5-2172/1 | 5-2172/1 |
26 JUNI 2013
De wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie bepaalt dat de arts die verzocht wordt euthanasie toe te passen, zich door middel van een gewetensclausule tegen een euthanasieverzoek kan verzetten. Dit is een vrijheid van de arts die tegenover het recht van de patiënt staat. En deze vrijheid moet absoluut worden gerespecteerd.
Zo zal de arts die een dergelijke gewetensclausule wil laten gelden, dit zo vroeg mogelijk moeten melden aan de patiënt die hem op de hoogte heeft gebracht van zijn wil om zijn leven te beëindigen. Momenteel zegt de wet dat de geraadpleegde arts die weigert euthanasie toe te passen, dit « tijdig » aan de patiënt moet laten weten.
Maar deze onnauwkeurige formulering bestaat het risico dat het verzoek niet wordt beantwoord, waardoor de patiënt in een onzekere situatie terechtkomt. We herinneren eraan dat de patiënt zich op dat moment in een medische situatie zonder uitweg bevindt en verkeert in een toestand van voortdurend en ondraaglijk lichamelijk of geestelijk lijden dat niet kan worden verlicht.
Dit voorstel wil dus duidelijkheid brengen in de procedure voor het beantwoorden van het verzoek van de patiënt. De auteurs wijzigen artikel 14 van de wet van 28 mei 2002 met de vermelding dat de weigering om euthanasie toe te passen door de arts binnen de zeven dagen na de formulering van het verzoek moet worden meegedeeld.
Ook het medisch dossier moet worden doorgegeven naar een andere arts die het verzoek van de patiënt zal inwilligen. In deze deze tekst wordt een nieuwe termijn van maximum vier dagen voorgesteld om deze overdracht te garanderen.
Jean-Jacques DE GUCHT. |
Jacque BROTCHI. |
Bert ANCIAUX. |
Philippe MAHOUX. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 14 van de wet van 28 mei 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het vierde lid worden de woorden « binnen de zeven dagen na de formulering van het verzoek » ingevoegd tussen de woorden « eventuele vertrouwenspersoon » en de woorden « laten weten » en wordt het woord « tijdig » opgeheven;
b) in het vijfde lid worden de woorden « het medisch dossier van de patiënt meedelen aan de arts die is aangewezen door de patiënt of de vertrouwenspersoon » vervangen door de volgende woorden : « binnen de vier dagen na de formulering van de weigering het medisch dossier van de patiënt overdragen aan een andere arts die het verzoek tot euthanasie zal inwilligen ».
20 juni 2013.
Jean-Jacques DE GUCHT. |
Jacques BROTCHI. |
Bert ANCIAUX. |
Philippe MAHOUX. |