II. 1831 tot 1893: Wie genoeg betaalt, beslist: Het cijnskiesrecht voor mannen

  1. Inleiding
  2. Het ontstaan van België en de eerste kieswetgeving
  3. 1830: de verkiezing van het Nationaal Congres
  4. De kies- en verkiesbaarheids­voorwaarden in 1831
  5. Wat is cijns?
  6. Waarom wordt gekozen voor cijnskiesrecht?
  7. Hoeveel bedraagt de cijns en hoeveel mensen betalen voldoende cijns om kiezer te zijn?
  8. De verkiesbaarheidscijns voor de Senaat
  9. De overgang naar het algemeen meervoudig mannenstemrecht

Dit hoofdstuk in pdf Start

Bij het ontstaan van België in 1830 is de heersende mening dat niet zomaar iedereen een beroep kan doen op het stemrecht. Om te mogen kiezen moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen en over zekere bekwaamheden beschikken. Daarom kiest men in 1830 voor cijnskiesrecht: enkel wie belastingen betaalt, mag stemmen. Dat systeem blijft bestaan tot 1893. Deze opvatting zal slechts langzaam wijzigen naar de notie van een stemrecht dat voortvloeit uit het burgerschap van een persoon. [ 1 ] STENGERS, J., « Histoire de la législation électorale en Belgique », in Revue belge de philologie et d'histoire, tome 82, fasc. 1-2, 2004. Belgique-Europe-Afrique. Deux siècles d'histoire contemporaine. Méthode et réflexions. Recueil d'articles de Jean Stengers, p.248.

Er bestaat in die tijd geen enkele discussie over het nut van het cijnskiesrecht. Algemeen stemrecht wordt gezien als een onrealistische utopie. [ 2 ] GILISSEN, J., Le régime représentatif en Belgique depuis 1790, 1958, Bruxelles, La Renaissance du Livre, collection « Notre passé », p.90. Er wordt bewust gekozen voor een kiessysteem gebaseerd op cijns. De heersende elite van die tijd is er immers van overtuigd dat een kiezer over bepaalde bekwaamheden moet beschikken en een zekere economische onafhankelijkheid moet hebben, zodat hij geen dwang te vrezen heeft [ 3 ] LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, 1985, Antwerpen, Kluwer, deel 1, p.55 en vrij kan stemmen.

Uiteraard geldt dit recht enkel voor mannen. Voor vrouwen is de situatie moeilijker. De juridische status van een gehuwde vrouw in 1830 is er één van ondergeschiktheid aan en afhankelijkheid van haar echtgenoot. Gehuwde vrouwen staan juridisch op hetzelfde niveau als een minderjarig kind.

Tussen 1831 en 1848 bedraagt het percentage cijnskiezers ongeveer 1 à 1,5% van de totale bevolking. In 1848 wordt de cijns verlaagd naar het grondwettelijke minimum en daardoor stijgt het aantal kiesgerechtigden naar een kleine 2% van de bevolking. Het aantal kiezers is dus, bewust, zeer beperkt.

Cijnskiesrecht

In 1893 wordt het cijnskiesrecht afgeschaft en vervangen door het algemeen meervoudig mannenstemrecht.

In dit deel zullen we nagaan waarom in 1830 voor cijnskiesrecht wordt gekozen, wat die cijns precies inhoudt en hoeveel mensen voldoen aan de cijnsvoorwaarde. Ook de voorwaarde om cijns te betalen om verkiesbaar te zijn voor de Senaat, wordt besproken. Het laatste deel gaat over de overgang van cijnskiesrecht naar algemeen meervoudig mannenstemrecht.

Noten

  1. STENGERS, J., « Histoire de la législation électorale en Belgique », in Revue belge de philologie et d'histoire, tome 82, fasc. 1-2, 2004. Belgique-Europe-Afrique. Deux siècles d'histoire contemporaine. Méthode et réflexions. Recueil d'articles de Jean Stengers, p.248. [ terug ]
  2. GILISSEN, J., Le régime représentatif en Belgique depuis 1790, 1958, Bruxelles, La Renaissance du Livre, collection « Notre passé », p.90. [ terug ]
  3. LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, 1985, Antwerpen, Kluwer, deel 1, p.55 [ terug ]