Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-800

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 9 november 2020

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Politie - Diploma's en graden - Gelijkschakeling - Stand van zaken - Maatregelen

politie
erkenning van diploma's
beroepsloopbaan
diploma

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
10/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-676

Vraag nr. 7-800 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Opleiding en diplomavereisten zijn in essentie een gemeenschapsbevoegdheid, vandaar de transversale insteek.

In het kader van de Bologna-akkoorden werd destijds gesteld dat elke studierichting in een bepaalde graad van diploma zou worden ingedeeld. Dat is ook het geval wat de politie betreft. De graad van inspecteur werd gelijkgesteld met een graduaat, hoofdinspecteur met een bachelor en commissaris met een master.

Kandidaten voor een van deze graden kunnen daartoe worden toegelaten ofwel via externe werving door over het overeenstemmende diploma te beschikken (en verder te slagen in de nodige proeven), ofwel via interne promotie, ook zonder over het overeenstemmende diploma te beschikken, mits te slagen in de nodige proeven.

Voor personen die via interne promotie één van deze graden vervullen zonder over het overeenstemmende diploma te beschikken, was gesteld dat zij, op grond van hun graad, een gelijkwaardigheidserkenning zouden bekomen die zij zouden kunnen meenemen voor andere betrekkingen van gelijkwaardig niveau. Wie bijvoorbeeld werd aangesteld tot commissaris zonder over een masterdiploma te beschikken, zou desalniettemin worden gelijkgeschakeld met de houders van een masterdiploma. Naar verluidt is dit evenwel nog altijd niet geregeld.

1) Klopt het dat deze problematiek nog altijd niet is geregeld? Welke stappen werden tot op heden op dat vlak reeds gezet? Wat zijn de vooruitzichten in dat verband?

2) Uw voorganger startte een project op betreffende de herziening van het onderwijs voor de veiligheidsberoepen en hun integratie binnen het hoger onderwijs. Is dit project inmiddels afgelopen? Zo ja, werd deze problematiek daarin behandeld en wat zijn de conclusies ervan? Zo niet, wat is de stand van zaken?

3) Hoe zit het met de implementatie van deze gelijkschakeling in de praktijk en wat zijn de vooruitzichten?

4) Welke maatregelen neemt de geachte minister desgevallend in dit verband?

Antwoord ontvangen op 10 december 2020 :

1) & 2) Via het project «Politieonderwijs binnen het veiligheidsonderwijs» is het onder andere de bedoeling om de basispolitieopleidingen (van agent tot en met hoofdcommissaris) af te stemmen op de Europese gangbare kwalificatiestructuur voor het onderwijs, om zo voor deze opleidingen te komen tot door de Gemeenschappen erkende professionele basisopleidingen die modulair zijn opgebouwd en waarin duaal leren centraal staat.

Die constructie moest eveneens toelaten om voor elke politionele basisopleiding de vereiste deelcertificaten (uitgedrukt in studiepunten) voor de verschillende opleidingsblokken te verwerven en een erkend einddiploma te behalen. Ook het geven van vrijstellingen aan de studenten ingevolge andere gevolgde opleidingen zou hiermee mogelijk worden.

In de geest van Europa en wetende dat ongeveer de helft van de Europese lidstaten deze weg zijn ingeslagen, zou het niet alleen een belangrijke erkenning zijn voor het politieberoep. Ongetwijfeld zal dit ook een verhoging inhouden van de kwaliteitsstandaarden op het vlak van het politieonderwijs en de vereisten naar de scholen toe, de docenten, de studenten, de verschillende beroepsprofielen, die rekening houden met de verschillende politiegraden (agent – inspecteur – hoofdinspecteur – commissaris – hoofdcommissaris) en die vertaald zijn in bijhorende opleidingsprogramma’s met te verwerven competenties.

Voor de graad van «inspecteur van politie» werd een beroepsprofiel opgesteld, goedgekeurd op niveau van de geïntegreerde politie en erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Ook een opleidingsprogramma is uitgewerkt voor de basisopleiding inspecteur. Dit stemt overeen met het niveau vijf van de Europese kwalificatiestructuur (HBO5).

Ook voor de «agenten» en de «hoofdinspecteurs» van politie is een ontwerp van beroepsprofiel opgesteld en een ontwerp van opleidingsprogramma uitgewerkt. De overeenstemming met de Europese kwalificatiestructuur staat echter nog ter discussie. De werkzaamheden voor de beroepsprofielen en de opleidingen van «(hoofd)commissaris» zijn nog niet aangevangen.

Ik zou toch willen beklemtonen dat dit project bijzonder complex is en op een weloverwogen manier moet worden aangepakt. Het is complex omwille van bevoegdheidsverdeling in ons land (de federale bevoegdheden inzake het politionele beroepsprofiel en statuut; de bevoegdheden van drie Gemeenschappen op vlak van onderwijs; de beheersmatige en organisatorisch sturing van de politie- en veiligheidsscholen op federaal, provinciaal (en gewestelijk voor de Brusselse Brusafe-school) en lokaal niveau). De hiermee gepaard gaande problemen en uitdagingen, konden in de vorige regeringsperiode van lopende zaken niet konden worden aangepakt.

Daarenboven doorkruisten dringende prioriteiten binnen de politieorganisatie (zoals het nieuwe rekruterings- en selectieconcept) als er buiten (zoals de politionele handhaving ingevolge de Covid-19-pandemie) het planningstraject.

3) & 4) Ook vandaag wil ik een antwoord geven op de noden binnen de politie. Ik wil me engageren om voor een jaarlijkse instroom van 1 600 aspirant-inspecteurs te zorgen; om het nieuwe selectieconcept te implementeren zodanig dat dit selectieproces kwaliteitsvoller en efficiënter kan verlopen.

Ik wil samen met de geïntegreerde politiedienst bekijken hoe het lineair en generalistisch selectie- en opleidingsproces dat belangrijk is voor de politiezones die aan basispolitiezorg doen, complementair kan zijn aan de meer gespecialiseerde instroom die voor entiteiten van de federale politie van essentieel belang is.

De gelijkschakeling is in de praktijk dus nog geen realiteit. Rekening houdend met het nieuwe regeerakkoord 2020-2024 en mijn jaarlijkse prioriteiten voor deze legislatuur, wil ik eerst analyseren hoe dit project grondig aan te pakken. Dit project zal alvast een inzet op langere termijn vragen.

Ik deel dan ook uw zorg om hier werk van te maken.