5-2017/2 | 5-2017/2 |
18 JUNI 2013
Nr. 1 VAN MEVROUW ZRIHEN
Aan de considerans, een punt M (nieuw) toevoegen, luidende :
« M. gelet op de goedkeuring door de Malinese autoriteiten (29 januari 2013) van een stappenplan waarbij, enerzijds, voorzien wordt in gesprekken met de « wettelijke vertegenwoordigers van de bevolkingen uit het noorden » (lokale verkozenen, maatschappelijk middenveld) en de niet-terroristische gewapende groeperingen die de integriteit van Mali erkennen en, anderzijds in verkiezingen tegen 31 juli 2013; ».
Nr. 2 VAN MEVROUW ZRIHEN
Aan de considerans, een punt N (nieuw) toevoegen, luidende :
« N. ervan overtuigd dat het essentieel is dat Malinese burgers op het hele grondgebied kunnen stemmen bij de volgende verkiezingen waarvan de eerste ronde voorzien is op 28 juli 2013; »
Nr. 3 VAN MEVROUW ZRIHEN
In het dispositief, een punt 1bis (nieuw) invoegen, luidende :
« 1bis. het verkiezingsproces in Mali te steunen waarvan de eerste ronde voorzien is op 28 juli 2013 en de Europese Commissie op te roepen om zowel menselijke, logistieke als financiėle middelen ter beschikking te stellen om een goed verloop van die verkiezingen te waarborgen; ».
Nr. 4 VAN MEVROUW ZRIHEN
In het dispositief, punt 2 aanvullen als volgt :
« waarbij een echt nationaal verzoeningsproces wordt betracht ».
Nr. 5 VAN MEVROUW ZRIHEN
In het dispositief, in het punt 3, de woorden « — met inbegrip van de voedselzekerheid — » invoegen tussen het woord « veiligheid » en de woorden « van de Sahel ».
Olga ZRIHEN. |
Nr. 6 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan de considerans, een punt M (nieuw) toevoegen, luidende :
« M. gelet op de rapportering in de New York Times (7/02/2013) over Belgische wapens die oorspronkelijk aan Libiė waren geleverd en uiteindelijk in Mali terecht zijn gekomen; ».
Verantwoording
Zoals terecht in de toelichting bij dit voorstel van resolutie wordt aangehaald, hebben de rebellenbewegingen in het noorden van Mali hun succes deels te danken aan de toestroom van troepen en wapens vanuit Libiė na de val van Mouammar Khadafi. Onder andere de Toeareg (rebellengroep : MNLA) zouden dankbaar gebruik gemaakt hebben van Belgische wapens in hun strijd gebied te veroveren in het noorden van Mali. Een recent rapport van de VN-Veiligheidsraad bevestigt dat aan een alarmerend tempo wapens vanuit Libiė zich verspreiden in West Afrika. Ook de New York Times berichtte hoe deze Libische wapens in Mali terecht zijn gekomen, net zoals het rapport « Rebel Forces in Northern Mali », door Conflict Armament Research, dat gewag maakt van verschillende wapens uit de FN-fabriek in handen van Malinese Rebellen.
In toenemende mate is daarbij duidelijk geworden dat deze wapens van origine niet zelden Belgisch zijn. FN Herstal heeft in het verleden immers verschillende wapenleveringen aan het regime van Khadafi gedaan en dit niet altijd op een even transparante wijze. Het voorstel van resolutie met betrekking tot de responsabilisering op het vlak van de export van Belgische wapens naar Libiė, ingediend door senator Lijnen (stuk Senaat, nr. 5-2078/1), stelt dit nadrukkelijk aan de kaak en reikt hiertoe oplossingen aan die ook in dit voorstel van resolutie met betrekking tot Mali dienen opgenomen te worden. Deze Libische wapens zouden intussen ook verspreid zijn tot in Tsjaad, Egypte, Gaza, Syriė en Libanon.
Deze wapens die in Mali terecht zijn gekomen, zijn dus voor de zoveelste maal een bewijs van de te beperkte controle die er is op de eindbestemming van geleverde wapens.
Er is daarom dringend nood om ons hierover te bezinnen en op zijn minst strikt de wetgeving na te leven. De Europese wetgeving heeft twee verdragen die hier van groot belang zijn. Ten eerste is er de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer. De lidstaten hebben hier gemeenschappelijke criteria vastgelegd voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor de uitvoer van militair materiaal. Ten tweede is er het gemeenschappelijk standpunt over het toezicht op de tussenhandel in wapens. Deze Europese verdragen zijn in de Belgische wetgeving omgezet.
