5-992/3

5-992/3

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

14 JUNI 2011


Voorstel van resolutie betreffende de presidentsverkiezingen van november 2011 in de Democratische Republiek Congo


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

DE HEREN ANCIAUX EN DE BRUYN


I. INLEIDING

De commissie heeft dit voorstel van resolutie besproken tijdens haar vergaderingen van 17 mei en 14 juni 2011.

Alvorens de bespreking van het voorstel van resolutie aan te vatten, heeft de commissie in de loop van de voorbije maanden een aantal hoorzittingen georganiseerd met betrekking tot de komende verkiezingen in de Democratische Republiek Congo (DRC), te weten :

— op 27 oktober 2010 met de heer Dismas Kitenge, ondervoorzitter van de International Federation for Human Rights en voorzitter van Groupe Lotus, een nationale mensenrechtenorganisatie;

— op 18 januari 2011 met mevrouw Colette Braeckman, journaliste bij Le Soir;

— op 18 januari 2011 met de heer Kris Berwouts van EurAc (Network 50 European NGOs for lobby on Central Africa), de heer Wamu Oyatambwe, politicoloog en onderzoeker aan de VUB, en de heer Pierre Verjans, professor in de politieke wetenschappen aan de Ulg;

— op 15 maart 2011 met de heer Hans Hoebeke, onderzoeker bij het Egmont instituut, de heer John Vandaele, journalist bij Mo magazine en de heer Jean Omasombo, onderzoeker verbonden aan het Koninklijk Museum voor Midden Afrika te Tervuren en professor politieke wetenschappen aan de universiteit van Kinshasa;,

— op 22 maart 2011 met de heer Bogdan Vanden Berghe, algemeen secretaris 11.11.11, mevrouw Line Risch, medewerkster 11.11.11 voor Centraal Afrika en de heer Filip Reyntjens, professor Recht en Politiek aan het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer van de Universiteit Antwerpen;

— op 3 mei 2011 met de heer Henri Mova Sakanyi, ambassadeur van de Democratische Republiek Congo;

— op 10 mei 2011 met de heer Dhaene, vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken;

— op 31 mei 2011 met mevrouw Sabine Kakunga, verantwoordelijke voor Centraal Afrika van CNCD- 11.11.11 en mevrouw Maggi Poppe van de Nederlandstalige Vrouwenraad.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING VAN MEVROUW ARENA, AUTEUR VAN HET VOORSTEL VAN RESOLUTIE

De verkiezingen van november 2011 in de Democratische Republiek Congo komen na de verkiezingen van 2006, de eerste democratische verkiezingsoefening in de DRC. Men weet hoezeer een tweede electoraal moment belangrijk is voor de stabiliteit van een land. De hoorzittingen over de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo (stuk Senaat, nr. 5-389/1) hebben de problemen aan het licht gebracht inzake de uitvoering van het verkiezingsproces. Er rijzen problemen inzake de identificatie van de registers, de rol van de CENI en de financiering op nationaal en internationaal niveau. Tevens waren er problemen met de operationaliteit van de verkiezingen en de administratie van justitie, de toegang tot de media en de eerbiediging van de mensenrechten. De rol van MONUSCO inzake het verzekeren van de veiligheid voor, tijdens en na de verkiezingen verdient eveneens speciale aandacht.

Het gaat wel degelijk om een volledige verkiezingscyclus, met presidents- en parlementsverkiezingen, maar ook met provinciale en gemeenteraadsverkiezingen, waarbij de Senaat onrechtstreeks wordt samengesteld op grond van de resultaten van de provinciale verkiezingen. De diverse standpunten die bij de hoorzittingen aan bod kwamen, hebben geleid tot een goed begrip van de context en de inzet van het verkiezingsproces, alsook van de toestand van de Congolese vrouw in die context.

Nu de problemen bij de uitvoering van het verkiezingsproces zijn vastgesteld en geïdentificeerd, voorziet voorliggend voorstel van resolutie in een aantal aanbevelingen aan de Belgische regering en haar mogelijkheden om die verkiezingen te ondersteunen. Er gaat speciaal aandacht naar de rol die België kan spelen op internationaal niveau, tevens rekening houdend met de houding van de geldschieters op internationaal niveau.

