5-2115/1 | 5-2115/1 |
29 MEI 2013
Het schijnhuwelijk
Het schijnhuwelijk wordt omschreven in de resolutie van de Raad van de Europese Unie van 4 december 1997 : « 1. In de zin van deze resolutie wordt onder schijnhuwelijk verstaan, het huwelijk van een onderdaan van een lidstaat of een onderdaan van een derde land die legaal in een lidstaat verblijft, met een onderdaan van een derde land met als enig doel de regels betreffende de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen te misbruiken en voor de onderdaan van het derde land een vergunning tot vestiging of tot verblijf in een lidstaat te verkrijgen (1) . »
In het Belgische recht bevat artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 mei 1999, een vergelijkbare definitie : « Er is geen huwelijk wanneer, ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet is gericht op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwde. »
Het schijnhuwelijk als middel om misbruik te maken van de wetgeving inzake verblijf :
Immigratie in ons land is hoofdzakelijk een familiale aangelegenheid en verloopt via een aanvraag tot gezinshereniging. In 2010 werden er 41 336 gezinsherenigingen toegekend, hetgeen 44 % van de legale immigratie in België vertegenwoordigde. Ter vergelijking : het Europees gemiddelde bedroeg voor hetzelfde jaar 27 %. In 2011 werden de voorwaarden voor gezinshereniging echter strenger en is het aantal gezinsherenigingen duidelijk gedaald, van 41 336 gevallen van gezinshereniging in 2010 tot 36 828 in 2011 en 30 096 gevallen in 2012, dit wil zeggen een daling van 27 % op twee jaar tijd (2) .
Overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen kunnen gehuwden of personen die een geregistreerd partnerschap hebben gesloten, dat beschouwd wordt als zijnde gelijkwaardig met het huwelijk, het recht op gezinshereniging genieten (3) . Deze bepalingen betreffen zowel huwelijken die in België werden gesloten als buitenlandse huwelijken.
Schijnhuwelijken lijken dus een pseudolegale manier om te immigreren via het recht op gezinshereniging, met daarbovenop nog een niet te onderschatten geldgewin. De huwelijkse staat misbruiken biedt bedriegers heel wat voordelen. Ten eerste is het aangaan van een huwelijk een eenvoudige procedure waarvoor in principe geen advocaat hoeft te worden ingeschakeld. Ten tweede kan de partij die een verblijfsrecht op het Belgische grondgebied geniet, een mooie som geld verdienen aan een schijnhuwelijk. Bovendien blijft de geldboete voor deze misbruiken verhoudingsgewijs beperkt in vergelijking met de perspectieven inzake financiële voordelen. Ten derde is de kans dat het huwelijk effectief nietig wordt verklaard en de fraudeur ook wordt verwijderd, miniem.
Wat is de omvang van dit verschijnsel ?
Het is zeer moeilijk om de omvang van het verschijnsel van schijnhuwelijken in België in te schatten. Hoewel schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning steeds meer aandacht krijgen, bestaat er nog altijd geen nauwkeurig statistisch overzicht van het verschijnsel.
Toch kan men uitgaan van een zeer algemeen overzicht door de de huwelijken te onderzoeken waarover informatie wordt uitgewisseld tussen overheidsinstanties. Er zijn twee types van verzoeken om informatie die aan het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken worden overgezonden. Enerzijds vragen over de eventuele schijnhuwelijken die nog moeten worden gesloten in België. De Dienst Vreemdelingenzaken wordt immers gevraagd een onderzoek te voeren in de gevallen waarbij het gemeentebestuur twijfels heeft over de echte beweegredenen van een voornemen om te huwen. Anderzijds zijn er de verzoeken om informatie over eventuele schijnhuwelijken die reeds werden gesloten en waarover de Dienst later werd ingelicht. In diezelfde categorie voert het bureau Opsporingen controles uit in verband met huwelijken die in het buitenland werden aangegaan en die nog niet gekoppeld zijn aan visa-aanvragen, maar ten gevolge waarvan de partner die in België is gebleven zich aanbiedt bij de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk over te schrijven in de registers.
In 2004 heeft het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in totaal (4) 2 610 administratieve onderzoeken gevoerd met betrekking tot potentiële schijnhuwelijken. Die cijfers zijn onophoudelijk gestegen. In 2005 waren er 3 232 onderzoeken; in 2006 : 6 351; in 2007 : 9 053; in 2008 : 9 164; in 2009 : 10 414; in 2010 : 9 151 en tot slot heeft het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in 2011 10 728 mogelijke schijnhuwelijken geregistreerd, wat 15 % meer was dan in 2010 (5) .
