SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
17 octobre 2011 | 17 oktober 2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-3451 | Schriftelijke vraag nr. 5-3451 | ||||||||
de Sabine de Bethune (CD&V) |
van Sabine de Bethune (CD&V) |
||||||||
au ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes |
aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Institut pour l'égalité des femmes et des hommes (IEFH) - Coopération | Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen - Samenwerking | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
égalité homme-femme Institut pour l'égalité des femmes et des hommes intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes |
gelijke behandeling van man en vrouw Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen gendermainstreaming |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3437 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3438 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3439 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3440 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3441 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3442 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3443 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3444 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3445 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3446 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3447 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3448 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3449 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3450 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3452 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3453 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3454 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3455 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3456 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3457 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5269 |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3437 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3438 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3439 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3440 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3441 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3442 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3443 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3444 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3445 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3446 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3447 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3448 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3449 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3450 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3452 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3453 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3454 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3455 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3456 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3457 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-5269 |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-3451 du 17 octobre 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-3451 d.d. 17 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
L'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes (IEFH) fut créé par la loi du 16 décembre 2002. En vertu de l'article 4 de cette loi, l'Institut est notamment compétent pour : 1°faire, développer, soutenir et coordonner les études et recherches en matière de genre et d'égalité des femmes et des hommes et évaluer l'impact, en termes de genre, des politiques, programmes et mesures mis en œuvre ; 2° adresser des recommandations aux pouvoirs publics en vue de l'amélioration des lois et réglementations en application de l'article 3 ; 3° adresser des recommandations aux pouvoirs publics et aux personnes et institutions privées sur la base des résultats des études et des recherches visées au 1° ; 4° organiser le soutien aux associations actives en matière d'égalité des femmes et des hommes ou les projets ayant pour finalité la réalisation de l'égalité des femmes et des hommes; 5° aider, dans les limites de son objet, toute personne sollicitant une consultation sur l'étendue de ses droits et obligations. Cette aide permet à son/sa bénéficiaire d'obtenir des informations et des conseils sur les moyens de faire valoir ses droits; Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes : 1) L'IEFH a-t-il adressé une recommandation à votre département en 2010 ? Dans l'affirmative, laquelle et pourquoi ? Dans quelle mesure avez-vous tenu compte de ces recommandations dans votre politique ? 2) Combien de fois votre département a-t-il demandé conseil ou assistance à l'IEFH ? S'il ne l'a pas fait, pourquoi ? |
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) werd opgericht door de wet van 16 december 2002. Volgens artikel 4 van deze wet is het Instituut onder meer bevoegd om: 1º de studies en onderzoeken betreffende gender en gelijkheid van vrouwen en mannen te verrichten, ontwikkelen, ondersteunen en coördineren, en de impact van de concrete beleidslijnen, programma's en maatregelen vanuit genderperspectief te evalueren; 2º aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de wetten en reglementeringen, met toepassing van artikel 3; 3º aanbevelingen te richten tot de overheid, privé-personen of instellingen naar aanleiding van de resultaten van de onder 1º vermelde studies en onderzoeken; 4º ondersteuning en bijstand te organiseren aan de verenigingen die actief zijn op het vlak van gelijkheid van vrouwen en mannen, of voor projecten tot bevordering van gelijkheid van vrouwen en mannen; 5º binnen de perken van zijn doel, hulp te verlenen aan iedereen die om raad vraagt in verband met de omvang van zijn rechten en verplichtingen. Die hulp laat toe aan de betrokkene om inlichtingen en raadgevingen over de middelen die hij/zij kan aanwenden om zijn/haar rechten te doen gelden, te verkrijgen. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Heeft het IGVM in 2010 een aanbeveling gericht aan uw departement? Zo ja, welke en waarom? In hoeverre heeft u in uw beleid rekening gehouden met de aanbevelingen? 2) Hoe vaak heeft uw departement advies of bijstand gevraagd aan het IGVM? Zo niet, waarom niet? |