3-1496/4 | 3-1496/4 |
22 JUNI 2006
Nr. 2 VAN DE HEER COLLAS C.S.
Dit wetsvoorstel vervangen als volgt :
« Wetsvoorstel tot regeling van de bekendmaking in het Duits van de wetten en de koninklijke en ministeriële besluiten afkomstig van de federale overheid en tot wijziging van de wet van 31 maart 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen, de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, alsook van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap.
Hoofdstuk I
Algemene bepaling
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Hoofdstuk II
Wijziging van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen
Art. 2
Artikel 1 van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen wordt aangevuld met de volgende leden :
« De Centrale Dienst voor Duitse vertaling van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken staat in voor de vertaling van de wetten in de Duitse taal. Op voorstel van die Centrale Dienst en na advies van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap stelt de minister van Justitie om de drie maanden de lijst vast van de wetten die in het Duits moeten worden vertaald, afhankelijk van het belang dat ze hebben voor de inwoners van het Duitse taalgebied en met voorrang voor de voornaamste teksten, alsook voor het tot stand brengen van officieuze coördinaties in het Duits. Bij het verrichten van dat vertaalwerk neemt de genoemde Centrale Dienst de regels van rechtsterminologie in acht zoals die zijn vastgesteld voor het Duits.
De Duitse vertaling van de wetten wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt binnen een redelijke termijn na de bekendmaking ervan in het Nederlands en in het Frans. ».
Hoofdstuk III
Wijziging van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966
Art. 3
In artikel 56 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurzaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, als gewijzigd bij de wet van 20 juli 1979, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 1, zesde lid, wordt opgeheven;
b) § 2 wordt vervangen als volgt :
« § 2. — Iedere minister zorgt in zijn bevoegdheidssfeer voor de Duitse vertaling van koninklijke en ministeriële besluiten. Hij stelt daartoe om de drie maanden na advies van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap een lijst vast van de besluiten die in het Duits moeten worden vertaald, afhankelijk van het belang dat zij hebben voor de inwoners van het Duitse taalgebied en met voorrang voor de voornaamste teksten, alsook voor het tot stand brengen van officieuze coördinaties in het Duits. Hij kan zich daarin laten bijstaan door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling. Bij het verrichten van dat vertaalwerk neemt de bevoegde minister de terminologische regels in acht die zijn vastgesteld voor het Duits.
De Duitse vertaling van de koninklijke en ministeriële besluiten afkomstig van de federale overheid wordt in het Belgische Staatsblad bekendgemaakt binnen een redelijke termijn na de bekendmaking ervan in het Nederlands en in het Frans. »;
c) het artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :
« § 3. — De wetten en verordeningen kunnen bovendien een andere wijze van bekendmaking van de koninklijke en ministeriële besluiten uitvaardigen, alsook van de vertalingen bedoeld in § 2 »
Hoofdstuk IV
Wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap
Art. 4
Artikel 76 van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990, wordt opgeheven op de datum die door de Koning wordt vastgesteld bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad en uiterlijk één jaar na een evaluatie van de toe te kennen kredieten, die plaatsvindt uiterlijk op 1 januari 2008. Indien de Koning daartoe geen besluit heeft vastgesteld vóór 1 januari 2009, is de opheffing vanaf die datum van kracht.
Art. 5
Tot de opheffing van artikel 76 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990, wordt hetzelfde artikel gewijzigd als volgt :
a) § 1, 1º, wordt vervangen als volgt :
« 1º het opstellen en verspreiden van de vertaling in het Duits van de wetten en koninklijke en ministeriële besluiten van de federale overheid »;
b) in § 2, aan het slot van de eerste volzin, worden de woorden « bedoeld in artikel 77 » vervangen door de woorden « voor de Duitse rechtsterminologie »;
c) § 3 wordt vervangen als volgt :
« § 3. — De vertalingen bedoeld in § 1, 1º, worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. ».
Art. 6
Artikel 77 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990, wordt opgeheven.
Art. 7
Artikel 77 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1990, blijft evenwel van toepassing totdat de regels van de Duitse rechtsterminologie zijn vastgesteld. »
Verantwoording
Overeenkomstig de vraag die de Raad van State stelt in zijn advies en de wens die het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap uit in punt 2.1.2. van zijn eensluidend advies, moet worden voorzien in één procedure voor de wetten en de koninklijke en ministeriële besluiten wat het opstellen van de lijst van de te vertalen teksten betreft.
