Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6272

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 10 december 2009

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden

Zilverfonds - Doelstelling - Mislukking van het project

Zilverfonds

Chronologie

10/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/1/2010)
26/2/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6269
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6270
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6271
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6273

Vraag nr. 4-6272 d.d. 10 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2001 werd het Zilverfonds door de regering Verhofstadt I gecreëerd. Na acht jaar blijkt dit niet meer te zijn dat een mislukt pedagogisch project.

Via het afbouwen van de overheidsschuld zouden de toekomstige vergrijzingkosten betaald worden. Het Zilverfonds zou aangesproken kunnen worden van zodra de schuldgraad onder 60 % van het bruto binnenlands product zou zakken. Dat zou in 2010 gebeuren.

Dat zal niet gebeuren aangezien de schuldgraad mede door de financieel-economische crisis weer aanzienlijk stijgt in plaats van te dalen.

Bovendien is het Zilverfonds een lege doos aangezien het fonds in eigen overheidspapier belegde. Als de overheid het Zilverfonds dus zou aanspreken, dan doet dit de schuld opnieuw stijgen.

Daarom deze vragen:

1. Zult u de strategie van het Zilverfonds nog verder volgen?

2. Bent u ervan overtuigd dat het Zilverfonds ooit van enig nut zal kunnen zijn voor het opvangen van de vergrijzingkosten?

3. Zult u het gefaalde pedagogisch project "Zilverfonds" opheffen of laat u het verder een stille dood sterven?

Antwoord ontvangen op 26 februari 2010 :

Ik wil eraan herinneren dat de vergrijzing van de bevolking een van de voornaamste maatschappelijke problemen vormt van de komende decennia. Dit demografisch verschijnsel en de gevolgen ervan op de financiering van de pensioenen is al vele jaren gekend.

In het licht van een kostenstijging door de vergrijzing heeft de wet van 5 september 2001 gezorgd voor een structuur die het mogelijk maakt om ons op deze uitdaging voor te bereiden.

Naar aanleiding van de verslechtering van de overheidsfinanciën en de politieke onzekerheid in 2007 wordt er geen krediet meer toegekend aan dit fonds.

Gezien het begrotingstekort zou het nadelig zijn voor de Staat om een dotatie toe te kennen aan deze parastatale. De uiteindelijke opbrengst van de rentes zou namelijk lager zijn dan de kosten van de leningen die regering zou moeten aangaan om haar tekorten te dekken.

Ik pleit ervoor om snel terug te komen tot een budgettair evenwicht en zo budgettaire marges te creëren die onze schuldenlast zou moeten terugdringen om zo meer bepaald het hoofd te kunnen bieden aan de vergrijzingskost.

Betekent dit dat we moeten stoppen dit fonds te gebruiken? Op dit punt denk ik dat we moeten beginnen nadenken over een jaarlijkse, structurele dotatie voor het vergrijzingsfonds. Met deze techniek kan het fonds systematisch gespijsd worden en zo gradueel in te spelen op de uitdaging van de stijgende pensioenkost.

Toch wacht ik liever het tussentijds verslag van de Nationale Pensioenconferentie af over pensioenen alvorens u een vollediger antwoord te geven.

We moeten dus onze verantwoordelijkheden nemen zonder demagogisch tewerk te gaan en alle generaties verzekeren van een hoger levenscomfort dan dat van de voorgaande, zonder hierbij de houdbaarheid van ons pensioenstelsel uit het oog te verliezen.