1-390/4 | 1-390/4 |
20 APRIL 1998
Art. 2
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 2. In artikel 1 van de wet van 18 juli 1991 houdende regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten wordt het eerste lid vervangen als volgt :
« Er wordt enerzijds, een Vast Comité van Toezicht op de politiediensten en, anderzijds, een Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten ingesteld. Het toezicht heeft in het bijzonder betrekking op de bescherming van de rechten die de Grondwet aan de personen verlenen en op de coördinatie en de doelmatigheid van de politie- en inlichtingendiensten. »
Verantwoording
Deze wijziging wordt voorgesteld naar aanleiding van het advies dat over het voorstel werd uitgebracht door de bijzondere commissies belast met de parlementaire begeleiding van de Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten (Stuk Senaat, 1997-1998, 390/3, blz. 10).
In dit verslag wordt opgemerkt dat de Raad van State lijkt te veronderstellen dat de woorden « in het bijzonder », zoals deze voorkomen in de voorgestelde tekst, enkel betrekking hebben op het Comité I (Stuk Senaat, 1996-1997, 390/2, blz. 2) Om duidelijk te maken dat deze woorden evenwel op beide comités betrekking hebben, herformuleert dit amendement de voorgestelde tekst.
Art. 5bis (nieuw)
Een artikel 5bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Het tweede lid van artikel 6 van dezelfde wet wordt opgeheven. »
Verantwoording
De schrapping van deze bepaling is verantwoord omwille van artikel 32 van het voorstel dat afwijkende termijnen vooropstelt aangaande de huidige (eerste) benoemingen.
Art. 7
Dit artikel wijzigen als volgt :
1) letter A vervangen als volgt : « A. het bepaalde onder 2º wordt opgeheven ».
2) een letter D, toevoegen luidende als volgt :
« D. het 4º wordt aangevuld met een c), luidende als volgt :
« c) de organisatie en het algemeen beheer van de rijkswacht »
3) een letter E, toevoegen luidende als volgt :
« E. het « 3º », « 4º » en « 5, » vernummeren tot respectievelijk het « 2º », « 3º » en « 4º ». »
Verantwoording
Technische verbetering : de minister van Binnenlandse Zaken wordt reeds vermeld onder het (huidige) punt 4º van artikel 7, § 1, van de wet van 18 juli 1991 : het is derhalve beter de tekst van punt 2º mede onder te brengen onder punt 4º (en daarna te hernummeren).
Art. 9bis (nieuw)
Een artikel 9bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 10 van dezelfde wet wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende :
« Indien een klacht of een aangifte tegelijkertijd door een algemene inspectie of een dienst inspectie of intern toezicht als bedoeld in artikel 14bis en door de enquêtedienst van het Comité wordt behandeld, en de persoon die de klacht heeft ingediend of de aangifte heeft gedaan, niet uitdrukkelijk om het optreden van het Comité heeft verzocht, kan het Comité besluiten niet op die klacht of op die aangifte in te gaan. »
Verantwoording
Zelfde verantwoording als amendement nr. 5.
Art. 13
Het derde lid van het voorgestelde artikel 14bis doen vervallen.
Verantwoording
Deze wijziging wordt voorgesteld naar aanleiding van het advies dat over het voorstel werd uitgebracht door de bijzondere commissies belast met de parlementaire begeleiding van de Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten (Stuk Senaat, 1997-1998, nr. 390/3, blz. 15).
In dit verslag wordt aangegeven dat het beter is de tekst van het derde lid in te voegen in artikel 10 van de wet van 18 juli 1991, dan wel in het nieuwe artikel 14bis dat voorgesteld wordt. Artikel 10 verschaft het Comité P reeds de mogelijkheid om geen gevolg te geven aan een klacht of een aangifte die kennelijk niet gegrond is.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. Eric PINOIE. |
Art. 14
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 14. In artikel 28 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het eerste lid vervangen als volgt : « Het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten, hierna het Vast Comité I genoemd, is samengesteld uit een permanent vast lid, dat tevens voorzitter is, en twee niet-permanente vaste leden. Voor elk van hen wordt telkens een plaatsvervanger benoemd. Zij worden allen afwisselend benoemd door de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, die hen ook kunnen afzetten. De eerste benoemingen worden verricht door de Senaat. »
b) een nieuw lid toevoegen na het eerste lid, luidende als volgt : « Het permanent vast lid oefent zijn functie voltijds uit. De niet-permanente vaste leden nemen enkel deel aan de beraadslaging en het besluit over zaken die aan het Comité I alsdusdanig worden opgedragen. »
c) in het derde lid, 5º, worden de woorden « politie- of » opgeheven.
d) het derde lid aanvullen met een 6º, luidende als volgt : « 6º beschikken over de nodige kwaliteiten van loyauteit, discretie en integriteit voor de verwerking van gegevens die op nationaal en conform de internationale verbintenissen die België heeft aangegaan op internationaal niveau de hoogste classificatie hebben ».