De belangrijkste Belgische wetgeving omtrent wapenexport is de in-, uit- en doorvoerwet voor militair materieel van 5 Augustus 1991. Deze wet is sinds de bevoegdheidsoverdracht van 2003 ook bindend voor de gewesten. De wet van 12 augustus 2003 die deze bevoegdheidsoverdracht heeft geregeld, heeft bovendien het kader verder verstrengd voor de gewesten aangezien ze de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer moeten volgen. Recente gebeurtenissen doen echter vragen rijzen — en de auteurs van het amendement wensen nadrukkelijk niet alleen Walloniė met de vinger te wijzen — over de strikte naleving van de wetgeving.
Nr. 7 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan de considerans, een punt N (nieuw) toevoegen, luidende :
« N. gelet op het recente rapport van de VN-Veiligheidsraad (S/2013/99) dat wijst op de verspreiding van wapens vanuit Libiė naar West-Afrika, tot in het oosten van de Middellandse Zee; ».
Nr. 8 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan de considerans, een punt O (nieuw) toevoegen, luidende :
« O. gelet op het rapport « Rebel Forces in Northern Mali : documented weapons, ammunition and related materiel » van Conflict Armament Research, dat wijst op de aanwezigheid van Belgische wapens bij rebellen in het noorden van Mali; ».
Nr. 9 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan de considerans, een punt P (nieuw) toevoegen, luidende :
« P. gelet op de internationale verdragen en nationale wetgeving met betrekking tot de uitvoer en tussenhandel van wapens : het Wassenaar Arrangement (WA), de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, het gemeenschappelijk standpunt van de Europese Unie over het toezicht op de tussenhandel in wapens, de in-, uit- en doorvoerwet voor militair materieel van 5 augustus 1991 die door de bijzondere wet van 12 augustus 2003 tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, omgezet is geweest naar een gewestbevoegdheid; ».
Nr. 10 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan het dispositief, een punt 12 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 12. een beleid te voeren waarbij ons land en zijn deelstaten de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de VN en de EU, binnen Belgiė en tussen de gewesten, strenger naleeft door een evaluatie van het huidig exportbeleid inzake wapens door te voeren en in de toekomst nadrukkelijk toe te zien op de eindbestemming van de wapens en het risico op doorvoer; ».
Nr. 11 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan het dispositief, een punt 14 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 14. vraagt de regering een inventaris op te maken van de wapens die verspreid zijn geraakt in Mali; ».
Nr. 12 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan het dispositief, een punt 15 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 15. na te gaan of de Malinese overheid kan geholpen worden in het traceren van Belgische wapens en deze vervolgens in te zamelen en te vernietigen; ».
Nr. 13 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan het dispositief, een punt 16 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 16. vraagt de regering steun te verlenen aan een onderzoek naar het gebruik van Belgische wapens in het conflict in Mali, inzonderheid bij geweldpleging tegen de burgerbevolking; ».
Jean-Jacques DE GUCHT. |
Johan VERSTREKEN. |
Bert ANCIAUX. |
Nr. 14 VAN MEVROUW MATZ
In het dispositief, in punt 3, de woorden « de benoeming en » doen vervallen.
Verantwoording
Update. De heer Michel Reveyrand-de Menthon werd op 18 maart 2013 tot speciale EU-vertegenwoordiger voor de Sahel benoemd.
Nr. 15 VAN MEVROUW MATZ
In het dispositief, in punt 5 a), de woorden « de internationale humanitaire wetten » vervangen door de woorden « het internationaal humanitair recht ».
Verantwoording
Nauwkeuriger formulering.
Vanessa MATZ. |
Nr. 16 VAN DE HEER VERSTREKEN
Aan de considerans, een punt M (nieuw) toevoegen, luidende :
« M. overwegende dat Mali grootschalige humanitaire hulp nodig heeft en dat circa een miljoen mensen voedselhulp nodig hebben, waaronder 167 000 vluchtelingen in de buurlanden en 227 000 binnenlandse ontheemden; »
Nr. 17 VAN DE HEER VERSTREKEN
In het dispositief, het punt 1 doen voorafgaan door een nieuw punt 1, luidende als volgt :
« 1. de soevereiniteit, eenheid en integriteit van het Malinese grondgebied nogmaals te bevestigen en ervoor te zorgen dat Malinese overheid in staat is deze op lange termijn te waarborgen. »
Verantwoording
Het is belangrijk dat de ons land zoals ook de internationale gemeenschap duidelijk de integriteit van het Malinese grondgebied erkent. Dit met het uitgangspunt zijn van deze resolutie. De Malinese regering moet over voldoende middelen beschikken om de integriteit van het land op lange termijn te behouden en te versterken. De EU opleidingsmissie ter hervorming van de militaire strijdkrachten is daar één van.
