5-1582/1 | 5-1582/1 |
19 APRIL 2012
De claim van de communistische Volksrepubliek China op Taiwan, dat wordt beschouwd als een afvallige provincie, is volkenrechtelijk onhoudbaar. De Volksrepubliek China (VRC) ontstond in 1949 als gevolg van de overwinning van de Chinese communisten op de nationalistische Kwomintang en volgde op het vasteland de Republiek China op. De VRC heeft immers nooit effectief staatsgezag uitgeoefend over enig deel van Taiwan. De nationalisten vluchtten na hun nederlaag in de Chinese burgeroorlog naar Taiwan en richtten er een regering in ballingschap op onder leiding van Tsjang Kai-Sjek. Zij bleven de heerschappij opeisen over volledig China en bezetten tot 1971 ook de permanente zetel van China in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Als gevolg van het verlies van het VN-lidmaatschap gingen steeds meer staten over tot de erkenning van de Volksrepubliek China en verbraken zij de diplomatieke betrekkingen met de Republiek China. De Volksrepubliek China onderhoudt immers uitsluitend bilaterale betrekkingen met staten die haar Één-China-politiek officieel erkennen. Op heden onderhouden nog slechts tweeëntwintig Staten diplomatieke relaties met de Republiek China : Vaticaanstad, Burkina Faso, Sao Tomé en Principe, Swaziland, Gambia, Kiribati, Nauru, Palau, de Marshalleilanden, de Solomoneilanden, Tuvalu, Belize, de Dominicaanse Republiek, El Salvador, Guatemala, Haïti, Nicaragua, Panama, Paraguay, Saint Christopher en Nevis, Saint Lucia en ten slotte Saint Vincent en de Grenadines. Ondanks het geringe aantal erkenningen is de Republiek China echter al die tijd als een onafhankelijke Staat blijven voortbestaan, zij het dat zijn gezag zich sinds 1949 slechts uitstrekt tot Taiwan, de Pescadores, Kinmen en Matsu. In de jaren 1990 liet de Republiek China zijn formele aanspraak op het vasteland uiteindelijk varen en werd de facto een Twee-China-politiek omarmd, naar analogie van de verhouding tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de DDR, dit wil zeggen een verhouding tussen twee soevereine, onafhankelijke entiteiten die samen het ene Duitsland vormden. De hereniging van beide « China's » wordt gezien als een perspectief op lange termijn, waarvan de realisatie afhankelijk wordt gesteld van de invoering op het vasteland van een democratische rechtsstaat en een kapitalistische vrije markteconomie.
Taiwan — in de zin van de entiteit die de soevereiniteit uitoefent over Taiwan en zich formeel nog steeds de Republiek China noemt — voldoet aan alle criteria die het volkenrecht hanteert om van een soevereine Staat te kunnen spreken. Artikel 1 van de Conventie van Montevideo (Convention on Rights and Duties of States) van 26 december 1933, dat op dit gebied als een codificatie van internationaal gewoonterecht wordt beschouwd, luidt als volgt :
« Article 1
The state as a person of international law should possess the following qualifications :
a) a permanent population;
b) a defined territory;
c) government;
d) capacity to enter into relations with the other states. »
Taiwan heeft een afgebakend staatsgebied, dat behalve het hoofdeiland Taiwan de eilandengroepen Penghu (Pescadores) en Kinmen (Quemoy) omvat, alsook een aantal kleinere eilandjes voor de kust van het Chinese vasteland.
Taiwan heeft eveneens een permanente bevolking met een eigen identiteit, die wordt versterkt door de bedreigingen vanwege de communistische Volksrepubliek China en door het feit dat er reeds decennia sprake is van een feitelijke scheiding. In dat verband kan er op worden gewezen dat Taiwan in de vijftig jaar voordat de troepen van de Republiek China op 25 oktober 1945 met de steun van de geallieerden Taiwan in bezit namen, een Japanse kolonie was. Na de Eerste Chinees-Japanse Oorlog sloten China en Japan het verdrag van Shimonoseki van 17 april 1895, waarbij China ten voordele van Japan « voor altijd » afstand deed van onder meer Taiwan (toen nog Formosa genoemd) en de Pescadores. Slechts ten tijde van de Qing-dynastie was er gedurende de korte periode tussen 1884 en 1895 sprake van een min of meer hechte binding tussen Taiwan en het Chinese vasteland.