Daarnaast is het van belang aan de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties voor te stellen een resolutie aan te nemen die de ernst van de situatie van de mensenrechten in de DRC vaststelt. De democratie in de DRC moet aansluiting kunnen vinden bij de context van de universaliteit van de mensenrechten.

III. ALGEMENE BESPREKING

Voor de heer De Bruyn bevat het voorstel van resolutie een goed evenwicht tussen, enerzijds, het respect voor het soevereine karakter van een Staat en, anderzijds, het signaleren van een aantal bekommernissen omtrent grote problemen. Het voorstel van resolutie wijst ook op het belang van het begeleiden en steunen van het democratiseringsproces voor, tijdens en na de verkiezingen. Tevens benadrukt het voorstel ook voldoende het internationaal kader.

Spreker wijst nog op een recent rapport waaruit blijkt dat het seksueel geweld tegen vrouwen frequent voorkomt op het hele Congolese grondgebied.

De heer Vanlouwe onderstreept het belang van de lokale en provinciale verkiezingen voor het democratiseringsproces. Hij verwijst in dit verband naar de hoorzitting met de vertegenwoordigers van 11.11.11 op 22 maart 2011, die benadrukten dat het verkiezingsproces in zijn totaliteit moet gezien worden. Wat betreft de hoorzitting met de Congolese ambassadeur op 3 mei 2011, merkt de heer Vanlouwe op dat de financiële steun van België met betrekking tot het verkiezingsproces over een langere periode en in drie schijven zal toegekend worden.

Volgens mevrouw de Bethune wordt in het voorstel van resolutie voldoende rekening gehouden met de hoorzittingen over de verkiezingen (zie supra). Er moet dringend een standpunt ingenomen worden over die komende verkiezingen, maar het debat moet ook uitgebreid worden tot de wetgevende, provinciale en lokale verkiezingen.

IV. BESPREKING VAN DE AMENDEMENTEN

Considerans

Punt Bbis (nieuw)

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 7 in dat ertoe strekt in een nieuw punt Bbis in te voegen dat verwijst naar het Globaal en Inclusief Vredesakkoord van 17 december 2002.

Volgens mevrouw de Bethune is het akkoord van Sun City van 2002 belangrijk voor de vrede en de democratisering in Congo.

Het amendement nr. 7 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Punt Cbis (nieuw)

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 8 in dat ertoe strekt een nieuw punt Cbis in te voegen dat verwijst naar de organieke wet nr. 10/013 van 28 juli 2010 betreffende de organisatie en de werking van de Commission Électorale Nationale Indépendante (CENI).

Volgens mevrouw de Bethune moeten de juiste referenties van de CENI, waarnaar ook in het dispositief wordt verwezen, hier opgenomen worden.

Het amendement nr. 8 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Punten P, Q en R

Mevrouw Matz dient amendement nr. 2 in, dat strekt om de considerans aan te vullen met de nieuwe punten P, Q, R luidende :

« P. gelet op het Verdrag tot uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen,

Q. gelet op resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad betreffende vrouwen, vrede en veiligheid,

R. gelet op de zwakke vertegenwoordiging van vrouwen op alle bevoegdheidsniveaus, te weten :

— op 11 provinciegouverneurs is er geen enkele vrouw,

— op 500 nationale volksvertegenwoordigers zijn er 42 vrouwen, dat is 8,4 %,

— op 632 federale volksvertegenwoordigers zijn er 43 vrouwen, dat is 6,8 %. ».

Mevrouw Matz onderstreept dat men in dit voorstel van resolutie meer rekening moet houden met het genderaspect.

Amendement nr. 2 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

De heren Vanlouwe en Boogaerts dienen het amendement nr. 6 in dat er eveneens toe strekt om de considerans aan te vullen met een nieuw punt P dat verwijst naar de recente grondwetswijziging van januari 2011 die het aantal stemrondes voor de presidentiële verkiezing terugbracht naar één ronde en die de beleidsmarge voor de provinciegouverneurs beperkte.

Volgens de heer Vanlouwe is deze grondwetswijziging een opmerkelijk element in het verkiezingsproces, dat zeker vermeld moet worden in het voorstel van resolutie.

De heer De Bruyn voegt hieraan toe dat elke soevereine staat uiteraard het recht heeft een grondwetswijziging door te voeren, maar de snelheid waarmee dit in Congo gebeurde en de impact ervan op de komende verkiezingen zijn redenen tot bezorgdheid voor de ontwikkeling van de democratie in Congo.

