in het raam van haar bilaterale hulp :

5. zich verder in te zetten om het groeipad naar de 0,7 % ontwikkelingshulp aan te houden zodat voldoende middelen vrijkomen om bovenop de lopende ontwikkelingshulp aan de ACS-landen, de verwezenlijking van de Millenniumdoelstellingen en de financiering van de EPA's mogelijk te maken.

15 oktober 2007.

Sabine de BETHUNE
François ROELANTS du VIVIER
Margriet HERMANS
Olga ZRIHEN
Marleen TEMMERMAN
Georges DALLEMAGNE
Josy DUBIÉ
Miet SMET.