Verder lijdt het geen twijfel dat Taiwan een effectieve regering heeft die op onafhankelijke wijze het staatsgezag uitoefent over het grondgebied en de bevolking van Taiwan, met volledige uitsluiting van de communistische regering van de Volksrepubliek China. Taiwan is in staat zelf zijn binnenlandse organisatie, het gedrag van zijn onderdanen en zijn binnen- en buitenlandse politiek te regelen en beschikt derhalve over volledig zelfbestuur.
Ten slotte is Taiwan bekwaam om betrekkingen aan te gaan met andere Staten. Taiwan onderhoudt volwaardige diplomatieke betrekkingen met de tweeëntwintig Staten die de Republiek China erkennen en daarnaast officieuze betrekkingen met tal van andere Staten, die inhoudelijk neerkomen op diplomatieke betrekkingen, maar door de betrokken Staten slechts zo niet mogen genoemd worden om China niet voor het hoofd te stoten. Aan het feit dat Taiwan (preciezer : de Republiek China) thans slechts door tweeëntwintig Staten officieel wordt erkend, komt geen doorslaggevende betekenis toe. Waar het om gaat, is dat Taiwan de organisatorische capaciteiten bezit om met andere Staten contacten te onderhouden van diplomatieke aard en in staat is zijn internationale verplichtingen na te komen. Eventuele overeenkomsten met andere Staten kan het op grond van zijn effectieve overheidsgezag op zijn grondgebied omzetten. Volgens de heersende rechtsopvatting komt aan de erkenning door derde Staten geen constitutieve werking voor de statelijkheid toe. Wanneer een entiteit voldoet aan de Montevideo-criteria, is hij een Staat met alle bijhorende volkenrechtelijke rechten en plichten, ongeacht of en door hoeveel andere Staten deze Staat wordt erkend. Het zijn immers niet de andere Staten die beslissen of een Staat ontstaat dan wel reeds bestaat, en het valt niet in te zien waaraan zij een dergelijke constitutieve bevoegdheid zouden ontlenen. De vaststelling of men te maken heeft met een Staat, dient uitsluitend te gebeuren aan de hand van de objectieve criteria die het volkenrecht daaraan stelt. De erkenning van de ene Staat door de andere houdt niet meer in dan dat die andere Staat daarmee te kennen geeft dat hij de nieuw erkende Staat aanvaardt als lid van het internationale statensysteem en bereid is alle gevolgen van die erkenning te accepteren. De zogenaamde declaratieve opvatting over erkenning wordt bevestigd door de eerste volzin van artikel 3 van de reeds vermelde Conventie van Montevideo : « The political existence of the state is independent of recognition by the other states. »
Hoewel Taiwan onmiskenbaar alle eigenschappen bezit van een soevereine Staat, wordt deze natie — gelet op het feit dat het slechts door een beperkt aantal (veelal arme en weinig invloedrijke) Staten wordt erkend — in aanzienlijke mate belemmerd in zijn mogelijkheden tot ontplooiing als lid van de internationale gemeenschap. Mede door het economische, politieke en militaire gewicht van de Volksrepubliek China, is het voor Taiwan eveneens zeer moeilijk om lid te worden van belangrijke internationale organisaties waarvan het lidmaatschap slechts openstaat voor Staten. In het bijzonder moet daarbij worden gedacht aan de Organisatie van de Verenigde Naties (VN) en haar verschillende gespecialiseerde organisaties. Momenteel is de Republiek China lid van onder meer de Aziatische Ontwikkelingsbank (als stichtend lid sinds 1966, zij het thans onder de benaming « Taipei, China » naast de Volksrepubliek China, die in 1986 toetrad tot de organisatie), de Wereldhandelsorganisatie (sinds 1 januari 2002 als « Chinese Taipei », naast de Volksrepubliek China, die kort voordien, op 11 december 2001, toetrad), en de APEC of Asia-Pacific Economic Cooperation (als « Chinese Taipei » sinds 1991, gelijktijdig toegetreden met de Volksrepubliek). Verder heeft Taiwan in een aantal internationale organisaties de status van waarnemer verkregen. Dat is bijvoorbeeld het geval met de Wereldgezondheidsorganisatie (sinds 2009, onder de benaming « Chinese Taipei ») en met een aantal comités van de OESO (Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling).
