5-665/4

5-665/4

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

23 NOVEMBER 2011


Voorstel van resolutie betreffende de evaluatie van het Belgisch nationaal actieplan in het kader van Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad

Voorstel van resolutie om aan de federale regering te vragen de deelname van vrouwen aan formele processen van conflictbemiddeling en vredeshandhaving te steunen op grond van resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties


VERSLAG NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR MEVROUW ARENA EN DE HEER DAEMS


I.  INLEIDING

De commissie heeft deze voorstellen van resolutie besproken tijdens haar vergaderingen van 22 en 23 november 2011.

Het Adviescomité voor Gelijke Kansen voor vrouwen en mannen had op 14 juni 2011 een uitvoerig verslag gepubliceerd over de evaluatie van het Belgisch nationaal actieplan voor de implementatie van VN-Veiligheidsraadresolutie 1325 « Vrouwen, Vrede en Veiligheid » (stuk Senaat, nr. 5-765/1).

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR MEVROUW DE BETHUNE, AUTEUR VAN HET VOORSTEL VAN RESOLUTIE BETREFFENDE DE EVALUATIE VAN HET BELGISCH NATIONAAL ACTIEPLAN IN HET KADER VAN RESOLUTIE 1325 VAN DE VN-VEILIGHEIDSRAAD (nr. 5-665/1)

Ons land is één van de eerste landen dat een nationaal actieplan (NAP) heeft opgesteld met betrekking tot resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad inzake vrouwen, vrede en veiligheid. Dit actieplan werd aangenomen in 2009 en voorzag in een evaluatie in 2010. Het ogenblik is aangebroken om zich over de evaluatie en bijsturing te buigen. De evaluatie op het niveau van de FOD Buitenlandse Zaken is al ver gevorderd, vermits uitnodigingen werden verstuurd voor een studiedag op het Egmontpaleis op 12 december 2011, waar een deel van de neerslag van de evaluatie zal worden meegedeeld. Spreekster verheugt zich over het werk dat al werd gepresteerd.

Het thema is bijzonder actueel. Tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap (tweede helft 2010) werd een stand van zaken opgemaakt van de implementatie van resolutie 1325 en werden een aantal belangrijke beslissingen genomen. Zo werd met name bepaald hoe er, vanuit verschillende landen, veel concreter rond dit thema kan gewerkt worden en welke indicatoren ontwikkeld kunnen worden. Het is vandaag van belang deze internationale inzichten en het resultaat van de onderzoeken te vertalen binnen het Belgisch nationaal actieplan met betrekking tot resolutie 1325.

Ook vanuit de vrouwenbeweging werd heel wat werk verzet. De Nederlandstalige Vrouwenraad en de Commissie Vrouw en Ontwikkeling hebben tal van sensibiliseringscampagnes en concrete acties op het terrein ondernomen.

Het voorliggende voorstel van resolutie heeft als doel inspiratie te bieden en wat druk uit te oefenen om bij de evaluatie van ons Belgisch nationaal actieplan concreter uit de hoek te komen. In het dispositief van het voorstel van resolutie worden een tiental punten in die zin vooropgesteld :

— bij de evaluatie van het Belgisch nationaal actieplan rekening houden met alle indicatoren die de voorbije maanden werden ontwikkeld, zowel op VN-niveau als op EU-niveau. Dit moet ingevuld worden met concrete objectieven en er moet voorzien worden in voldoende middelen om ze te realiseren;

— de rapportage- en evaluatieprocedure in de toekomst beter op punt stellen;

— het middenveld een echte erkende plaats geven om rond deze resolutie te werken;

— de publieke opinie beter informeren;

— meer aandacht besteden aan een grotere vertegenwoordiging van vrouwen op alle beslissingsniveaus : nationaal, regionaal en internationaal en alles wat conflictpreventie en -beheersing betreft;

— de inzichten integreren in onze post-conflictprogramma's;

— dit integreren in de projecten van ontwikkelingssamenwerking in de bilaterale coöperatie door de Belgische partnerlanden te helpen bij het opstellen en het uitvoeren van een eigen actieplan 1325;

— de partnerlanden ondersteunen in hun aanpak van straffeloosheid van de daders;

— regelmatig overleg organiseren tussen de Belgische vertegenwoordiging en de lokale vrouwenorganisaties;

— sensibiliseringsprogramma's in de partnerlanden ondersteunen om een betere bekendheid van resolutie 1325 te bewerkstelligen bij alle actoren, zoals de parlementsleden, de civiele maatschappij, de ambtenaren van de verschillende ministeries, de lokale bestuursniveaus en de risicogroepen met een potentieel daderprofiel.

Dit voorstel van resolutie is vrij ruim opgevat, maar moedigt toch vooral onze eigen regering aan om het Belgische nationaal actieplan wat bij te spijkeren en zo te komen tot een concretere invulling, een betere integratie ervan in ons buitenlands beleid en internationale samenwerking en daar ook voldoende middelen voor vrij te maken.

III. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR MEVROUW TILMANS, AUTEUR VAN HET VOORSTEL VAN RESOLUTIE OM AAN DE FEDERALE REGERING TE VRAGEN DE DEELNAME VAN VROUWEN AAN FORMELE PROCESSEN VAN CONFLICTBEMIDDELING EN VREDESHANDHAVING TE STEUNEN OP GROND VAN RESOLUTIE 1325 VAN DE VEILIGHEIDSRAAD VAN DE VERENIGDE NATIES (nr. 5-699/1)

Mevrouw Tilmans stipt vooreerst aan dat dit voorstel van resolutie vooral de ondersteuning van de deelname van vrouwen aan conflictregeling en -preventie viseert, terwijl het voorstel van resolutie nr. 5-665/1 eerder gaat om de evaluatie van het NAP. De context is dezelfde, maar de inhoud niet.

Het voorstel van resolutie nr. 5-699/1 is het resultaat van een sensibilisering op het terrein.

Vrouwen worden vandaag vrijwel volledig uitgesloten van alle vredesonderhandelingen of vredeshandhavingsprocessen. Er kan zelfs een zekere weerstand waargenomen worden om vrouwen een actieve plaats te geven in vredesprocessen. Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad, die in oktober 2000 werd aangenomen, heeft de mogelijkheid geboden om de aandacht te vestigen op de bijdrage van vrouwen inzake conflictpreventie en vredesopbouw.

In 2004 heeft Kofi Annan alle lidstaten gevraagd nationale actieplannen te ontwikkelen. België heeft dergelijk NAP in 2009 aangenomen. Het doel was om vrouwen te betrekken bij de conflictregeling en -preventie en bij de wederopbouw van een land na een conflict. In die zin is het voorstel van resolutie nr. 5-699/1 meer gedetailleerd dan het voorstel van resolutie nr. 5-665/1. Door meer vrouwen te betrekken neemt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen af en voert men een effectieve strategie ter consolidatie van de vrede.

Het voorstel van resolutie stelt 4 punten voor :

— elk nationaal initiatief ter implementering van resolutie 1325 in een ander land te steunen, in het bijzonder wanneer het tot doel heeft de vrouwen meer te betrekken bij het oplossen van conflicten en hij de vredeshandhaving;

— doeltreffend in te gaan op de noden van vrouwen in conflictsituaties en ervoor te zorgen dat zij actief kunnen deelnemen aan vredesprocessen, wat impliceert dat zij ook een rol moeten spelen in het politieke leven en de economische ontwikkeling van het land;

— de uitwisseling van de succesvolle maatregelen die werden genomen ter uitvoering van resolutie 1325 te vergemakkelijken;

— de activiteiten van UNIFEM en van het Departement Politieke Zaken van de Verenigde Naties ter bevordering van de deelname van vrouwen aan besluitvormingsprocessen te steunen.

IV. ALGEMENE BESPREKING

De heer Anciaux, rapporteur namens het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen voor het verslag nr. 5-765/1, schetst vooreerst een beknopt overzicht van de werkzaamheden van het Adviescomité.

In de eerste plaats werden een aantal hoorzittingen georganiseerd, die een duidelijk overzicht van de problematiek hebben geschetst.

Op de hoorzitting van 25 januari 2001 werden enkele verantwoordelijken van landsverdediging uitgenodigd. Zij gaven een overzicht van de implementatie van resolutie 1325 binnen Defensie en van de concrete realisaties. Ook een medewerker van de minister van Ontwikkelingssamenwerking, de gender-expert bij de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking, de vertegenwoordigster van het platform Resolutie 1325 en van de Nederlandstalige Vrouwenraad en de directrice UN Women Brussels Office kwamen toen aan het woord.

Op 22 februari 2011 werden een vertegenwoordigster van het departement Mensenrechten, FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, een vertegenwoordigster van de Internationale Cel, FOD Binnenlandse Zaken, en een vertegenwoordiger van de dienst Internationaal Humanitair Recht, FOD Justitie gehoord.

Tenslotte volgden besprekingen over het voorstel van advies zoals het werd geformuleerd door de verslaggevers, en ook over de tekst van het goedgekeurde concrete advies.

De heer De Bruyn looft de evenwichtige opbouw van het voorstel resolutie nr. 5-665/1, dat aandacht geeft aan de drie oorspronkelijke elementen van de VN-Veiligheidsraadresolutie 1325 : de participatie van vrouwen in de vredesonderhandelingen, het recht op bescherming van alle vrouwen en meisjes tegen alle vormen van geweld, en de belangrijke rol die vrouwen kunnen spelen op het vlak van conflictpreventie. Het belang daarvan is dat de vrouwen in deze VN-resolutie niet alleen als slachtoffer worden beschouwd. De VN-resolutie schenkt ook aandacht aan de kracht van vrouwen en dit element is meteen ook haar meerwaarde.

