2-1102/4

2-1102/4

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

25 APRIL 2002


Wetsontwerp betreffende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN

ingediend na de goedkeuring van het verslag


Nr. 24 VAN MEVROUW de BETHUNE C.S.

Art. 87ter (nieuw)

Een artikel 87ter (nieuw) invoegen, luidende :

« In hoofdstuk IX van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten wordt onder een afdeling 4 (nieuw), met als opschrift « Borstvoedingsverlof », een artikel 33bis ingevoegd, luidende :

« Art. 33bis. ­ Bij het verstrijken van hun moederschapsverlof hebben vrouwelijke personeelsleden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de politiediensten recht op een borstvoedingsverlof van maximaal drie maanden met behoud van hun volledige loon. Dit verlof wordt niet beschouwd als een afwezigheid om gezondheidsredenen en wordt gelijkgesteld met een periode van werkelijke dienst.

Indien een vrouwelijk personeelslid borstvoedingspauzes verkiest boven borstvoedingsverlof, of indien zij bij het verstrijken van het borstvoedingsverlof de borstvoeding gedeeltelijk wenst verder te zetten, heeft zij recht op twee uur per dag vrijstelling van activiteit tot het kind de leeftijd van één jaar heeft bereikt. Om gerechtigd te zijn op het behoud van loon stelt het vrouwelijk personeelslid bij de lokale politie of bij de federale politie respectievelijk de zonechef of de directeur-generaal van het personeel vooraf op de hoogte en legt zij een geneeskundig attest voor waaruit blijkt dat zij haar kind borstvoeding geeft. »

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij het wetsvoorstel nr. 2-997/1, blz. 1 tot 9.

Sabine de BETHUNE.
Jacques D'HOOGHE.
Theo KELCHTERMANS.
Jan STEVERLYNCK.

OPNIEUW INGEDIENDE AMENDEMENTEN


Art. 3

­ Nr. 8 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 16

­ Nr. 9 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 38bis (nieuw)

­ Nr. 10 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 87

­ Nr. 11 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 87bis (nieuw)

­ Nr. 12 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 109

­ Nr. 13 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 124

­ Nr. 14 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 129

­ Nr. 1 : van mevrouw Nyssens en de heer Dallemagne.

­ Nr. 15 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 131bis (nieuw) tot 131octies (nieuw)

­ Nrs. 16 tot 23 : van de heer Kelchtermans en mevrouw Thijs.

Art. 138

­ Nr. 2 : van mevrouw Nyssens en de heer Dallemagne.