Dit voorstel van resolutie strekt ertoe dat België zou overgaan tot de formele en expliciete erkenning van de Republiek China (Taiwan) en dat België de inspanningen van de Republiek China zou ondersteunen om het lidmaatschap te verwerven van internationale organisaties waarvan België deel uitmaakt, in het bijzonder de Verenigde Naties, waarvan het lidmaatschap thans quasi-universeel is.
Anke VAN DERMEERSCH. | |
Bart LAEREMANS. | |
Yves BUYSSE. | |
Filip DEWINTER. |
De Senaat,
A. overwegende dat Taiwan (Republiek China) een afgebakend staatsgebied, een permanente bevolking en een effectieve regering heeft, die in staat is betrekkingen aan te gaan met andere Staten;
B. overwegende dat Taiwan derhalve voldoet aan alle criteria die het volkenrecht stelt aan het bestaan van een Staat;
C. overwegende dat de in 1949 opgerichte communistische Volksrepubliek China nooit effectief staatsgezag heeft uitgeoefend over enig deel van Taiwan en dat de Republiek China ten volle soeverein en onafhankelijk is;
D. overwegende dat het verpletterende economische, militaire en politieke gewicht van de Volksrepubliek China en de door haar aangehouden Één-Chinapolitiek er de oorzaak van is dat Taiwan thans slechts wordt erkend door tweeëntwintig Staten;
E. overwegende dat Taiwan door het geringe aantal erkenningen in aanzienlijke mate wordt gehinderd in zijn internationale ontplooiingsmogelijkheden;
F. overwegende dat Taiwan door de obstructiepolitiek vanwege de Volksrepubliek China en het beperkte aantal erkenningen door derde Staten geen (volwaardig) lid is van verschillende belangrijke internationale organisaties waarvan het lidmaatschap slechts openstaat voor Staten, in het bijzonder de Verenigde Naties en de verschillende gespecialiseerde organisaties die in de schoot daarvan werden opgericht;
G. gelet op het quasi-universele lidmaatschap van de Verenigde Naties, waarvan de roeping erin bestaat te functioneren als een daadwerkelijke organisatie van de volledige internationale (Staten)gemeenschap, hetgeen tot uiting komt in het Handvest van de Verenigde Naties;
H. overwegende dat de huidige internationale « pariastatus » van Taiwan en zijn 23 miljoen inwoners fundamenteel onrechtvaardig is;
I. overwegende dat de Republiek China een volwaardige democratische rechtsstaat is, die de internationale standaarden respecteert inzake de mensenrechten;
J. overwegende dat de Republiek China zich een constructief en verantwoordelijk lid heeft getoond van de internationale gemeenschap, dat een aanzienlijke bijdrage levert aan regionale ontwikkelingsprogramma's en heel wat inspanningen levert op humanitair vlak,
Vraagt de regering :
1. over te gaan tot de plechtige en formele erkenning van de Republiek China (Taiwan) als een onafhankelijke en soevereine Staat, waarvan het grondgebied bestaat uit het hoofdeiland Taiwan, alsmede de Pescadores, Kinmen en Matsu;
2. onmiddellijk officiële diplomatieke betrekkingen aan te knopen met de soevereine Taiwanese Staat;
3. het streven van Taiwan naar het lidmaatschap van internationale organisaties waarvan België deel uitmaakt, in het bijzonder van de Verenigde Naties, onvoorwaardelijk en krachtig te ondersteunen.
28 februari 2012.
Anke VAN DERMEERSCH. | |
Bart LAEREMANS. | |
Yves BUYSSE. | |
Filip DEWINTER. |