Een andere sterkte is dat het voorstel van resolutie nr. 5-665 ook een aantal elementen bevat die haalbaar en realiseerbaar zijn in de verhouding tussen België en de partnerlanden. Er moet dus niet steeds worden gezocht naar een Europees of een mondiaal kader, maar de punten 7, 8 en 9 van het dispositief verwijzen naar zeer concrete initiatieven die ons land onmiddellijk kan nemen.

De evenwichtige aandacht voor, enerzijds, de drie pijlers van de VN-Veiligheidsresolutie en, anderzijds, de concrete vraag aan de Belgische regering om tot de actie over te gaan, maken dat spreker met overtuiging zijn steun zal verlenen aan het voorstel van resolutie nr. 5-665.

De heer De Bruyn concludeert — verwijzend naar een vers in de Bijbel, Spreuken, Spr 31,10-31, luidende : « Een sterke vrouw, wie zal haar vinden ? » — dat wie om zich heen kijkt tal van sterke vrouwen kan vinden.

V. BESPREKING VAN DE AMENDEMENTEN

Considerans

Punt F

De heer De Bruyn c.s. dienen het amendement nr. 1 in (stuk Senaat, nr. 5-665/3), dat ertoe strekt om in punt F van de considerans, meer precies te verwijzen naar resolutie 64/289 van de Algemene Vergadering van de VN tot oprichting van de UN Entity for Gender and the Empowerment of Women (UN Women).

Amendement nr. 1 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Punt N (nieuw)

Mevrouw Matz c.s. dient amendement nr. 2 in (stuk Senaat, nr. 5-665/4), dat ertoe strekt in de considerans een punt N (nieuw) in te voegen, dat verwijst naar het verslag van 14 juni 2011 dat is opgemaakt in naam van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen (stuk Senaat, nr. 5-765/1).

Amendement nr. 6 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Dispositief

Punt 6bis (nieuw)

De dames Tilmans en de Bethune dienen amendement nr. 2 in (stuk Senaat, nr. 5-665/3) dat ertoe strekt om, in het dispositief, een nieuw punt 6bis in te voegen, luidend als volgt :

« elk nationaal initiatief te steunen dat de tenuitvoerlegging van resolutie 1325 in een ander land beoogt, in het bijzonder wanneer het vrouwen meer wil betrekken bij het oplossen van conflicten en vredeshandhaving; ».

Amendement nr. 2 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Punt 6ter (nieuw)

De dames Tilmans en de Bethune dienen amendement nr. 3 in (stuk Senaat, nr. 5-665/3) dat ertoe strekt om, in het dispositief, een nieuw punt 6ter in te voegen, luidend als volgt :

«een doeltreffend antwoord te bieden op de noden van vrouwen in conflictsituaties en ervoor te zorgen dat zij actief deelnemen aan vredesprocessen, wat betekent dat zij ook een rol moeten spelen in het politieke leven en de economische ontwikkeling van hun land; ».

Amendement nr. 3 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Punt 6quater (nieuw)

De dames Tilmans en de Bethune dienen amendement nr. 4 in (stuk Senaat, nr. 5-665/3) dat ertoe strekt om, in het dispositief, een nieuw punt 6quater in te voegen, luidend als volgt :

« de uitwisseling te bevorderen van de maatregelen die genomen zijn in het raam van de tenuitvoerlegging van resolutie 1325 en met succes zijn bekroond, inzonderheid tussen landen die opgenomen zijn in het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) van de Europese Unie; ».

Amendement nr. 4 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Punt 11 (nieuw)

De dames Tilmans en de Bethune dienen amendement nr. 5 in (stuk Senaat, nr. 5-665/3) dat ertoe strekt om, in het dispositief, een punt 11 toe te voegen, luidend als volgt :

« de activiteiten te steunen van de organisatie « UN Entity for Gender Equality and the Empowerment of Women » (UN Women) en van het departement Politieke Zaken van de Verenigde Naties, teneinde vrouwen meer te laten deelnemen aan de besluitvormingsprocessen; ».

Amendement nr. 5 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

VI. EINDSTEMMING

Het aldus geamendeerde voorstel van resolutie betreffende de evaluatie van het Belgisch nationaal actieplan in het kader van Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad (nr. 5-665/1) wordt aangenomen met eenparigheid van de 10 aanwezige leden.

Bijgevolg vervalt het voorstel van resolutie om aan de federale regering te vragen de deelname van vrouwen aan formele processen van conflictbemiddeling en vredeshandhaving te steunen op grond van resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (nr. 5-699/1).


Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteurs voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteurs, De voorzitter,
Marie ARENA. Rik DAEMS. Karl VANLOUWE.

Tekst aangenomen door de commissie (Zie stuk Senaat, nr. 5-665/5 - 2011/2012).