Het is echter zo dat niet al die huwelijken werkelijk schijnhuwelijken zullen blijken. Het is dus verstandiger zich te concentreren op een beperktere lijst, door onder andere het aantal geweigerde en ook het aantal nietig verklaarde huwelijken te onderzoeken. In 2011 werden 359 geplande huwelijken geweigerd (tegenover 440 in 2010). In 2010 en 2011 werden 74 rechterlijke beslissingen waarbij huwelijken werden nietig verklaard aan de Dienst Vreemdelingenzaken meegedeeld. Men mag daarbij niet vergeten dat de rechtbanken die de nietigverklaring uitspreken toen nog niet verplicht waren de Dienst Vreemdelingenzaken daarvan op de hoogte te brengen, zoals het wetsontwerp van 13 februari 2006 nu bepaalt. Men mag er dus vanuit gaan dat die gegevens onvolledig zijn (6) .
Het is ook mogelijk het aantal visa te bekijken dat geweigerd werd wegens vermoedens of bewijs van een schijnhuwelijk. In 2008 werden 647 visa geweigerd; 782 in 2009; 709 in 2010 en 882 in 2011 waarvan 743 omdat het parket nog een advies moet uitbrengen aangezien het onderzoek nog loopt. Het onderzoek naar de intrekking van verblijfstitels wegens « ontbreken van gezinseenheid » of het niet vervullen van andere voorwaarden is eveneens een nuttig gegeven bij het meten van de omvang van het verschijnsel. In 2008 werden 312 verblijfstitels ingetrokken; in 2009 : 828 titels; in 2010 : 1 359 titels en in 2011 : 988 titels (7) .
In 2011 heeft de Fraudecel het verblijf ingetrokken of beëindigd van 116 vreemdelingen die veroordeeld werden wegens bedrieglijk huwelijk, wier huwelijk nietig werd verklaard door de rechtbank, of die verblijfsrecht hadden verkregen op grond van een schijnhuwelijk. Die cijfers omvatten ook de vreemdelingen die gefraudeerd hebben met valse huwelijksakten. Het gaat hoofdzakelijk om vreemdelingen met de Marokkaanse (43 vreemdelingen) en de Turkse (19 vreemdelingen) nationaliteit (8) .
De strijd tegen de schijnhuwelijken
België heeft verscheidene actiemiddelen tegen dat misbruik van het recht op gezinshereniging.
De wet van 4 mei 1999 heeft het mogelijk gemaakt het systeem van de publicatie van het komende huwelijk te vervangen door de aangifte van huwelijk. Hij voorziet ook in een specifieke nietigheidsgrond voor de schijnhuwelijken en geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand een wettelijke basis waardoor hij kan weigeren een schijnhuwelijk te voltrekken.
De wet van 12 januari 2006 heeft in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, een artikel 79bis ingevoegd dat het schijnhuwelijk alsook de poging tot schijnhuwelijk bestraft.
Het huidige artikel 79bis bepaalt het volgende :
« § 1. Ieder die een huwelijk sluit in de omstandigheden bedoeld in artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden of met geldboete van zesentwintig tot honderd euro.
Ieder die een geldsom ontvangt die ertoe strekt hem te vergoeden voor het sluiten van een dergelijk huwelijk, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot één jaar of met geldboete van vijftig tot tweehonderdvijftig euro.
Ieder die gebruik maakt van geweld of bedreiging tegen een persoon om die persoon te dwingen een dergelijk huwelijk te sluiten, wordt gestraft met gevangenisstraf van één maand tot twee jaar of met geldboete van honderd tot vijfhonderd euro.
§ 2. Poging tot het in § 1, eerste lid, omschreven wanbedrijf wordt gestraft met geldboete van zesentwintig tot vijftig euro. Poging tot het in § 1, tweede lid, omschreven wanbedrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden of geldboete van zesentwintig tot honderdvijfentwintig euro.