Mevrouw Arena vraagt zich af of de Senaat het recht heeft een oordeel uit te spreken over een wettekst die door het Congolese Parlement bekrachtigd is.

Mevrouw de Bethune wijst op de algemeen aanvaarde regel die de IPU hanteert, namelijk dat een land haar grondwet niet kan wijzigen minder dan één jaar voor de verkiezingen. Daarom mag er in het voorstel van resolutie wel gewezen worden op de recente grondwetswijziging in Congo, want het is nu eenmaal een feit is dat het aantal stemrondes werd beperkt.

Mevrouw de Bethune stelt wel voor om in het amendement nr. 6 het woord « beleidsmarge » te vervangen door het woord « bevoegdheden ». De commissie gaat hiermee akkoord.

Het aldus gecorrigeerde amendement nr. 6 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw de Bethune dient vervolgens het amendement nr. 9 in dat er toe strekt om ook een nieuw punt P in te voegen, waarin uitdrukkelijk wordt verwezen naar het verslag van de hoorzittingen die in de Senaatscommissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging hebben plaatsgevonden in de loop van het najaar 2010 en het voorjaar 2011.

Het amendement nr. 9 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Ten slotte dient de heer Anciaux het amendement nr. 20 in om de considerans aan te vullen met een nieuw punt dat wijst op de bijzondere band die ons land heeft met Congo en haar verantwoordelijkheid voor Congo. Volgens de heer Anciaux moet de nadruk gelegd worden op dit zeer belangrijk element.

Volgens mevrouw Arena wordt die bezorgdheid reeds uitgedrukt in de tweede alinea van de toelichting van het voorstel van resolutie, waarin het volgende staat : « Rekening houdend met de sterke vriendschapsbanden tussen onze landen en de belangrijke partnerschapsovereenkomsten inzake ontwikkelingssamenwerking, hecht België bijzonder veel belang aan de volgende presidentsverkiezingen. » (stuk Senaat, nr. 5-994, blz. 2).

Voor de heer Anciaux volstaat deze verwijzing in de toelichting van het voorstel van resolutie niet, maar moet het punt expliciet vermeld worden in de overwegingen bij de resolutie.

Het amendement nr. 20 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Dispositief

Punt 1

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 10 in dat ertoe strekt in dit punt 1, het woord « presidentsverkiezingen » te vervangen door de woorden « presidents- en parlementsverkiezingen ».

Voor mevrouw de Bethune moet de aandacht ook gevestigd worden op de wetgevende verkiezingen, die trouwens samenvallen met de presidentsverkiezingen.

Het amendement nr. 10 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Naar aanleiding van de goedkeuring van dit amendement nr. 10, beslist de commissie om het opschrift van het voorstel van resolutie als volgt aan te passen : « Voorstel van resolutie betreffende de presidents- en parlementsverkiezingen van november 2011 in de Democratische Republiek Congo ».

Punten 2 en 3

De heer Vanlouwe vraagt zich af of de Senaat aan de regering moet vragen om parlementaire waarnemers te sturen. Het parlement kan hierover immers zelf beslissen.

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 11 in dat ertoe strekt de punten 2 en 3 samen te voegen als één punt, luidende : « de zending van parlementaire waarnemers en waarnemers van het middenveld tijdens de pre-electorale periode, de verkiezingen en de postelectorale periode te steunen ».

Mevrouw de Bethune verduidelijkt hierbij dat het belangrijk is om niet alleen de pre-electorale periode en de verkiezingen door waarnemers op te volgen, maar ook de postelectorale periode.

Het amendement nr. 11 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Punt 3bis (nieuw)

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 12 in dat ertoe strekt een nieuw punt 3bis waarin gepleit wordt om voldoende financiële middelen vrij te maken voor de sensibilisering van de Congolese bevolking, via organisaties van het Congolese middenveld en meer in het bijzonder voor vrouwenorganisaties in het kader van de opleiding van vrouwelijke kandidaten. Voor mevrouw de Bethune is het zeer belangrijk om vrouwen te sensibiliseren in het kader van het verkiezingsproces.

Het amendement nr. 12 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Punt 4

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 13 in dat ertoe strekt in het punt 4. a), de woorden « en onafhankelijk » in te voegen tussen het woord « optimaal » en de woorden « kan functioneren ». Volgens het commissielid moet het onafhankelijk karakter van de CENI worden benadrukt.

