Bijzondere commissie voor Bio-ethische problemen

 

Behandeld onderwerp

Onderzoek op embryo's in vitro
(wetgevingsdossier : 2-695)

   
 

Samenstelling

Jacinta De Roeck (Agalev), voorzitter
Philippe Monfils (MR),
eerste ondervoorzitter
Clotilde Nyssens (cdH),
tweede ondervoorzitter
Jacques Devolder (VLD)
Jeannine Leduc (VLD)
Jan Remans (VLD)
Mia De Schamphelaere (CD&V)

Hugo Vandenberghe (CD&V)
Ingrid van Kessel (CD&V)
Jean-François Istasse (PS)
Philippe Mahoux (PS)
François Roelants du Vivier (MR)
Gerda Staveaux-Van Steenberge
(Vl. Blok)

Myriam Vanlerberghe (sp.a)
Paul Galand (Ecolo)

   

De opdracht van de bijzondere commissie Bio-ethische problemen bestond erin een wettelijk kader te creëren voor het wetenschappelijk onderzoek op embryo's. Op 5 december 2002 keurde de Senaat het wetsvoorstel goed van Philippe Monfils (MR) en Philippe Mahoux (PS) over het onderzoek op embryo's in vitro. Commissievoorzitter Jacinta De Roeck (Agalev) licht de krachtlijnen van de tekst toe.

 
SMED02202.tif
Photo: Eureka Slide

Jacinta De Roeck (Agalev): De tekst staat heel duidelijk het wetenschappelijk onderzoek op embryo's toe, maar alleen in een strikt kader. Onderzoek mag op overtallige embryo's, maar ook het creëren van embryo's mag (ook via de techniek van het therapeutisch kloneren) met strikte voorwaarden die in de wet duidelijk aangegeven worden. De tekst bepaalt wanneer, waar en door wie dat onderzoek mag plaatsvinden. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt voor al wat in de toekomst de kennis over vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid zou kunnen bevorderen. De tekst staat het onderzoek ook toe voor de aanmaak van weefsels met het oog op overplantingen en voor al wat te maken heeft met het voorkomen en behandelen van ziekten. Het onderzoek op embryo's mag alleen plaatsvinden in een instelling die verbonden is aan een universiteit. Privé-initiatieven zijn verboden. Elk project wordt eerst voorgelegd aan het Plaatselijk ethisch comité. Indien dat comité zijn akkoord geeft, wordt dit project vervolgens voorgelegd aan de Federale commissie voor wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro, die twee maanden heeft om zich uit te spreken.

Het onderzoek wordt dus heel strikt afgelijnd om misbruiken te vermijden, terwijl er toch nog genoeg ruimte blijft om het onderzoek niet volledig aan banden te leggen. De wet verbiedt uitdrukkelijk het reproductief kloneren, de vrije geslachtskeuze en de eugenetica. Geslachtskeuze mag enkel en alleen voor medische doeleinden.

Geen reproductief kloneren

 
  17
  Jacinta De Roeck (Agalev)

De Italiaanse hoogleraar Antinori beweerde dat zijn eerste gekloneerd kind in januari 2003 zou worden geboren. Zo gauw ook de Kamer de tekst aanneemt, wordt wat Antinori in Italië doet, in België onmogelijk. Daarover bestaat eensgezindheid. Alle wetenschappers zeggen dat het op dit ogenblik medisch niet verantwoord is om reproductief te kloneren. Experimenten bij dieren tonen namelijk aan dat er na enkele jaren veel "defecten" voorkomen. Zolang het medisch niet veilig is, menen we dat reproductief kloneren verboden moet blijven. Daarnaast is er natuurlijk ook de ethische discussie. Indien reproductief kloneren ooit medisch veilig wordt, dan nog moet daarover het ethische debat worden gevoerd.

Therapeutisch kloneren daarentegen moet wel kunnen. Het zou de mogelijkheid bieden om afstoting bij transplantaties te vermijden en om in de toekomst heel specifieke aandoeningen zoals kanker te bestrijden.

Anderhalf jaar hebben we in een heel opbouwende sfeer over dit wetsvoorstel gedebatteerd. Dankzij de inbreng van wetenschappers, specialisten, ethici en het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, maar vooral dankzij de vakkundige inzet van alle commissieleden, kwam er een zorgvuldig, weloverwogen wetsontwerp tot stand dat ruim gedragen wordt zowel door de politici, de wetenschappelijke wereld als de samenleving.

Opmerkingen voor de webmaster

texte français << ^ >>