SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
23 février 2011 23 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1440 Schriftelijke vraag nr. 5-1440

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Services publics fédéraux (SPF) - Services publics de programmation (SPP) - Cellules stratégiques et secrétariats - Participation de personnes atteintes d'un handicap Federale overheidsdiensten (FOD's) - Programmatorische overheidsdiensten (POD's) - Beleidscellen en secretariaten - Participatie van mensen met een beperking 
________________
ministère
travailleur handicapé
intégration des handicapés
handicapé
ministerie
werknemer met een beperking
integratie van gehandicapten
gehandicapte
________ ________
23/2/2011Verzending vraag
21/4/2011Antwoord
23/2/2011Verzending vraag
21/4/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1434
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1436
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1429
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1430
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1431
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1432
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1433
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1434
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1435
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1436
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1437
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1439
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1441
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1442
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1444
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1445
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1446
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1447
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1448
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1449
________ ________
Question n° 5-1440 du 23 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1440 d.d. 23 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'objectif de toute politique basée sur l'égalité des chances est que les personnes atteintes d'un handicap participent, de manière optimale, à la vie sociale en général, et au marché du travail en particulier. Pour que cet objectif essentiel soit atteint, toutes les autorités sont censées donner l'exemple et jouer un rôle moteur. Elles peuvent notamment mettre en œuvre une politique proactive et explicite en matière de personnel en fixant des priorités et en développant des instruments concrets.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Quel est le nombre de personnes atteintes d'un handicap, tant en chiffres absolus qu'en chiffres relatifs, qui occupent une fonction correspondant à leurs compétences dans les cellules stratégiques, le secrétariat ministériel et les entités administratives ? Quelle est leur ventilation en fonction du type de handicap (physique, sensoriel, mental, ...) ? Dans quelles fonctions et à quels niveaux ces personnes sont-elles employées ? Quelle a été l'évolution de cette présence qualitative et quantitative au cours de la période 2006-2010 ? Comment le premier ministre évalue-t-il cette évolution ?

2) Le premier ministre a-t-il pris des initiatives spécifiques afin de recruter davantage de personnes atteintes d'un handicap dans sa cellule stratégique, son secrétariat et ses entités administratives ? Dans l'affirmative, quelles initiatives et quel en a été l'impact ? Dans la négative, pourquoi n'a-t-il pas pris pareille initiative ?

3) Envisage-t-il encore d'autres initiatives ? Dans l'affirmative, lesquelles, quand et quels sont les objectifs et les effets escomptés ?

 

Elk beleid dat op gelijke kansen is gericht, beoogt een optimale participatie van mensen met beperkingen aan het maatschappelijke leven in het algemeen en aan de arbeidsmarkt in het bijzonder. Om die essentiële doelstelling te halen mag worden verwacht dat alle overheden een inspirerend voorbeeld geven en een voortrekkersrol spelen. Dat kan onder meer door een proactief en expliciet personeelsbeleid dat prioriteiten vastlegt en concrete instrumenten ontwikkelt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Hoeveel mensen met een beperking, zowel absoluut als relatief, zijn binnen hun competenties tewerkgesteld bij de beleidscellen, het ministeriële secretariaat en de administratieve eenheden? Wat is de verdeling op basis van het soort beperking (fysiek, sensorisch, mentaal, …)? In welke functies en op welke niveaus zijn die mensen tewerkgesteld? Hoe evolueerde die kwalitatieve en kwantitatieve aanwezigheid in de periode 2006 -2010? Hoe evalueert de eerste minister die ontwikkeling?

2) Heeft de eerste minister specifieke initiatieven genomen om meer mensen met beperkingen aan te werven in de beleidscel, het secretariaat en de administratieve eenheden? Zo ja, welke initiatieven en wat was het effect? Zo niet, waarom heeft hij geen initiatief genomen?

3) Plant hij nog specifieke initiatieven? Zo ja, welke, wanneer en met welke doelstellingen en verhoopte effecten?

 
Réponse reçue le 21 avril 2011 : Antwoord ontvangen op 21 april 2011 :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements demandés.

1. En 2006, le Service public fédéral (SPF) P&O employait douze personnes handicapées. En 2008 et 2010, une treizième et une quatorzième personne handicapée ont été recrutées. Vu qu’en 2010 une personne handicapée a par ailleurs pris sa pension, le nombre total de personnes handicapées est resté constant, à savoir treize personnes pour la période 2008-2010.

Cela représentait proportionnellement 3,59 % de l’effectif total du personnel exprimé en ETP.

Les fonctions de ces personnes handicapées sont très diverses suivant leurs niveaux respectifs. Parmi les treize personnes, deux sont de niveau B, quatre de niveau C et sept de niveau D.

Trois personnes sont affectées d’un handicap visuel, trois d’un handicap moteur et deux d’un handicap mental. cinq personnes ont choisi de ne pas révéler la nature de leur handicap.

En ce qui concerne la composition de ma cellule stratégique, j’attribue énormément d’importance à la diversité, sous tous ses aspects. Une personne handicapée a été engagée et exerce des fonctions logistiques.

2. Malgré le fait que le SPF P&O ait déjà dépassé le quota de 3 %, celui-ci continue à faire des efforts pour recruter des personnes handicapées. Le SPF le fait notamment en consultant à chaque fois la réserve de recrutement séparée par fonction pour les personnes handicapées, pour autant qu’elle existe. Depuis 2009, le SPF P&O a un abonnement annuel ‘Emloyeur à la une’ chez “Wheelit”.

Wheelit est une plate-forme internet qui a pour mission de publier des offres d’emploi destinées aux personnes handicapées et de créer en Belgique la plus importante CV-thèque reprenant leurs atouts mis en valeur de manière optimale.

3. cf. réponse à la question 2

Ik heb de eer het geachte lid de gevraagde informatie mee te delen.

1. In 2006 stelde de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O twaalf personen met een handicap tewerk. In 2008 en 2010 werden een dertiende en een veertiende persoon met een handicap aangeworven. Vermits er in 2010 tevens een persoon met een handicap met pensioen ging, bleef het totale aantal personen met een handicap constant op dertien in de periode 2008-2010.

Dit is 3,59 % van het totale personeelsbestand uitgedrukt in VTE’s.

De functies van deze personen met een handicap zijn zeer divers, conform hun overeenkomstige niveaus. Van de dertien personen zijn er twee van niveau B, vier van niveau C en zeven van niveau D.

Wat de aard van hun beperking betreft gaat het om visuele handicaps (drie personen), motorische handicaps (drie personen) en mentale handicaps (twee personen). vijf personen verkozen de aard van hun handicap niet bekend te maken.

Voor wat betreft de samenstelling van mijn beleidscel, hecht ik belang aan diversiteit in al zijn aspecten. Een persoon met een handicap werd aangeworven en oefent logistieke taken uit.

2. Niettegenstaande het feit dat de FOD P&O het quotum van 3 % al heeft overschreden, blijft de FOD P&O inspanningen doen om personen met een handicap aan te werven. Dit doet de FOD P&O onder andere door telkens de aparte wervingsreserve per functie voor personen met een handicap te raadplegen, voor zover die bestaat. Sinds 2009 heeft de FOD P&O een jaarabonnement Topwerkgever bij “Wheelit”.

Wheelit is een webplatform dat als missie heeft: het publiceren van werkaanbiedingen die bestemd zijn voor personen met een handicap en het creëren van de belangrijkste CV-theek in België waarin hun troeven optimaal tot hun recht komen.

3. zie antwoord op vraag 2