5-328/2

5-328/2

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

26 MEI 2011


Voorstel van resolutie betreffende de bevordering van de toegang tot de informatie- en communicatietechnologie en de ontwikkeling van een internet voor de burger in het kader van de bestrijding van armoede en uitsluiting


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER du BUS de WARNAFFE

Het dispositief aanvullen als volgt :

A : een punt 3 toevoegen, luidende :

« 3. een nationaal plan 2011-2015 op te stellen ter bestrijding van de digitale kloof, binnen de Interministeriële Conferentie « Sociale integratie in de samenleving », op basis van het evaluatieverslag van het actieplan ter bestrijning van de digitale kloof 2005-2010. »

B : een punt 4 toevoegen, luidende :

« 4. de strijd tegen de digitale kloof in de eerste graad voort te zetten, door de reeds aangevatte acties zoals computerrecyclage, de actie « Internet voor iedereen », de oprichting van publiek digitale ruimtes en easy-e-spaces, ... voort te zetten en bijzondere aandacht te schenken aan de toegang tot internet thuis, voor iedereen. »

C : een punt 5 toevoegen, luidende :

« 5. de strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad op te voeren, namelijk de manier waarop ICT wordt gebruikt en, om preciezer te zijn, de kloof tussen de effectieve ICT-ervaring van personen, en van jongeren in het bijzonder, en de verwachtingen van de samenleving over het ICT-gebruik van die personen, meer bepaald op sociaaleconomisch gebied.

In het kader van de strijd tegen de digitale kloof in de tweede graad, de projectoproepen te evalueren die in 2010 werden gelanceerd om het publiek dat uitgesloten wordt van ICT, vertrouwd te maken met ICT en een brug te slaan tussen de gebruikswereld van de jongeren en de gebruikstoepassingen die de samenleving van hen verwacht, om te kunnen beslissen of die projecten moeten worden hernieuwd of verbeterd.

Ook dienen er projecten te worden ontwikkeld die een kritisch en verantwoord gebruik aanmoedigen van ICT, internet en mobiele telefonie in het bijzonder, en dienen gebruikers te worden beschermd tegen bepaalde risico's, meer bepaald in verband met commerciële oplichting on line en informaticabeveiliging. »

Verantwoording

Uit onderzoek naar de digitale kloof door de Fondation Travail-Université de Namur in 2008 en 2009 is gebleken dat de digitale kloof verandert : men moet een onderscheid maken tussen de digitale kloof van de eerste graad, dat wil zeggen de kloof tussen hen die toegang hebben tot ICT en hen die dat niet hebben, en de digitale kloof van de tweede graad, die zichtbaar wordt wanneer de drempel van de materiële toegang overwonnen is.

De digitale kloof van de eerste graad verdwijnt stilaan, behalve wat de toegang thuis tot het Internet betreft, die problematischer blijft.

De digitale kloof van de tweede graad behelst het gebruik dat men van ICT maakt. De onderzoekers hebben vastgesteld dat er een kloof bestaat tussen de ervaring van personen en van jongeren in het bijzonder op het Internet en hetgeen de samenleving van hen verwacht inzake ICT-gebruik in de sociaal-economische sfeer (gebruik van software, het zoeken en verwerken van on line data, financiële en commerciële toepassingen, on line overheidsdiensten ...). Die kloof kan sociale uitsluiting veroorzaken.

De strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad is begonnen aan de hand van oproepen om het publiek dat uitgesloten wordt van ICT er op een andere manier vertrouwd mee te maken en om een brug te slaan tussen het ICT-gebruik van de jongeren en het soort ICT-gebruik dat de samenleving van hen verwacht.

Het is dus noodzakelijk de strijd tegen de digitale kloof van de eerste graad voort te zetten, vooral inzake de toegang thuis tot het Internet, de strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad op te voeren en uiteindelijk een nationaal plan ter bestrijding van de digitale kloof 2011-2015 op te stellen.

Nr. 2 VAN DE HEER du BUS de WARNAFFE

Aan het dispositief een punt 6 toevoegen, luidende :

« 6. toe te zien op de toegankelijkheid van de overheidsdiensten bij de invoering van e-government, enerzijds door papieren procedures en loketten te behouden en anderzijds door voor iedereen toegankelijke en bevattelijke e-governmentprocedures in te voeren waarbij materiële toegang tot internet ter beschikking wordt gesteld en in een begeleiding wordt voorzien bij de uitvoering van de procedures. »

Verantwoording

Dankzij de nieuwe technologieën gaan de overheidsdiensten erop vooruit. Eén van de aspecten van die vooruitgang is e-government waardoor administratieve verrrichtingen online kunnen worden afgehandeld (aanvragen, verklaringen, ...) wanneer de sociaal-verzekerde dat wenst en zonder dat men nog attesten moet overleggen met informatie die eigenlijk al geregistreerd werd.