Nr. 18 VAN DE HEER VERSTREKEN
In dispositief, punt 2 als volgt aanvullen :
« en tevens alles in het werk te stellen om de Commissie voor nationale dialoog en wederopbouw te ondersteunen; »
Verantwoording
De Malinese overheid heeft een belangrijk signaal gegeven via de oprichting van de Commissie voor nationale dialoog en wederopbouw. Dit past overigens in het kader van het stappenplan naar een herstel van de democratie. Ons land moet alles in het werk stellen om deze te ondersteunen en zodoende een duurzame en breed gedragen oplossing te bewerkstelligen.
Nr. 19 VAN DE HEER VERSTREKEN
In het dispositief, een punt 5bis(nieuw) invoegen, luidende als volgt :
« 5bis. alle mensenrechtenschendingen te veroordelen en alles in het werk te stellen om de daders ervan aansprakelijk te stellen door onder andere de Malinese autoriteiten aan te moedigen om mee te werken aan het onderzoek van het Internationaal Strafhof. »
Verantwoording
Het Internationaal Strafhof heeft beslist om de (zware) mensenrechtenschendingen in Mali te onderzoeken. Het is belangrijk dat de schuldigen vervolgd en veroordeeld worden. Daarom moet ook de overheid hieraan meewerken.
Johan VERSTREKEN. |
Nr. 20 VAN DE HEER HELLINGS
Aan de considerans, een punt M (nieuw) toevoegen, luidende :
« M. gelet op de conclusies van de buitengewone Top van de Conferentie van Staatshoofden en Regeringsleiders van de Economische Gemeenschap van de West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) op 3 mei 2012 in Dakar; »
Verantwoording
Dit amendement houdt verband met een volgend amendement betreffende de uitvoering van de « nationale assisen ». Dit amendement strekt ertoe eraan te herinneren dat, naast de verschillende maatregelen die op Belgisch, Europees en VN-niveau zijn genomen, de Afrikaanse landen zich op regionaal niveau zelf hebben georganiseerd om hun Malinese buur bij te staan om het pad van de democratische overgang te volgen.
Nr. 21 VAN DE HEER HELLINGS
In het dispositief, punt 4 vervangen als volgt :
« de Malinese autoriteiten en hun partners te blijven steunen om samen te werken met de actoren die sociale, economische of nationalistische eisen uitdragen en elke samenwerking met groepen die hun ideeėn met terroristische middelen verdedigen, te verwerpen, overeenkomstig de reeds ingenomen standpunten van de Malinese autoriteiten bij de onderhandelingen over het voorakkoord van Ouagadoudou om de Malinese crisis op te lossen; »
Verantwoording
De oorspronkelijke paragraaf vermeldde « legitieme » actoren. De indiener vindt het delicaat om hier over legitimiteit te spreken. Wie kan immers omschrijven welke groepen legitieme eisen stellen en welke niet. In dit amendement wordt voorgesteld om punt 4 te herformuleren waarbij de nadruk wordt gelegd op het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen de civiele en paramilitaire groeperingen, een onderscheid waarmee al rekening werd gehouden tijdens de recente onderhandelingen van Ouagadoudou. In dit reeds vergevorderd stadium van de onderhandelingen is er geen sprake meer van « aanmoedigen » maar van daadwerkelijk een intra-Malinees proces te « blijven steunen ».
Nr. 22 VAN DE HEER HELLINGS
Aan het dispositief, een punt 12 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 12. de regeringsploeg die na de presidentsverkiezingen zal worden geļnstalleerd, bij te staan (samen met onze partners van de Europese Unie) bij het opnieuw opstarten van het participatief proces, de zogenoemde « nationale assisen », aangezien de Afrikaanse partners van Mali om de uitvoering van dit overlegkader hebben verzocht tijdens de Top van ECOWAS van 3 mei 2012; »
Verantwoording
Punt 9 van de conclusies van de ECOWAS-Top van mei 2012 is duidelijk over de noodzaak om snel het uitgebreid overlegproces opnieuw op te starten waarin alle actoren worden betrokken. Dit initiatief werd nochtans al door de eerste minister van de transitie, Cheickh Modibo Diarra, gelanceerd. De assisen konden helaas niet plaatsvinden van 11 tot 13 december 2012, zoals voorzien, vanwege het gedwongen aftreden van de eerste minister op 10 december van hetzelfde jaar.