Poging tot het in § 1, derde lid, omschreven wanbedrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar of met geldboete van vijftig tot tweehonderdvijftig euro. »
In 2007 heeft België een ARGO-project uitgevoerd waarbij elf lidstaten betrokken waren, om de samenwerking te bevorderen in de strijd tegen het misbruik of het onrechtmatig gebruik van de administratieve procedures van de EU-lidstaten, inclusief het misbruik van het huwelijk om de status van ingezetene verkrijgen.
Als gevolg van de strafbaarstelling door de wet van 2006 heeft het College van procureurs-generaal op 1 oktober 2009 een circulaire verspreid die de taken rond het onderzoek en de rol van elk van de instanties die betrokken zijn bij de schijnhuwelijken (de ambtenaren van de burgerlijke stand, de Dienst Vreemdelingenzaken, de politie en het openbaar ministerie) nader bepaalt. Dat sleutelinstrument, het resultaat van een interministeriële werkgroep, legt ook een eenvormig optreden vast om de rechtszekerheid te vergroten.
Op 8 juli 2011 werd een nieuwe wet aangenomen die de voorwaarden voor de procedure van gezinshereniging verstrengt. Tevens bepaalt die wet dat het recht op toegang tot en verblijf in België geweigerd of ingetrokken kan worden in de eerste drie jaar na het afgeven van een verblijfstitel, indien de echtgenoten of de geregistreerde partners geen echtelijk leven of gezinsleven meer hebben en in het algemeen, indien ze valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten hebben gebruikt of indien ze schuldig zijn aan fraude of andere onwettige middelen hebben gebruikt of indien het huwelijk of het partnerschap alleen werd gesloten om een persoon in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot of te verblijven in België.
Begin november 2011 werd de nationaliteit ingetrokken van een man die een schijnhuwelijk had gesloten, wat een eerste precedent schiep.
De regering heeft ten slotte een wetsontwerp ingediend met als hoofddoel de controle op de gezinshereniging op te voeren en de strijd tegen het schijnhuwelijk en de schijn-wettelijke samenwoning te intensifiëren (9) .
Ontradend effect van straffen is niet groot genoeg
Ondanks alle maatregelen die ons land genomen heeft voor een efficiënte bestrijding van de schijnhuwelijken, blijkt uit de cijfers dat dit verschijnsel geen dalende trend vertoont, wel integendeel.
Het voorliggende wetsontwerp met het oog op de strijd tegen het schijnhuwelijk en de schijn-wettelijke samenwoning voorziet in het optrekken van de straffen van artikel 79bis want « de strafbepalingen zoals voorzien in het huidige artikel 79bis zijn niet van dien aard om preventief de potentiële daders af te schrikken zoals dit de bedoeling was van de wetgever bij het opstellen van de wet van 12 januari 2006 (10) ».
Artikel 79bis van de wet van 15 december 1980, zoals gewijzigd door het ontwerp, bepaalt :
— voor schijnhuwelijk : gevangenisstraf van een maand tot drie jaar en geldboete van vijftig tot vijfhonderd euro;
— voor schijnhuwelijk met geldsom : gevangenisstraf van twee maanden tot vier jaar en geldboete van honderd tot tweeduizendvijfhonderd euro;
— voor schijnhuwelijk met geweld : gevangenisstraf van drie maanden tot vijf jaar en geldboete van tweehonderdvijftig tot vijfduizend euro;
— voor poging tot schijnhuwelijk : gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar en geldboete van zesentwintig tot tweehonderdvijftig euro;
— voor poging tot schijnhuwelijk met geldsom : gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en geldboete van vijftig tot 1 tweehonderdvijftig euro;
— voor poging tot schijnhuwelijk met geweld : gevangenisstraf van twee maanden tot drie jaar en geldboete van honderdvijfentwintig tot tweeduizendvijfhonderd euro.
Het ontwerp voorziet tevens in een wijziging van artikel 74/11 van de wet van 15 december 1980 met het volgende doel : « Wanneer een vreemdeling een schijnhuwelijk of een schijn-wettelijke samenwoning heeft gesloten dat hem heeft toegestaan toegelaten te worden tot het verblijf in het Rijk of dit recht te behouden, zal de beslissing tot verwijdering die hem betekend zal worden, gepaard gaan met een inreisverbod van maximum vijf jaar (11) . »
De regering stelt : « Het verzwaren van de geldboetes volgt derhalve volledig de maatschappelijke realiteit van een stijgend aantal ernstige misbruiken en een verdere diversiteit in de aard van deze misbruiken (12) . »
Maar hoewel het ontwerp vaststelt dat het misbruik toeneemt en dat er meer diversiteit is in de aard van dat misbruik, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het schijnhuwelijk en het schijnliefdeshuwelijk.