In België wordt er aldus gewerkt aan toepassingen zoals Handiweb en MyPension.

Toch hebben sommige mensen moeilijk toegang tot dit soort toepassingen omdat ze een handicap hebben, omdat ze geen toegang hebben tot ICT of omdat ze er weinig vertrouwd mee zijn. Overheidsdiensten moeten toegankelijk blijven voor iedereen en de digitale kloof mag geen «administratieve kloof» worden.

André du BUS de WARNAFFE.

Nr. 3 VAN MEVROUW TILMANS EN DE HEER BROTCHI

De consideransen laten voorafgaan door een considerans A, luidende:

« A. de acties die zijn gevoerd om de toegang tot informatica en internet te versterken, zoals « internet voor iedereen » of de operatie « PC-privé »; ».

Verantwoording

Er zijn al verschillende initiatieven genomen om de toegang tot informatica en het internet te bevorderen. Het is nuttig om ze hier te herhalen. Zo werd het informaticapakket « Internet voor iedereen » aangeboden tegen een gunstige, fiscaal aftrekbare prijs. De operatie « PC-privé » heeft ook werkgevers in staat gesteld een PC aan te bieden aan hun werknemers en hiervoor een fiscale aftrek te genieten.

Nr. 4 VAN MEVROUW TILMANS EN DE HEER BROTCHI

In het dispositief punt 1 vervangen als volgt :

« 1. een coherent en geïntegreerd beleid te voeren teneinde de inspanningen om iedereen toegang tot de informatiemaatschappij te verschaffen, voort te zetten. »

Verantwoording

Het concept dat in de resolutie wordt gebruikt, is vaag. Het is niet erg duidelijk hoe dit alles in de praktijk moet worden uitgevoerd. Wij stellen dan ook deze wijziging voor.

Nr. 5 VAN MEVROUW TILMANS EN DE HEER BROTCHI

In het dispositief punt 2 vervangen als volgt :

« 2. ervoor te zorgen dat iedereen toegang krijgt tot de informatie- en communicatietechnologie, met in het bijzonder oog voor ouderen, laagopgeleiden en kansarmen. Deze technologie moet een volwaardig hulpmiddel vormen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. »

Verantwoording

Hoewel iedereen toegang moet hebben tot deze technologieën, moeten wij meer aandacht hebben voor sommige categorieën van de bevolking.

Volgens het Franse « Observatoire des inégalités », bijvoorbeeld, is leeftijd een bijzonder discriminerende factor: 93 % van de scholieren en studenten hebben thuis een computer, tegen slechts 42 % van de gepensioneerden. 84 % van de 12 tot 17-jarigen hebben thuis internet, tegen slechts 18 % van de 70-plussers...

Er zijn ook grote verschillen naargelang van de levensstandaard : van de personen die minder dan 900 euro verdienen, heeft geen 40 % toegang tot het internet.

De internettoegang is dus heel ongelijk verdeeld. Het gaat om een combinatie van leeftijd en sociaal milieu : aan de ene kant de jongeren en hoge kaderleden, waarvan 90 % toegang heeft; aan de andere kant de ouderen en de lagere inkomens, waarvan net geen 60 % toegang heeft. Voor deze laatsten vormen de alomtegenwoordige verwijzingen naar het internet als bron van informatie en diensten (onder meer door overheidsdiensten) een probleem.

Nr. 6 VAN MEVROUW TILMANS EN DE HEER BROTCHI

In het dispositief een punt 3 toevoegen, luidende :

« 3. de nadruk te leggen op opleiding inzake nieuwe technologieën voor iedereen in samenwerking met de deelgebieden en informatiecampagnes te plannen om de mogelijkheden van nieuwe technologieën en internet te tonen. »

Verantwoording

Opleiding is een essentiële pijler inzake toegang tot de informatiemaatschappij. Dat moet hier in herinnering worden gebracht. Ook moet informatie over de nieuwe technologieën worden verspreid via informatiecampagnes.

Dominique TILMANS.
Jacques BROTCHI.

Nr. 7 VAN MEVROUW LIJNEN

In het dispositief, punt 1 doen vervallen.

