5-1942/1

5-1942/1

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

24 JANUARI 2013


Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie met betrekking tot de procedure voor de registratie van wilsverklaring

(Ingediend door mevrouw Elke Sleurs c.s.)


TOELICHTING


Sinds 2002 laat België euthanasie onder bepaalde voorwaarden toe. In de wet van 28 mei 2002 wordt euthanasie omschreven als « het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op diens verzoek ». De ander, dat is een arts.

De wet van 28 mei 2002 voorziet in een regeling die elke handelingsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige de mogelijkheid biedt een schriftelijke wilsverklaring tot het uitvoeren van euthanasie op te maken voor het geval hij/zij zijn/haar wil niet meer kan uiten (bijvoorbeeld onomkeerbare coma). De wilsverklaring kan op ieder ogenblik herzien of ingetrokken worden en blijft slechts geldig voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de verklaring.

Dergelijke wilsverklaring dient opgemaakt te worden volgens een model dat bij koninklijk besluit is vastgelegd en kan sedert 1 september 2008 ook officieel geregistreerd worden.

De registratie gebeurt via de gemeente en de wilsverklaringen worden gecentraliseerd in een databank opgericht bij de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Het betreft echter een facultatieve registratieprocedure, met andere woorden een wilsverklaring is eveneens geldig indien geen gebruik wordt gemaakt van de genoemde procedure.

Dit betekent dan ook dat een meer recente wilsverklaring die niet werd geregistreerd, primeert op een geregistreerde wilsverklaring. Kortom, de arts die geconfronteerd wordt met een patiënt die wilsonbekwaam is en die zich in een situatie bevindt waarin euthanasie zou kunnen worden toegepast, zal bij raadpleging van de centrale databank bij de FOD niet per definitie de meeste recente c.q. accurate wilsverklaring van de patiënt aantreffen.

Met dit voorstel wensen de indieners de registratie van de wilsverklaring tot euthanasie zoals bedoeld wordt in artikel 4 van de wet van 28 mei 2002 verplichtend te maken. De doelstelling moet erin bestaan om alle wilsverklaringen te verzamelen in de centrale databank van de FOD. Enkel op die manier kan de kwaliteit en de actualiteit van de verklaring gegarandeerd worden.

Bovendien wensen indieners de administratieve last die patiënten momenteel ondervinden bij het herbevestigen van de wilsverklaring weg te nemen. Hiertoe schaffen de vijfjaarlijkse herbevestiging af. Gelet op de ethisch delicate context moet er niettemin over gewaakt worden dat de wilsverklaring overeen blijft komen met de werkelijke wil van de patiënt. Daartoe zal de lokale overheid de patiënt periodiek (elke tien jaar) herinneren aan het bestaan van de wilsverklaring en aan de modaliteiten tot intrekking of aanpassing hiervan. Indien de patiënt niet reageert, behoudt de wilsverklaring haar rechtsgeldigheid.

Indieners herinneren eraan dat de lokale overheid sedert de inwerkingtreding van de wet van 28 mei 2002 de wilsverklaringen met betrekking tot euthanasie eveneens registreert en dus voor de burger reeds een vertrouwd contactpunt is (1) . Op korte termijn kan gestreefd worden naar een integratie in een elektronische gegevensstroom.

De indieners wensen volledigheidshalve te vermelden dat zij de huisarts niet wensen te belasten met de administratieve taak van de registratie enerzijds en het nodige respect omtrent diens ethische keuze over het thema willen opbrengen anderzijds. Uiteraard kan de huisarts wel de vertrouwenspersoon bij uitstek zijn om vragen met betrekking tot het levenseinde te beantwoorden.

Kortom, dit wetsvoorstel streeft naar een doorgedreven en nauwkeurige registratie van alle wilsverklaringen zodat te allen tijde de meest accurate wilsverklaring beschikbaar is via de centrale databank van de FOD Volksgezondheid.

Tegelijkertijd wordt een periodieke informatieplicht voor de overheid ingevoerd zodat enerzijds de administratieve overlast van de procedure van een herbevestiging verdwijnt voor de patiënt maar er toch een garantie is dat de wilsverklaring nog steeds overeenstemt met de werkelijke wil.

Ten slotte wordt er in voorzien dat alle modellen van wilsverklaring die de bij wet vereiste elementen bevatten opgenomen kunnen worden in de centrale databank van de FOD Volksgezondheid. Het kan niet de bedoeling zijn dat een verklaring louter op basis van de vorm geweigerd wordt, noch omdat er meer gegevens op voorkomen dan wettelijk vereist, noch omdat er andere wilsverklaringen dan deze met betrekking tot euthanasie op voorkomen (zoals bijvoorbeeld het geval is met de modellen van wilsverklaring van het LevensEinde InformatieForum en de VZW Palliatieve Zorg Vlaanderen).

Gelet op de wijzigingen die de indieners middels het wetsvoorstel nr. 5-1947/1 wensen aan te brengen in de wet van 28 mei 2002, wordt de mogelijkheid tot het rechtsgeldig opstellen en laten registreren van een wilsverklaring voorbehouden aan meerderjarigen.

De wet zal in werking treden drie maanden na publicatie in het Belgisch Staatsblad. De indieners menen dat deze periode voldoende is om de uitvoeringsbesluiten van 2 april 2003 en 27 april 2007 in overeenstemming te brengen met de draagwijdte van deze wet.

Elke SLEURS.
Louis IDE.
Huub BROERS.
Lieve MAES.
Inge FAES.
Patrick DE GROOTE.
Frank BOOGAERTS.
Helga STEVENS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 4, § 1, van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º het zesde lid wordt vervangen als volgt :

« Met een wilsverklaring kan alleen rekening gehouden worden indien zij geregistreerd is op de door de Koning bepaalde wijze. »;

2º het achtste lid wordt vervangen als volgt :

« De Koning bepaalt de wijze waarop de wilsverklaring ingetrokken wordt alsook de wijze waarop de wilsverklaring via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld. »;

3º de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende :

« Elke tien jaar zal de indiener door de lokale overheid herinnerd worden aan de wilsverklaring en aan de regels voor de intrekking of aanpassing ervan. De Koning bepaalt de wijze waarop dit gebeurt. ».

Art. 3

Deze wet treedt in werking ten laatste drie maanden nadat ze in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

11 januari 2013.

Elke SLEURS.
Louis IDE.
Huub BROERS.
Lieve MAES.
Inge FAES.
Patrick DE GROOTE.
Frank BOOGAERTS.
Helga STEVENS.

(1) De gemeente staat bijvoorbeeld ook in voor de registratie van de verklaringen voor orgaandonatie,de aangifte van de geboorte, aangifte van het overlijden, vaderschapsbetwisting, erkenning van een kind, pensioenaanvragen, enz.