e) het laatste lid vervangen als volgt : « De voorzitter moet een magistraat zijn. »
Verantwoording
a) en b) De ervaring leert dat de volledige symmetrie tussen de Comités P en I, zoals zij in de wet van 18 juli 1991 ingeschreven was, niet overeenstemt met de noodwendigheden van de controletaken van beide comités. Daar waar het Comité P de controle moet uitvoeren over honderden gemeentelijke politiekorpsen, de rijkswacht en de gerechtelijke politie, is de controle van het Comité I in wezen beperkt tot de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst. Daarom wordt voorgesteld het aantal voltijdse leden van het Comité I te herleiden tot één. Teneinde nochtans het principe van de collegialiteit en het pluralisme te behouden voor de principiële beslissingen, wordt voorgesteld daarenboven twee niet-permanente leden voor het Comité te voorzien.
c) Gelet op de inperking van het aantal leden dient de voorkeur gegeven te worden aan personen die beschikken over een ervaring specifiek wat betreft de activiteiten van de inlichtingendiensten.
d) Zie artikel 14, b) , van het voorstel.
e) Gezien de belangrijke rol die in dit amendement aan de voorzitter wordt toebedeeld, lijkt het aangewezen een magistraat tot deze functie te benoemen, daar dit waarborgen biedt zowel op het vlak van de onafhankelijkheid als de bekwaamheid.
Art. 15bis (nieuw)
Een artikel 15bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Het tweede lid van artikel 30 van dezelfde wet wordt opgeheven. »
Verantwoording
De schrapping van deze bepaling is verantwoord enerzijds omwille van de voorgestelde herleiding van het Comité I tot een permanent vast lid en twee niet-permanente vaste leden (zie amendement nr. 6) en anderzijds omwille van artikel 32 van het voorstel dat afwijkende termijnen vooropstelt aangaande de huidige benoemingen.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. |
Art. 17
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De aard en de omvang van de activiteiten van enerzijds de politiediensten en anderzijds de inlichtingendiensten verschillen grondig. De controle zal in beide gevallen dan ook niet dezelfde kunnen zijn.
De integratie van het Comité I in het Comité P is moeilijk verenigbaar met de eigenheid van de controle. Het is daarom wellicht beter niet tot een dergelijke integratie over te gaan.
Art. 18
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Zelfde verantwoording als amendement nr. 8.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. Eric PINOIE. |
Art. 19bis (nieuw)
Een artikel 19bis (nieuw) invoegen, luidende :
« In het tweede lid van artikel 33 van dezelfde wet worden de woorden « of de voorzitter ervan namens dit Comité, » ingevoegd tussen de woorden « Het Vast Comité I » en de woorden « en de Dienst enquêtes ».
Verantwoording
Vermits voorgesteld wordt het Comité I samen te stellen uit een permanent lid, dat tevens de voorzitter is, en twee niet-permanente leden (zie amendement nr. 6) moet het, vanuit praktische overwegingen, ook mogelijk zijn dat de vraag tot overlegging van informatie aan het Vaste Comité I uitgaat van de voorzitter ervan (en niet noodzakelijkerwijze van het Comité alsdusdanig).
Art. 21bis (nieuw)
Een artikel 21bis (nieuw) invoegen, luidende :
« In artikel 36 van dezelfde wet worden de woorden « de voorzitter van » ingevoegd tussen de woorden « zich door » en de woorden « het Vast Comité I. »
Verantwoording
Vermits voorgesteld wordt het Comité I samen te stellen uit een permanent lid, dat tevens de voorzitter is, en twee niet-permanente leden (zie amendement nr. 6) lijkt het, voor de goede gang van zaken, beter enkel de voorzitter te belasten met de overzending van de door de Kamer van volksvertegenwoordigers of door de Senaat opgevraagde onderzoeksdossiers.
Art. 23bis (nieuw)
Een artikel 23bis (nieuw) invoegen, luidende :
« In artikel 39 van dezelfde wet worden de woorden « Het Vast Comité I » vervangen door de woorden « De voorzitter van het Vast Comité I ».
Verantwoording
Ingevolge het voorstel het Comité I samen te stellen uit een permanent lid, dat tevens de voorzitter is, en twee niet-permanente leden (zie amendement nr. 6) strekt dit amendement er toe het gezag over de Dienst Enquêtes toe te vertrouwen aan de voorzitter van het Comité I.
Art. 23ter (nieuw)
Een artikel 23ter (nieuw) invoegen, luidende :
« In het eerste lid van artikel 40 van dezelfde wet worden de woorden « In opdracht van het Vast Comité I » vervangen door de woorden « In opdracht van de voorzitter van het Vast Comité I. »
Verantwoording
Ingevolge het voorstel het Comité I samen te stellen uit een permanent lid, dat tevens de voorzitter is, en twee niet-permanente leden (zie amendement nr. 6) strekt dit amendement er toe de opdracht tot het uitvoeren van onderzoeken door de Dienst enquêtes voortaan te laten uitgaan van de voorzitter van het Comité.
Art. 23quater (nieuw)
Een artikel 23quater (nieuw) invoegen, luidende :
« In het tweede lid van artikel 42 van dezelfde wet worden de woorden « het Vast Comité I » vervangen door de woorden « de voorzitter van het Vast Comité I. »
Verantwoording
Zelfde verantwoording als amendement nr. 13.