Een dergelijk proces opnieuw opstarten zou politieke partijen, organisaties van het maatschappelijk middenveld, vertegenwoordigers van de verschillende culturele en religieuze gemeenschappen in staat stellen niet alleen hun verwachtingen kenbaar te maken bij de nieuwe autoriteiten, maar vooral hun wensen over het politieke systeem dat ze in hun land zouden willen, te doen gelden.
Dit amendement toont aan dat de Malinezen zelf dat toekomstig systeem moeten vaststellen en niet de internationale gemeenschap, ook al is ze de grootste gelddonor voor Mali.
De uitdaging in dit democratisch overgangsproces is niet nog eens het westers democratisch model op te leggen, of in te voeren in Afrika, zoals helaas het geval was bij het vaststellen van de grenzen in de jaren 60. Het is de taak van de Malinezen om met de hulp van hun Afrikaanse buren, hun land herop te bouwen en na te denken over de beste manier om de verschillende gebruiken, culturen, talen en economische belangen met elkaar in overeenstemming te brengen. De « nationale assisen » zouden bijdragen tot dat proces, een initiatief dat Belgiė en de Europese Unie moeten ondersteunen.
Benoit HELLINGS. |
Nr. 23 VAN MEVROUW ARENA
Aan de considerans, een punt M (nieuw) toevoegen, luidende :
« M. gelet op het voorstel van resolutie van de EU (stuk B7-0254/2013) over de wederopbouw en democratisering van Mali, (2013/2587(RSP), ingediend naar aanleiding van vragen met verzoek om mondeling antwoord B7/0205/2013 en B7-B0206/2013, dat meer bepaald de EU en haar internationale partners ertoe oproept de West-Afrikaanse regeringen te helpen in hun strijd tegen drugshandel en de verspreiding van wapens, en de landen in de regio ertoe oproept een evenwichtige en duurzame ontwikkelingsstrategie te verheffen tot de kern van hun ontwikkelingsbeleid, de bevolking in het algemeen openbare basisvoorzieningen te verstrekken en met name voor jongeren werkgelegenheidskansen te scheppen; dat oproept tot een intensievere hervorming van de Malinese strijdkrachten en de opbouw van breder opgezette veiligheidsdiensten onder democratisch burgertoezicht; ».
Verantwoording
Actualisering.
Nr. 24 VAN MEVROUW ARENA
Aan het dispositief, een punt 12 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 12. vraagt de Belgische regering, de Europese Unie, de verschillende partnerstaten en de Verenigde Naties, logistieke en technische ondersteuning te bieden om Mali te helpen in de strijd tegen de drugshandel die in de regio woedt en de onveiligheid aanwakkert; de landen van de Sahelregio aan te sporen hun respectieve veiligheidsbeleid te coördineren om krachtig te kunnen optreden tegen de drugshandel en de verspreiding van wapens; »
Nr. 25 VAN MEVROUW ARENA
Aan het dispositief, een punt 13 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 13. vraagt de Belgische regering, de Europese Unie, de verschillende partnerstaten en de Verenigde Naties om Mali financiėle en technische ondersteuning te bieden om een inventaris op te stellen, en doeltreffend de verspreiding van wapens te kunnen bestrijden en de wapens die in Mali in omloop zijn, te verwijderen. ».
Marie ARENA. |
Nr. 26 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan de considerans, een punt Q (nieuw) toevoegen, luidende :
« Q. gelet op het recent potentieel zeer belangrijk akkoord « The Arms Trade Treaty » dat nadrukkelijk vraagt het risico op heruitvoer in acht te nemen bij de export van conventionele wapens; ».
Nr. 27 VAN DE HEER DE GUCHT C.S.
Aan het dispositief, een punt 13 (nieuw) toevoegen, luidende :
« 13. een beleid te voeren waarbij het federale buitenlandse beleid en het regionale wapenbeleid beter op elkaar afgestemd zijn om het risico op schade van de internationale geloofwaardigheid in te perken; ».
Jean-Jacques DE GUCHT. |
Johan VERSTREKEN. |
Bert ANCIAUX. |