Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-295

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 4 februari 2008

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Bewakingsagenten - Personen met andere taken - Visueel onderscheid

beveiliging en bewaking
culturele manifestatie
sportmanifestatie
kledingstuk

Chronologie

4/2/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-601

Vraag nr. 4-295 d.d. 4 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een omzendbrief van 7 maart 2001 betreffende de toepassing van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten bij de organisatie van evenementen (nu de wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid) aan de gouverneurs en de burgemeesters, bepaalt dat “het aangewezen is dat het publiek dat aan evenementen deelneemt het personeel belast met bewakingstaken duidelijk weet te onderscheiden van personen belast met andere logistieke taken. Personen die geen deel uitmaken van de interne bewakingsdienst of bewakingsonderneming en bijvoorbeeld uitsluitend belast zijn met ticketcontrole kunnen ten aanzien van het publiek geen verwarring laten bestaan omtrent hun functie. Deze personen kunnen dan ook geen werkkledij dragen dat verwijst naar een security- of bewakingsfunctie of dito onderneming”.

De vraag die men zich hierbij kan stellen is in hoeverre dit onderscheid dient te worden gemaakt. Volstaat het bijvoorbeeld dat de bewakingsagent een duidelijk zichtbare badge en een gestikt logo draagt, maar voor de rest een uniform draagt dat gelijkend is op of hetzelfde is als dat van personen met andere taken?

Bovendien stelt de omzendbrief dat het aangewezen is om dit onderscheid te maken. Verder stelt de omzendbrief dat er ten aanzien van het publiek geen verwarring over mag bestaan. In hoeverre is het te maken onderscheid bindend?