Art. 23quinquies (nieuw)
Een artikel 23quinquies (nieuw) invoegen, luidende :
« In artikel 48, § 4, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden « of de ondervoorzitter » opgeheven. »
Verantwoording
Bij aanneming van amendement nr. 6 is het noodzakelijk deze woorden te schrappen, daar niet langer voorzien wordt in de functie van ondervoorzitter.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. |
Art. 24
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Zelfde verantwoording als het amendement nr. 8.
Art. 24bis (nieuw)
Een artikel 24bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 56 van dezelfde wet wordt opgeheven. »
Verantwoording
De schrapping van dit artikel wordt voorgesteld ingevolge het advies van de bijzondere commissies belast met de parlementaire begeleiding van de Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten (Stuk Senaat, 1997-1998, nr. 390/3, blz. 22-23). In dit advies wordt gesteld dat « dit artikel, zeker in zijn huidige vorm, overbodig en in de praktijk onuitvoerbaar is ».
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. Eric PINOIE. |
Art. 26bis (nieuw)
Een artikel 26bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 61 van dezelfde wet wordt als volgt gewijzigd :
a) in § 1, eerste lid, eerste zin, worden de woorden « De leden van de Vaste Comités » vervangen door de woorden « De leden van het Vast Comité P en de voorzitter van het Vast Comité I » ;
b) in § 1, eerste lid, tweede zin, worden de woorden « is van toepassing op de leden van de Vaste Comités » vervangen door de woorden « is op hen van toepassing » ;
c) in § 1, tweede lid, worden de woorden « De leden van de Vaste Comités » vervangen door het woord « Zij » ;
d) § 2 wordt vernummerd tot § 3;
e) een nieuwe § 2 wordt ingevoegd, luidende als volgt : « De niet-permanente vaste leden van het Comité I hebben recht op presentiegelden gelijk aan een dertigste van de vergoeding toegekend aan de Voorzitter van het Comité I. »
Verantwoording
Bij amendement nr. 6 wordt voorgesteld het Vast Comité I voortaan samen te stellen uit een permanent vast lid en uit twee niet-permanente vaste leden.
Bijgevolg dient voor de niet-permanente leden van het Vast Comité I in een aangepaste wijze van vergoeding te worden voorzien.
Er wordt gekozen voor een systeem van presentiegelden : voor de dagen dat de niet-permanente leden aanwezig dienen te zijn, ontvangen zij een bedrag gelijk aan 1/30 van de vergoeding die toekomt aan de voorzitter. (Wat hun reis- en verblijfkosten betreft : zie het bestaande artikel 59 van de wet van 18 juli 1991.)
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. |
Art. 28
In het voorgestelde artikel 62 tussen de woorden « het administratief personeel, » en de woorden « van de infrastructuur » de woorden « voor zover hem het gezag daarover werd overgedragen overeenkomstig artikel 58, tweede lid, » invoegen.
Verantwoording
Deze wijziging wordt voorgesteld naar aanleiding van het advies dat over het voorstel werd uitgebracht door de bijzondere commissies belast met de parlementaire begeleiding van de Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten (zie Stuk Senaat, 1997-1998, nr. 390/3, blz. 20).
Zoals door de begeleidingscommissies voorgesteld, strekt dit amendement er toe te preciseren dat de giffier slechts belast is met het beheer van het administratief personeel binnen de grenzen van het gezag dat hem door het comité is overgedragen bij toepassing van artikel 58, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 (zoals gewijzigd door artikel 25 van het voorstel).
Art. 29
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Door de Raad van State werd opgeworpen dat de precieze strekking van deze « fundamentele wijziging » onduidelijk is (Stuk Senaat, 1996-1997, nr. 390/2, blz. 5).
Het komt in die omstandigheden verkieslijker voor de bestaande tekst te behouden, temeer daar uit de toelichting bij het voorstel evenmin voldoende duidelijk blijkt waarom een wijziging van de tekst zich opdringt.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. Eric PINOIE. |
Art. 29bis (nieuw)
Een artikel 29bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 65 van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt :
a) in § 1, worden de woorden « de leden van de Vaste Comités » vervangen door de woorden « de leden van het Vast Comité P en de voorzitter van het Vast Comité I » ;
b) in § 2, derde lid, worden de woorden « tot lid van een Vast Comité » vervangen door de woorden « tot lid van het Vast Comité P, tot voorzitter van het Vast Comité I » .
Verantwoording
Deze wijzigingen zijn noodzakelijk ingevolge amendement nr. 6, waarin wordt voorgesteld het Vast Comité I voortaan samen te stellen uit een permanent vast lid (dat een magistraat is) en uit twee niet-permanente vaste leden.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. |
Art. 33
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De schrapping van de artikelen 17, 18 en 24 werd voorgesteld door de amendementen nrs. 8, 9 en 16. Het heeft derhalve geen zin artikel 33 te behouden.
Ludwig CALUWÉ. Armand DE DECKER. Anne-Marie LIZIN. Joëlle MILQUET. Eric PINOIE. |