Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6269

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 10 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Zilverfonds - Doelstelling - Mislukking van het project

Zilverfonds

Chronologie

10/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/1/2010)
20/1/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6270
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6271
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6272
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6273

Vraag nr. 4-6269 d.d. 10 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2001 werd het Zilverfonds door de regering Verhofstadt I gecreëerd. Na acht jaar blijkt dit niet meer te zijn dat een mislukt pedagogisch project.

Via het afbouwen van de overheidsschuld zouden de toekomstige vergrijzingkosten betaald worden. Het Zilverfonds zou aangesproken kunnen worden van zodra de schuldgraad onder 60 % van het bruto binnenlands product zou zakken. Dat zou in 2010 gebeuren.

Dat zal niet gebeuren aangezien de schuldgraad mede door de financieel-economische crisis weer aanzienlijk stijgt in plaats van te dalen.

Bovendien is het Zilverfonds een lege doos aangezien het fonds in eigen overheidspapier belegde. Als de overheid het Zilverfonds dus zou aanspreken, dan doet dit de schuld opnieuw stijgen.

Daarom deze vragen:

1. Zult u de strategie van het Zilverfonds nog verder volgen?

2. Bent u ervan overtuigd dat het Zilverfonds ooit van enig nut zal kunnen zijn voor het opvangen van de vergrijzingkosten?

3. Zult u het gefaalde pedagogisch project "Zilverfonds" opheffen of laat u het verder een stille dood sterven?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2010 :

In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen:

1 en 3

Het aanleggen van reserves met het oog op de financiering van de extra-pensioenuitgaven ten gevolge van de vergrijzing werd in een wet ingeschreven. De regering heeft niet de intentie om het Zilverfonds te ontbinden. Ik ben integendeel van mening dat er moet gestreefd worden om zo vlug mogelijk opnieuw begrotingsoverschotten te bereiken om het Zilverfonds verder te financieren. De Zilverfondswet voorziet eveneens de mogelijkheid om het Fonds bijkomend te financieren met de opbrengst van maatregelen die de overheidsschuld verminderen zonder weerslag te hebben op het begrotingssaldo.

2

Het Zilverfonds is geen toverformule die de pensioenen gedurende dit millennium kan garanderen. Met het Zilverfonds wordt een geoormerkte schuldafbouw beoogd: de vrucht van de inspanningen van de huidige generatie om de overheidsschuld te verminderen worden opzij gezet om in de toekomst de pensioenen van dezelfde generatie te helpen betalen, zodat deze pensioenlast niet volledig op de schouders van de toekomstige generatie zou rusten. Het model gaat uit van een langdurig volgehouden schuldreductie, die spijtig genoeg tijdelijk doorkruist werd door de kredietcrisis en de daaropvolgende recessie.

Niettemin bedroegen de reserves van het Zilverfonds eind 2009 reeds 16  901 miljoen euro. Mits het opnieuw ombuigen van de evolutie van de schuldgraad en het bereiken van begrotingsoverschotten ben ik van mening dat het Zilverfonds wel degelijk een significante rol kan spelen in de betaalbaarheid van de pensioenen van de toekomstige generatie gepensioneerden.