BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
29 december 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-780

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden
________
Vakbonden - Syndicale vorming - Bijdragen door instellingen, diensten of agentschappen - Gebrek aan transparantie
________
vakbond
economische steun
openbaarheid van het bestuur
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
plaatsbewijs
vakbondsvertegenwoordiger
________
29/12/2010Verzending vraag
23/8/2011Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-774
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-775
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-776
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-777
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-778
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-779
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-781
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-782
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-783
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-784
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-785
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-786
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-787
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-788
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-789
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-790
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-791
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-792
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-793
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-794
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-795
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-780 d.d. 29 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit eerdere vragen die in het Vlaams Parlement werden gesteld, blijkt dat sommige instellingen hebben beslist om jaarlijks een geldbedrag voor syndicale vorming over te maken aan de drie "representatieve" vakbonden: het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV), het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB). Die betaling was nieuws voor het parlement en ze was nergens duidelijk vermeld in een jaarrekening, een begroting of een jaarverslag. Controle bleek zo goed als onbestaande.

Hierdoor rijst de vraag in hoeverre er ook bij federale agentschappen, bedrijven, instellingen en diensten geld wordt overhandigd aan (vertegenwoordigers van) de drie "representatieve" vakbonden of eventuele andere vakbonden, al dan niet in ruil voor vermeende prestaties, zoals niet-gecontroleerde syndicale vorming.

Uit de Vlaamse casus blijkt onder meer dat de drie bonden hun interne vergaderingen laten subsidiëren als 'syndicale vorming'.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen met betrekking tot de diensten, agentschappen, bedrijven en instellingen betreft die onder uw toezicht of controle staan.

1. Welke vormen van toelagen, premies, ondersteuningen, terugbetalingen van kosten, tegemoetkomingen, ... waren voorzien voor vakbonden en/of hun vertegenwoordigers in 2009?

2. Welk bedrag werd hieraan besteed in 2009? Graag kreeg ik een volledige lijst van de diensten, agentschappen, bedrijven en instellingen die onder het toezicht en de controle van de minister vallen, met een vermelding van de aard van de toelage, het bedrag, de begunstigde vakbond en/of vertegenwoordiger per vakbond en het bedrag in 2009.

3. Op welke wettelijke of decretale basis berusten de voorwaarden voor het verkrijgen van elk van die toelagen, of op welke beslissing van welk bevoegd orgaan binnen de instelling?

4. Werden de eventuele ingebrachte facturen en bewijsstukken, op het ogenblik dat de bedragen door de bonden of hun vertegenwoordigers werden opgevraagd, door de diensten, instellingen, agentschappen en bedrijven onder uw gezag vergeleken met de opgelegde voorwaarden om te zien of betaling verschuldigd was? Zo neen, waarom niet?

5. Werden, op het ogenblik dat de bedragen door de bonden of hun vertegenwoordigers werden opgevraagd, de eventuele ingebrachte facturen en bewijsstukken door de diensten, instellingen, agentschappen en bedrijven onder uw gezag onderling vergeleken om dubbel gebruik te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

6. Werd na de uitbetaling effectief gecontroleerd of de toelage voor de vooropgestelde doelstelling werd gebruikt ? Zo ja, door wie en op welke wijze?

7. Meent u dat de instellingen onder uw gezag ter zake in 2009 de beginselen van behoorlijk bestuur hebben nageleefd? Zo neen, welke concrete maatregelen neemt u om de reglementaire basis, de voorwaarden, de controle bij de opvraging en de controle nadien in te voeren of te versterken?

8. Vindt u het aanvaardbaar dat vakbonden hun interne vergaderingen laten subsidiëren als 'syndicale vorming'? Zo neen, zal u de instellingen onder uw gezag melden dat dit onmogelijk kan worden aanvaard?

Antwoord ontvangen op 23 augustus 2011 :

In antwoord op zijn vragen kan ik het volgende antwoorden.

1. De Rijksdienst voor Pensioenen en de Pensioendienst voor de Overheidssector hebben in 2009 geen toelagen, premies, ondersteuningen, terugbetalingen van kosten, tegemoetkomingen, onder welke vorm ook, in het kader van syndicale vorming aan de verschillende vakbonden en/of hun vertegenwoordigers voorzien.

2 tot en met 8. Niet van toepassing.