Nu de controle is opgevoerd, is er een nieuwe clandestiene weg gevonden : het schijnliefdeshuwelijk
Het schijnliefdeshuwelijk is een verschijnsel dat in de praktijk gelijkstaat met oplichting waarbij misbruik wordt gemaakt van gevoelens. Dat huwelijk berust immers op oplichterij, naïviteit en liefdesbedrog, want een van beide echtgenoten, die oprecht en te goeder trouw is, wordt bedrogen door de andere, die van zijn of haar gevoelens en lichtgelovigheid profiteert om voordelen te verkrijgen die gekoppeld zijn aan het verblijfsrecht (naturalisatie, gezinshereniging) en op termijn om de Belgische nationaliteit te verwerven. We zien dat zich op het internet heel wat zeer goed georganiseerde netwerken ontwikkelen, die zelfs de gebruiksaanwijzing afleveren om de slachtoffers te strikken, met het oog op het verkrijgen van de verblijfstitel.
Die liefdeszwendel is iets anders dan de schijnhuwelijken en lijkt ons nog erger. In een schijnhuwelijk komen beide echtgenoten overeen dat ze misbruik gaan maken van het huwelijk. Maar in een schijnliefdeshuwelijk worden we geconfronteerd met de bedoeling de toekomstige echtgenoot die te goeder trouw is, te bedriegen. Hij of zij wordt gemanipuleerd en gebruikt met als enig doel papieren te verkrijgen. Het slachtoffer van die zwendel lijdt enorme schade. Vaak stelt men ernstige psychologische, psychische en zelfs lichamelijke beschadiging vast.
Om die reden moet het schijnliefdeshuwelijk zwaarder worden bestraft dan het schijnhuwelijk, want in tegenstelling tot dat laatste, maakt het een slachtoffer !
Vooral omdat die nieuwe clandestiene methode steeds meer wordt gebruikt door personen die misbruik willen maken van de wetgeving inzake het verblijf, aangezien de risico's op controle en veroordeling minder groot zijn, omdat er geen medeplichtige is en de toekomstige echtgenoot in de oprechtheid van dat huwelijk gelooft.
Instellen van een verzwarende omstandigheid voor wie een schijnliefdeshuwelijk aangaat
Als we logisch willen blijven, moet de persoon die misbruik maakt van de oprechte gevoelens van zijn toekomstige echtgenoot met als doel het sluiten van een huwelijk zoals bedoeld in artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, strenger worden gestraft dan de echtgenoten van een schijnhuwelijk.
De actuele regelgeving voorziet reeds in zwaardere straffen wanneer een van de echtgenoten een geldsom heeft gekregen als vergoeding voor het sluiten van een schijnhuwelijk. De straffen zijn ook zwaarder wanneer een van de echtgenoten gebruik maakt van geweld of bedreigingen tegen een persoon om hem te dwingen een dergelijk huwelijk te sluiten.
Door het gebrek aan kennis over schijnliefdeshuwelijken, alsook door het ontbreken van een duidelijke definitie ervan, is het niet mogelijk dat verschijnsel te voorkomen en efficiënt te bestrijden, of de slachtoffers ervan correct te beschermen.
De indieners van dit wetsvoorstel wensen een vierde lid in te voegen in artikel 79bis van de wet van 15 december 1980 om personen die een schijnliefdeshuwelijk aangaan even zwaar te straffen als personen die een geldsom ontvangen hebben als vergoeding voor het sluiten van een schijnhuwelijk.
Ook in Frankrijk voorzag het wetsontwerp betreffende immigratie, integratie en nationaliteit dat was ingediend door Éric Besson, minister van Immigratie, Integratie, Nationale Identiteit en Solidaire Ontwikkeling in zwaardere straffen voor schijnliefdeshuwelijken.Vijf jaar gevangenisstraf en vijftienduizend euro geldboete worden verhoogd tot zeven jaar gevangenisstraf en dertigduizend euro geldboete wanneer de vreemdeling, in tegenstelling tot zijn echtgenoot, een huwelijk heeft gesloten zonder huwelijksintentie. De Franse Assemblée nationale heeft dat ontwerp aangenomen op 2 oktober 2010.
