5-1337/1

5-1337/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

18 NOVEMBER 2011


Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 38, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de vrijstelling betreft van het voordeel dat voortvloeit uit het privégebruik van een door de werkgever of vennootschap ter beschikking gestelde mobilofoon

(Ingediend door de heer Alexander De Croo c.s.)


TOELICHTING


Een werknemer of bedrijfsleider die van zijn werkgever of vennootschap een mobilofoon ter beschikking krijgt, die hij ook voor privédoeleinden mag gebruiken, is vandaag op dit voordeel van alle aard belastbaar ten belope van het privégebruik.

Deze regeling geldt ook wanneer een werknemer of bedrijfsleider voor persoonlijke doeleinden een mobilofoon gebruikt die hij zelf heeft aangekocht, maar waarbij de werkgever of de vennootschap de aankoop heeft (mee)gefinancierd of tussenkomt in de kosten van het abonnement.

In tegenstelling tot heel wat andere voordelen van alle aard, voorziet de fiscale reglementering vandaag voor dit voordeel geen forfaitaire waardering.

Overeenkomstig de algemene regel van artikel 36 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, dient het voordeel dan ook gewaardeerd te worden op de werkelijke waarde ervan bij de verkrijger.

In de « frequently asked questions » die de administratie in 2008 publiceerde over de belastbare voordelen van alle aard wordt gesteld dat het voordeel dat voortvloeit uit het privégebruik van een bedrijfs-gsm gewaardeerd dient te worden door rekening te houden met de aankoopprijs van de gsm, de waarde van het abonnement, de facturen van de operator en het akkoord tussen de werknemer en de werkgever wat het gebruik van de gsm betreft.

Voorliggend wetsvoorstel strekt ertoe het voordeel dat in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider voortvloeit uit het privégebruik van een door de werkgever of vennootschap ter beschikking gestelde mobilofoon volledig van belasting vrij te stellen.

Voor het gros van de bevolking is de mobilofoon immers niet meer weg te denken uit de professionele en de private levenssfeer. Het is een noodzakelijk instrument geworden voor het goed functioneren en communiceren. Het gebruik van de mobilofoon dient op fiscaal vlak dan ook te worden aangemoedigd.

Hiertoe stellen indieners voor om het voordeel dat in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider voortvloeit uit het privégebruik van een door de werkgever of vennootschap ter beschikking gestelde mobilofoon op te nemen in de lijst van de vrijgestelde inkomsten van artikel 38, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Alexander DE CROO.
Rik DAEMS.
Guido DE PADT.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 38, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 2009, wordt aangevuld met de bepaling onder 26º, luidende :

« 26º het voordeel dat in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider voortvloeit uit het privégebruik van een door de werkgever of vennootschap ter beschikking gestelde mobilofoon. »

Art. 3

Deze wet treedt in werking met ingang van het aanslagjaar volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

23 juni 2011.

Alexander DE CROO.
Rik DAEMS.
Guido DE PADT.