Nele LIJNEN.

Nr. 8 VAN MEVROUW SLEURS EN DE HEER DE BRUYN

(Subamendement op amendement nr. 1)

In het voorgestelde punt 4 voor de woorden « voort te zetten » de woorden « te evalueren en zo nodig » invoegen.

Verantwoording

Gelet op het toenemende belang van de strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad, het volgens het recente evaluatieverslag onduidelijke effect van de beleidsmaatregelen op het dichten van de digitale kloof en gelet op de waaier aan andere mogelijke beleidsmaatregelen vragen wij een blijvende evaluatie van de genomen maatregelen in het kader van de strijd tegen de digitale kloof van de eerste graad.

Nr. 9 VAN MEVROUW SLEURS EN DE HEER DE BRUYN

(Subamendement op amendement nr. 1)

In het voorgestelde punt 4, na de woorden « en bijzondere aandacht te schenken aan de toegang tot internet thuis, voor iedereen » de woorden « en door het volledige potentieel van de oprichting van publieke digitale ruimtes te gebruiken door zijn sociale functie en de ruimte voor omkadering en begeleiding optimaal te benutten; » toevoegen.

Verantwoording

De oprichting van publieke digitale ruimtes is minstens even belangrijk als de toegang tot internet thuis. De publieke digitale ruimtes bieden immers een aantal extra's, zeker gelet op de strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad. Zij hebben een sociale functie, er is meer ruimte voor omkadering en begeleiding en gebruikers vermijden terugkerende en variabele kosten (hernieuwing licenties van de virusscanner en dergelijke). Anderzijds ontkennen wij geenszins dat toegang tot internet thuis een must zal worden voor wie volledig mee wil zijn met de digitale revolutie.

Nr. 10 VAN MEVROUW SLEURS EN DE HEER DE BRUYN

In het dispositief een punt 7 toevoegen, luidende :

« 7. de beleidsmatige focus te verleggen van fiscale steunmaatregelen naar maatregelen die een verbetering van de marktwerking beogen; »

Verantwoording

Gezien de effectiviteit van sommige maatregelen in de reductie van de digitale kloof moeilijk te meten valt, fiscale maatregelen inefficiënt zijn (men gaat geen PC kopen om twee jaar later 100 € korting te krijgen) en ons belastingstelsel alleen maar overbodig complex maken, vragen wij een bijsturing van het beleid. Een eenvoudiger administratie en belastingstelsel zorgen trouwens niet alleen voor minder misbruik en efficiëntere controle, maar laten ook toe de administratieve kloof te dichten. Bovendien hebben sommige van de genomen fiscale steunmaatregelen nadelige effecten gehad op kleinhandelaars.

Gezien de nood aan meer structurele maatregelen vragen wij daarom aandacht voor de verbetering van de marktwerking met het oog op lagere prijzen en meer transparantie. Middenveldorganisaties, zoals Test Aankoop, hebben hierin evident ook een belangrijke rol te spelen, bijvoorbeeld door prijsvergelijking.

Nr. 11 VAN MEVROUW SLEURS EN DE HEER DE BRUYN

In het dispositief een punt 8 toevoegen, luidende :

« 8. zeker in het kader van de strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad overleg te plegen en goede afspraken te maken met de gemeenschappen, gezien deze strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad immers vooral een bevoegdheid is van de gemeenschappen; »

Verantwoording

De strijd tegen de digitale kloof van de tweede generatie is voor ons de belangrijkste prioriteit. Hierbij ligt de nadruk bij onderwijs, competentieontwikkeling, opleiding, arbeidsmarktbegeleiding enz. Deze domeinen behoren echter tot de bevoegdheid van de gemeenschappen.

Nr. 12 VAN MEVROUW SLEURS EN DE HEER DE BRUYN

In het dispositief een punt 9 toevoegen, luidende :

« 9. de implementatie van e-government verder te ontwikkelen :

« a) door geen te defensieve houding aan te nemen ten aanzien van e-government in het kader van de strijd tegen de digitale kloof. E-government gaat veeleer over een betere dienstverlening naar de burger en de reorganisatie van de overheid, dan over ICT. De strijd tegen de digitale kloof mag geen rem zetten op de modernisering, rationalisering en professionalisering van de overheid onder meer door het gebruik van e-gov toepassingen;

b) door het gebruik van e-government toepassingen aantrekkelijker te maken, ook voor kansengroepen, door bijvoorbeeld geld versneld terug te betalen van de aangiftes die gebeuren via Tax-on-web. Aantrekkelijke e-gov toepassingen kunnen immers een extra stimulans betekenen voor kansengroepen om mee te surfen op de golf van de digitale samenleving;

c) door één globale visie te ontwikken op e-gov en digitale kloof, geconcentreerd in het beleid van één minister en niet verspreid over meerdere ministers zoals nu. »

