BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
24 mei 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6341

de Peter Van Rompuy (CD&V)

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________
Behavioral Economics - Nudges - Economische relance - Kleine economische ingrepen - Maatregelen
________
heractivering van de economie
ministerie
bewustmaking van de burgers
gedragswetenschap
________
24/5/2012Verzending vraag
19/7/2012Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6325
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6326
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6327
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6328
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6329
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6330
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6331
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6332
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6333
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6334
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6335
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6336
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6337
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6338
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6339
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6340
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6342
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6341 d.d. 24 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

We merken de internationale opgang van "behavioral economics"; een economische microstijl gebaseerd op een reeks kleine, maar logische ingrepen. Het gaat om een reeks sociale, cognitieve en emotionele factoren die die 'economische' beslissing van een individu, een groep of een samenleving kunnen beïnvloeden. De idee is dat het mogelijk is mensen te stimuleren tot het nemen van een betere keuze. Doel kan zijn de effectiviteit van het overheidsbeleid te verbeteren.

Concrete voorbeelden op basis van het regeerakkoord:

- De regering wenst het energieverbruik te doen dalen. In de Verenigde Staten zullen autoconstructeurs niet langer moeten aangeven hoeveel liter een auto verbruikt per 100 km, maar wel wat de verwachte totale kostprijs zal zijn in vijf jaar tijd. Deze licht aangepaste boodschap heeft een groot effect op het koopgedrag, het energieverbruik en brengt geen kost met zich mee.

- De regering wenst belastingen beter te innen. Het opstellen van een brief, aan wanbetalers, in een meer begrijpelijke taal heeft tot gevolg dat het aantal betalers verdubbelt.

Deze concrete voorbeelden tonen aan dat we kleine kansen laten liggen om economische relance te bekomen. Kleine duwtjes "nudges" om de economie te doen groeien zonder extra uitgaven voor de overheid. Het is echter niet mogelijk om de volledige begroting met deze ingrepen recht te trekken. De relanceplannen en de begrotingscontrole zijn veel belangrijkere instrumenten. Toch kunnen deze duwtjes België op de goede weg zetten.

Landen als de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en Denemarken zijn zich bewust van de effectiviteit van deze techniek en hebben hiervoor een speciale cel opgericht.

Om voorgaande redenen had ik graag geweten of u de effectiviteit van "nudges" voor het departement waarvoor u verantwoordelijk bent inziet? Zo ja, welke concrete maatregelen stelt u hieromtrent voor?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2012 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord te geven:

  1. De geïntegreerde aanpak van gedragseconomische theorieën is veelbelovend en ook relevant voor de organisatie van de publieke sector. Hoewel de gehanteerde methodieken in vele gevallen eerder gericht zijn op het beïnvloeden van het keuzegedrag van een consument of burger, kunnen kleine ingrepen ook het responsabiliseren van ambtenaren sterk verhogen. Zowel de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O als FEDICT kunnen als veeleer ondersteunende diensten hierin een voortrekkersrol opnemen. De voorbije maanden werden reeds enkele initiatieven opgezet om een cultuur van efficiëntie in de federale overheid te stimuleren.

  2. Een eerste voorbeeld hiervan is de verhoging van de diversiteit. Het is algemeen bekend dat diversiteit in de personeelsbezetting de efficiëntie ten goede komt. Enkele “duwtjes” hier zijn de quota voor mannen en vrouwen in de managementfuncties en de diversiteitscharters.

  3. Verder verwijs ik graag naar mijn initiatieven inzake de ontwikkelcirkels die er op gericht zijn de ambtenaren duidelijke individuele objectieven te geven, hen nog meer te responsabiliseren op de resultaten die we van hen verwachten en hen hier regelmatig op aan te spreken. Het verkorten van de evaluatiecyclus naar één jaar is hier een duidelijke stimulans.

  4. De FOD P&O heeft samen met het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid de eerste piloten voor efficiëntieteams in de federale overheidsdiensten opgestart. Deze aanpak wil op een participatieve manier het efficiënter te werken versterken door veranderingsagenten uit de organisaties op te leiden in een onderbouwde aanpak gebaseerd op onder meer de lean-methodologie en hen de mogelijkheid te geven via projectgroepen kleine concrete verbeteringen aan te brengen in hun dagelijks functioneren. De aanpak bewijst zijn succes door de resultaten die reeds werden bereikt en door de groeiende groep deelnemers en projecten.

  5. Het werken aan een cultuurverandering via de geïntegreerde klantenaanpak die werd uitgewerkt door de FOD P&O. De bedoeling hier is de gebruikers van de overheidsdiensten te betrekken bij de verbetering van de dienstverlening en de ambtenaren meer klantgericht te laten werken. De eerste resultaten hier blijken uit de veralgemening van het klachtenmanagement en het groeiend aantal klantentevredenheidsmetingen.

  6. Tenslotte verwijs ik naar de recente oprichting van Optifed, een tijdelijke interne cel die de efficiëntie binnen de federale overheid verder moet verhogen door onder meer het identificeren van best practices die de werking van de federale administratie efficiënter en goedkoper maken. Deze best practices worden daarna veralgemeend toegepast, waarbijde voorrang gaat naar projecten die relatief snel besparingswinst opleveren. Deze besparingswinst kan dan geherinvesteerd worden in projecten die op hun beurt weer winst genereren.