Het amendement nr. 13 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 14 in dat ertoe strekt in het punt 4. b), het woord « verkiezingen » te vervangen door de woorden « presidents- en parlementsverkiezingen ». Mevrouw de Bethune verwijst in dat verband naar haar amendement nr. 10.

Het amendement nr. 14 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw Matz dient amendement nr. 3 in, dat strekt om punt 4. c) van het dispositief aan te vullen met de woorden « , onder andere door de rol van de vrouwen in de politiek op te waarderen ». Volgens mevrouw Matz moet de rol van de vrouwen worden opgewaardeerd, omdat vrouwen die politiek actief zijn in de DRC blijkbaar gestigmatiseerd worden.

Amendement nr. 3 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 15 in dat ertoe strekt in het punt 4. e) de woorden « (installatie van de CENI, in kaart brengen van de kiezers, enz.) » te vervangen door de woorden « (stemming van de kieswet, de registratie van de kiezers, enz.) ». Dit amendement beoogt een actualisering van de tekst aangezien de CENI ondertussen geïnstalleerd is, maar de kieswet nog niet gestemd.

Het amendement nr. 15 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 16 in dat ertoe strekt in het punt 4. f) de woorden « lokale en gemeentelijke verkiezingen » te vervangen door de woorden « provinciale, lokale en gemeentelijke verkiezingen ».

Het amendement nr. 16 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw Matz dient amendement nr. 4 in, dat strekt om punt 4, m) aan te vullen met de woorden « en ervoor te zorgen dat vrouwen in de veiligheidsdiensten vertegenwoordigd zijn ». Volgens mevrouw Matz is het essentieel dat vrouwen in de veiligheidsdiensten vertegenwoordigd worden, gelet op het aantal aanvallen waarvan ze het slachtoffer zijn.

Amendement nr. 4 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw Arena dient amendement nr. 19 in, dat strekt de nieuwe punten 4. q), 4. r) en 4. s), toe te voegen, luidende :

« q) artikel 14 van de Congolese grondwet van 18 februari 2006 betreffende de vrouwen te eerbiedigen, waarin met name het recht van de vrouw op een eerlijke vertegenwoordiging in de nationale, provinciale en lokale instellingen wordt erkend, alsook de toepassing van de man/vrouw-pariteit in die instellingen aan te moedigen;

r) de participatie van vrouwen te stimuleren, door hun de mogelijkheid te bieden om op een significante en billijke wijze te worden verkozen op lokaal, gemeentelijk, stedelijk en nationaal niveau;

s) de financiële steun te versterken voor de programma's ter versterking van het vermogen van het Congolees maatschappelijk middenveld (NGO's, vakbonden, vrouwenverenigingen) alsook voor de acties ter bevordering van de burgerzin in de DRC ».

Het amendement nr. 19 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 17 in dat ertoe strekt een nieuw punt 4. q) in te voegen, opdat er zou worden toegezien dat vrouwen nauw worden betrokken bij het electoraal proces, zodat ze in gelijke mate aan politieke besluitvorming deelnemen, zoals expliciet bepaald in de Congolese Grondwet.

Mevrouw de Bethune legt uit door dit gender-amendement wordt gevraagd te waken over de deelname van de vrouwen aan de politieke besluitvorming. Evenwel, gelet op de aanvaarding van het amendement nr. 19, dat in feite dezelfde doelstelling heeft, trekt mevrouw de Bethune haar amendement nr. 17 in.

Mevrouw Matz dient amendement nr. 5 in, dat eveneens strekt om punt 4 aan te vullen met een nieuw punt q), om het vermogen van het maatschappelijk middenveld te versterken om in overleg bewustmakingsacties te voeren. Gelet op de stemming over amendement nr. 19 trekt mevrouw Matz haar amendement nr. 5 in. Het dient immers hetzelfde doel.

De heer Anciaux dient het amendement nr. 21 in, dat ertoe strekt om aan het punt 4 van het dispositief een nieuw punt q) toe te voegen, luidend als volgt : « erop toe te zien dat in samenwerking met het middenveld een stevige en objectieve informatieverstrekking wordt georganiseerd over de kandidaten en hun programma ».