Zo zal elke federale minister bij het opstellen van de lijst van de te vertalen koninklijke en ministeriële besluiten het advies moeten vragen van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.
In advies nr. 39.777/2 van 15 februari 2006 verklaart de Raad van State dat het gebruik van de termen « binnen de grenzen van de begrotingskredieten » niet gerechtvaardigd is en dat deze woorden dus moeten worden geschrapt.
In zijn arrest 59/94 heeft het Arbitragehof immers geoordeeld :
« Mochten de termen « binnen de perken van de begrotingskredieten » worden geïnterpreteerd als zouden zij toestaan dat willekeurig, door de niet-toekenning van de vereiste begrotingskredieten, het aantal vertalingen wordt beperkt, dan zou een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (vroegere artikelen 6 en 6bis) voorhanden zijn, vermits de toegang voor de inwoners van het Duitse taalgebied tot de federale, wettelijke en verordenende bepalingen op onevenredige wijze zou worden beperkt. (...)
Daar het voorbehoud « binnen de perken van de begrotingskredieten » aan de betwiste bepaling elke normatieve draagwijdte zou ontnemen mocht het naar de letter worden genomen en daar het slechts verantwoord is door de omvang van de achterstand, moet het worden gelezen als enkel betrekking hebbende op de teksten daterende van vóór de datum van inwerkingtreding van artikel 16 van de wet van 18 juli 1990. »
Zoals in de toelichting bij het wetsvoorstel reeds werd aangegeven, is de achterstand inzake Duitse vertalingen groot, omdat de Centrale Dienst voor Duitse Vertaling nooit de mogelijkheid heeft gekregen om zijn taak ten volle te kunnen vervullen. In het licht van het geciteerde Arbitragehofarrest is het dan ook verantwoord daarop attent te maken dat het wegwerken van die achterstand moet worden gerealiseerd « binnen de perken van de begrotingskredieten ».
Het Arbitragehof heeft trouwens ook beslist dat de vertaling van de teksten die dateren van na de inwerkingtreding van de nieuwe regeling systematisch moet plaats hebben en moet volgen op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, « aangenomen zijnde dat de arrondissementscommissaris over de nodige tijd beschikt om de betrokken vertaling op te stellen en te verspreiden » (overw. B.5.3), wat inhoudt dat de tijdspanne waarin voor een vertaling moet worden gezorgd, mede afhankelijk kan zijn van de totale werklast van de betreffende vertaaldienst en de middelen die hem ter beschikking staan en worden gesteld.
Om een zo spoedig mogelijke vertaling te realiseren, wordt ten slotte ook voorzien in de mogelijkheid voor de betrokken ministers om, indien zij dat nodig achten, een beroep te doen op de expertise van de Centrale Dienst voor Duitse Vertaling. Deze optie is in zekere zin vergelijkbaar met de mogelijkheid die de arrondissementscommissaris op dit ogenblik heeft om zich vertalingen te laten verstrekken door derden (cf. artikel 76, § 2, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap). De voorwaarden daarvoor zullen moeten worden bepaald door middel van een overeenkomst tussen de FOD Binnenlandse Zaken (waaronder de Centrale Dienst voor Duitse Vertaling ressorteert) en de diensten van de betrokken minister, zoals overigens nu ook al het geval is voor de vertaling naar het Nederlands en het Frans van de decreten en besluiten van het Parlement en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.
Overeenkomstig punt A.2. van de bijzondere opmerkingen van het advies van de Raad van State, zijn de woorden « op regelmatige tijdstippen » vervangen door een meer precieze bepaling, namelijk « om de drie maanden ».
Bovendien is de tekst gewijzigd opdat « de centrale dienst voor vertaling niet alleen rekening houdt met de terminologie die wordt vastgesteld door het orgaan dat door de Duitstalige Gemeenschap wordt aangewezen, maar ook met die welke vastgesteld is door de commissie voor de Duitse rechtsterminologie, vooraleer deze wordt opgeheven, en in zover deze niet gewijzigd is door het nieuwe orgaan van de gemeenschap » zoals de Raad van State benadrukt in hetzelfde punt.
Berni COLLAS. Francis DELPÉRÉE. Fauzaya TALHAOUI. Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON. Lionel VANDENBERGHE. Jeannine LEDUC. Mia DE SCHAMPHELAERE. Luc WILLEMS. |