De strafrechter zal het ongetwijfeld moeilijk hebben om de intentie na te gaan, net zoals het ingewikkeld wordt voor het slachtoffer om te bewijzen dat zijn partner niet de wil had een duurzame levensgemeenschap te vormen. Niettemin moet dat bewijs, zoals voor de schijnhuwelijken, met alle middelen en aan de hand van diverse aanwijzingen, worden geleverd. Meestal laat de oplichter zijn ware gelaat vrij snel na de burgerlijke huwelijksplechtigheid zien. Niet zelden verdwijnt hij, of wordt hij gewelddadig, uit hij bedreigingen of beledigingen, ... De rechter kan de intentie beoordelen aan de hand van allerlei gedragingen : de snelheid van het huwelijksaanzoek door de buitenlandse onderdaan, het niet bijdragen in de kosten van het huwelijk, het feit dat men niet op huwelijksreis gaat, afwezigheid van familieleden op de huwelijksdag, financiële oplichting, niet bijdragen in de gemeenschappelijke kosten, verzenden van geld naar de familie in het land van herkomst, het niet hebben van intieme betrekkingen, het hebben van buitenechtelijke betrekkingen, niet verblijven op de echtelijke woonplaats, vernederingen, geen belangstelling voor de Belgische echtgenoot, voortdurende bedreigingen, ... De rechter moet bepalen of die feitelijke elementen het misdrijf aantonen en het misdadig opzet bewijzen.
Gérard DEPREZ. |
Christine DEFRAIGNE. |
Jacques BROTCHI. |
Alain COURTOIS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 79bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij de wet van 12 januari 2006, wordt gewijzigd als volgt :
1º § 1 wordt aangevuld met een lid, luidende :
« Ieder die een dergelijk huwelijk sluit en daarbij misbruik maakt van het vertrouwen van de echtgenoot, die van zijn kant de intentie had zich te goeder trouw te verbinden tot het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, wordt gestraft met gevangenisstraf van twee maanden tot vier jaar of met geldboete van honderd tot tweeduizend vijfhonderd euro. »;
2º § 2 wordt aangevuld met een lid, luidende :
« Poging tot het in § 1, vierde lid, omschreven wanbedrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar of met geldboete van vijftig tot duizend tweehonderdvijftig euro. »
18 maart 2013.
Gérard DEPREZ. |
Christine DEFRAIGNE. |
Jacques BROTCHI. |
Alain COURTOIS. |
(1) Resolutie van de Raad van de Europese Unie van 4 december 1997 (Publicatieblad C 382 van 16 december 1997).
(2) Cijfers die de staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block op 22 januari 2013 in de commissie voor de Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft verstrekt.
(3) De artikelen 10 en 10bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals gewijzigd bij de wet van 8 juli 2011, regelen de gezinshereniging met de onderdaan van een derde land die onbeperkt (artikel 10) of beperkt (artikel 10bis) verblijfsrecht heeft. De artikelen 40bis en 40ter van vermelde wet regelen respectievelijk de gezinshereniging tussen een burger van de EU en een familielid (dat zelf een burger van de Unie is of een onderdaan van een derde land) en tussen een Belgisch burger en een familielid (dat zelf een burger van de Unie is of een onderdaan van een derde land). Bovendien bepaalt artikel 10, § 1, van diezelfde wet, dat het recht op gezinshereniging kan worden toegekend aan een tweede echtgenoot van een polygame vreemdeling, wanneer de eerste niet in België verblijft, alhoewel België polygamie verbiedt.
(4) Gesloten huwelijken en aangekondigde huwelijken.
(5) Activiteitenrapport 2011, Dienst Vreemdelingenzaken, FOD Binnenlandse Zaken, blz. 192.
(6) Thematische studie van het Belgische Contactpunt van het Europees Migratienetwerk (EMN) : « Misbruik van het recht op gezinshereniging : Schijnhuwelijken en valse ouderschapsverklaringen », blz. 24.
(7) Ibidem blz. 22.
(8) Activiteitenrapport 2011, Dienst Vreemdelingenzaken, FOD Binnenlandse Zaken, blz. 93.
(9) Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen.
(10) Wetsontwerp van 26 februari 2013, blz. 6.
(11) Wetsontwerp van 26 februari 2013, blz. 16.
(12) Wetsontwerp van 26 februari 2013, blz. 7.