Voor de heer Anciaux moet er meer gedaan worden dan de politieke partijen een gelijke toegang tot de media te waarborgen, zoals voorzien in punt 4. p) van het voorstel van resolutie. Gelet op het feit dat niet iedereen de media kan raadplegen, kan er door de regering van RDC, samen met internationale instellingen, objectieve informatie worden verstrekt over de verschillende politieke partijen. Zo'n objectieve informatiecampagne ten behoeve van de kiezers is noodzakelijk voor het goed functioneren van de democratie.

Mevrouw Arena meent dat er in de DRC nood is aan de hulp van het maatschappelijk middenveld in de informatiecampagne. Hoe belangrijk de media ook zijn, in een land als de DRC wordt een dergelijke campagne niet alleen via dat kanaal gevoerd.

Mevrouw de Bethune vindt de bezorgdheid van de heer Anciaux terecht. Zo wordt de televisie druk bekeken in RDC. Er kan eventueel een inspanning worden gedaan om zo objectief mogelijk informatie te verstrekken in de media. De Congolese overheid moet garanderen dat de kandidaten de kans krijgen om hun kandidatuur bekend te maken en campagne te voeren.

De heer De Bruyn vindt het positief dat het middenveld wordt betrokken in het proces van informatieverstrekking.

Mevrouw Arena merkt op dat men niet aan een partijdige overheid kan vragen om borg te staan voor de objectiviteit van de informatie. Men zou de overheid kunnen aanmoedigen om een neutraal kader te waarborgen waarbinnen de kandidaten hun politieke meningen vrij kunnen uiten. Het maatschappelijk middenveld kan, met onze financiële steun, hierin een rol spelen als tegenwicht. Ook de vrije toegang tot de media moet worden gewaarborgd. Het is echter gevaarlijk om aan de politieke overheid te vragen borg te staan voor de inhoud zelf van de objectieve informatie. Dat zou betekenen dat de politieke overheid het middenveld kan gebruiken om haar eigen boodschap over te brengen.

Mevrouw Zrihen merkt op dat de politieke overheid een objectief kader moet scheppen waarin zowel de kandidaten als het maatschappelijk middenveld vrij hun mening kunnen uiten wat opleiding en informatie betreft.

De heer Anciaux is van oordeel dat een overheid niet partijdig mag zijn. Hij stelt voor om zijn amendement nr. 21 als volgt te formuleren :« erop toe te zien dat het middenveld een stevige en objectieve informatieverstrekking kan organiseren over de kandidaten en hun programma ».

De commissie gaat hiermee akkoord.

Het aldus gecorrigeerde amendement nr. 21 wordt aangenomen met 5 stemmen bij 4 onthoudingen.

Punt 6 (nieuw)

Mevrouw Arena dient amendement nr. 1 in dat strekt om een nieuw punt 6 in te voegen betreffende de voortzetting van de Belgische deelname aan de United Nations Organization Stabilization Mission in the Democratic Republic of Congo (MONUSCO) vóór, tijdens en na het huidige verkiezingsproces in de DRC.

Mevrouw Arena dient vervolgens amendement nr. 18 in, dat eveneens een nieuw punt 6 wil invoegen, luidende :

« 6. de voorrang te geven aan het handhaven van de veiligheid tijdens het hele kiesproces door :

a) het behoud van de Belgische deelname aan de United Nations Organization Stabilization Mission in the Democratic Republic of Congo (MONUSCO) te waarborgen voor, tijdens en na de huidige verkiezingscyclus in de Democratische Republiek Congo;

b) te pleiten voor de versterking van het MONUSCO-mandaat inzake de bescherming van het maatschappelijk middenveld gedurende het verkiezingsproces;

c) zich ervan te vergewissen dat alles in het werk wordt gesteld om de veiligheid van de vrouwen te verzekeren, in het bijzonder in het oosten van Congo, opdat ze campagne kunnen voeren zonder het risico te lopen op seksuele agressie, vooral in het oosten van het land ».

Amendement nr. 18 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden. Amendement nr. 1 wordt door de indiener ervan ingetrokken.

V. EINDSTEMMING

Het geamendeerde voorstel van resolutie wordt in zijn geheel eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteurs voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteurs, De voorzitter,
Bert ANCIAUX. Piet DE BRUYN. Karl VANLOUWE.

Tekst aangenomen door de Commissie (zie stuk Senaat, nr. 5-992/4 - 2010/2011).