Verantwoording

Men moet opletten met een te defensieve houding ten aanzien van e-government. E-government gaat veeleer over een betere dienstverlening naar de burger en de reorganisatie van de overheid, dan over ICT. De strijd tegen de digitale kloof mag geen rem zetten op de modernisering, rationalisering en professionalisering van de overheid onder meer door het gebruik van e-gov toepassingen.

De regering moet e-government verder ontwikkelen door het gebruik van e-gov toepassingen aantrekkelijker te maken, ook voor kansengroepen, door bijvoorbeeld geld vroeger terug te storten van aangiftes die gebeuren via Tax-on-web. Aantrekkelijk e-gov toepassingen kunnen immers een extra stimulans betekenen voor kansengroepen om mee te surfen op de golf van de digitale samenleving, die sowieso verder zal evolueren. De boodschap is om iedereen mee te krijgen.

Elke SLEURS
Piet DE BRUYN.

Nr. 13 VAN MEVROUW THIBAUT

In het dispositief een punt 3 toevoegen, luidende :

« 3. ervoor te zorgen dat de evolutie van de prijzen van internetabonnementen waarborgt dat iedere burger toegang tot het internet kan hebben, inzonderheid door erop toe te zien dat internetproviders abonnementen tegen lage tarieven aanbieden zonder dat de beperkingen op het gebruik van de bandbreedte een « normaal » gebruik van het internet verhinderen. »

Verantwoording

De huidige beperkingen op het gebruik van de bandbreedte maken een normaal gebruik van het internet onmogelijk en zijn daarom discriminerend.

Cécile THIBAUT.

Nr. 14 VAN MEVROUW SAÏDI C.S.

(Subamendement op amendement nr. 11)

Het voorgestelde punt 8 vervangen als volgt :

« 8. overleg te plegen met de deelgebieden, met name binnen de interministeriële conferentie in het kader van de strijd tegen de digitale kloof van de tweede graad, aangezien dit aspect immers ook een bevoegdheid is van de deelgebieden; »

Verantwoording

Nieuwe formulering.

Fatiha SAÏDI.
Olga ZRIHEN.
Fabienne WINCKEL.
Muriel TARGNION.

Nr. 15 VAN MEVROUW TILMANS EN DE HEER BROTCHI

In punt 1 van het dispositief, de woorden « van algemeen nut » doen vervallen.

Verantwoording

Het in de resolutie gebruikte begrip is vaag. Het is niet duidelijk wat dit in de praktijk zou betekenen. Wij stellen dus voor de term « van algemeen nut » te doen vervallen. Het blijft wel belangrijk erop te wijzen dat internet zowel voor individuen als voor de gemeenschap een noodzakelijke dienst is.

Nr. 16 VAN MEVROUW TILMANS EN DE HEER BROTCHI

In het dispositief, punt 2 aanvullen als volgt :

« , en daarbij vooral aandacht te hebben voor ouderen, laaggeschoolden en minderbedeelden. »

Verantwoording

Ook al zou iedereen toegang moeten hebben tot deze technologie, toch moeten bepaalde bevolkingsgroepen extra aandacht krijgen.

Volgens het Frans waarnemingsbureau voor ongelijkheid speelt leeftijd een grote rol : 93 % van de leerlingen en studenten hebben thuis een computer, tegenover slechts 42 % van de gepensioneerden. Van de 12- tot 17-jarigen beschikt 84 % over internet thuis, terwijl dat bij de 70-plussers slechts 18 % is.

Ook de levensstandaard speelt een rol : van de mensen die minder dan 900 euro verdienen heeft minder dan 40 % thuis toegang tot internet.

Toegang tot internet blijft erg ongelijk. Leeftijd en sociaal milieu spelen daarbij een gezamenlijke rol : bijna 90 % van de jongeren en hogere kaderleden hebben toegang tot het internet tegenover ongeveer 60 % van de ouderen en meer volkse milieus. Voor die laatste groepen zijn de voortdurende verwijzingen naar internet als informatie- en dienstenbron (bijvoorbeeld door openbare instellingen) een probleem.

Dominique TILMANS.
Jacques BROTCHI.