5-891/1

5-891/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

23 MAART 2011


Wetsvoorstel tot afschaffing van de devolutieve kracht van de lijststemmen voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en tot afschaffing van het onderscheid tussen kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers

(Ingediend door de heer Guido De Padt c.s.)


TOELICHTING


Teneinde een grotere gelijkheid van kansen tussen de kandidaten mogelijk te maken en meer rekening te houden met de voorkeurstemmen uitgebracht door de kiezer, strekt dit wetsvoorstel ertoe de overdracht van de lijststemmen naar de kandidaten die de eerste plaatsen op de lijst innemen af te schaffen. Tevens wordt het systeem van de kandidaat-opvolgers afgeschaft. De niet-gekozen kandidaten worden automatisch de opvolgers.

Behoudens bij vervroegde verkiezingen trekken de Belgen om de vier jaar naar de stembus om uit te maken wie hen de komende vier jaar in de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat zal vertegenwoordigen. Na iedere verkiezing blijken een aantal vertegenwoordigers strikt genomen niet rechtstreeks te zijn verkozen, doch wel doorheen opvolging.

Onze parlementaire democratie kampt dus met een democratisch deficit. Op papier kiest de kiezer, maar in de praktijk beslissen de partijen door het systeem van de opvolgers en door de lijststemmen die worden verdeeld onder de eerste kandidaten op de lijst. In het huidige systeem bevoorrecht de lijststem de kandidaten die de eerste plaatsen op de lijst innemen.

Verder zijn de indieners de mening toegedaan dat de afzonderlijke lijsten van opvolgers dienen te worden afgeschaft. De eerste opvolger wordt de eerste niet-verkozen effectieve kandidaat, namelijk de niet-verkozen kandidaat met de meeste voorkeurstemmen.

Wij zijn tevens van oordeel dat ook de devolutieve kracht van de lijststem dient te worden afgeschaft. De lijststem mag behouden blijven om de kiezer de mogelijkheid te laten op een partij te stemmen zonder zich uit te spreken over de individuele kandidaten. Maar de verdeling van de lijststemmen over de eerste kandidaten moet worden afgeschaft.

De lijststem mag enkel nog tellen voor de zetelverdeling onder de verschillende lijsten, niet langer voor de toekenning van de zetels aan de kandidaten op die verschillende lijsten. De kandidaten die de meeste voorkeurstemmen behalen worden verkozen, ongeacht hun plaats op de lijst. De vermindering van de devolutieve kracht van de lijststemmen strekt ertoe aan de kandidaten het belang toe te kennen dat zij verdienen als vertegenwoordigers van de Natie.

De doelstelling van het wetsvoorstel

Dit wetsvoorstel strekt ertoe volgende doelstellingen te verwezenlijken. In eerste instantie wil het de impact van de lijststemmen afschaffen zodat de devolutie van de zetels binnen eenzelfde lijst zal gebeuren door rekening te houden met het aantal voorkeurstemmen dat de verschillende kandidaten van de lijst hebben behaald.

Een grotere gelijkheid van kansen tussen de kandidaten zal daaruit voortvloeien en zal bijdragen tot het weer aanwakkeren van het ideeëndebat waarnaar de burger zo sterk verlangt. Volgens het voorgestelde systeem blijven de lijststemmen, die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht, meegeteld worden voor de berekening van het kiescijfer van de lijst, maar worden deze niet meer in aanmerking genomen voor de verrichtingen inzake devolutie van de zetels tussen de kandidaten van de lijst.

Het wetsvoorstel wil ook het onderscheid tussen kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers afschaffen, zoals dat voor het overige reeds het geval is voor de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen en voor de verkiezing van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Voor die drie verkiezingen worden er immers geen kandidaten voor de opvolging voorgedragen.

Dit wetsvoorstel past de voormelde principes toe voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Het moet worden samengelezen met een wetsvoorstel dat afzonderlijk wordt ingediend en dat dezelfde principes toepast voor de verkiezing van het Europese Parlement.

De Raad van State heeft in zijn advies van 3 april 2000 opgemerkt dat de bepalingen voor de wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Daarom worden er twee afzonderlijke wetsvoorstellen ingediend :

— het eerste, dat de hervorming van de devolutieve kracht toepast op de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap;

— het tweede, dat dezelfde hervorming toepast op de verkiezing van het Europese Parlement.

De wijze voor het bepalen van het verkiesbaarheidscijfer wordt niet gewijzigd door dit wetsvoorstel. Het wordt verkregen voor de verkiezing van de federale wetgevende vergaderingen, het Europese Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, door het kiescijfer van de lijst te delen door het aantal zetels dat aan die lijst is toegekend, vermeerderd met één eenheid.

Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat bij elke lijst die minstens één gekozene behaalt, alle niet gekozen kandidaten tot opvolgers worden verklaard, in de volgorde van grootte van het aantal voorkeurstemmen dat zij zullen hebben behaald. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend.

In de huidige toestand van de kieswetten is het aantal gekozen opvolgers beperkt tot het dubbele van dat van de gekozenen van de lijst en mag het bovendien niet minder dan drie bedragen.

Het toepassingsgebied van het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel is van toepassing op :

— op de parlementsverkiezingen (Kamer en Senaat);

— op de verkiezingen van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Om de doelstellingen van het wetsvoorstel te bereiken, moeten de volgende wetten worden gewijzigd :

1. het Kieswetboek voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers;

2. de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen.

Het wetsvoorstel dat afzonderlijk wordt ingediend moet worden toegepast op de verkiezingen voor het Europese Parlement. Om de voormelde doelstellingen te bereiken, zal het de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement wijzigen.

Guido DE PADT
Rik DAEMS
Alexander DE CROO
Nele LIJNEN
Martine TAELMAN
Bart TOMMELEIN.

WETSVOORSTEL


HOOFDSTUK I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II

Wijzigingen van het Kieswetboek voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers

Art. 2

In artikel 115bis, § 4, vierde lid, eerste zin, van het Kieswetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 februari 2007, wordt het woord « kandidaat-titularissen » vervangen door het woord « kandidaten ».

Art. 3

In artikel 116, § 6, eerste lid, eerste zin, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2004, worden de woorden « zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers » vervangen door de woorden « de kandidaten ».

Art. 4

In artikel 117 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º het eerste, tweede en derde lid worden opgeheven;

2º het vierde lid wordt vervangen als volgt :

« De voordracht van de kandidaten voor de mandaten van vertegenwoordiger of senator, wijst de volgorde aan waarin deze kandidaten worden voorgedragen. »

Art. 5

Artikel 117bis van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 december 2002, wordt vervangen als volgt :

« Art. 117bis. — Op elk van de lijsten mag het verschil tussen het aantal kandidaten van elk geslacht niet groter zijn dan één.

De eerste twee kandidaten van elk van de lijsten mogen niet van hetzelfde geslacht zijn. »

Art. 6

In artikel 118 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 februari 2007, wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 7

In artikel 123 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 2 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het derde lid, 2º, worden de woorden « kandidaat-titularissen of kandidaat-opvolgers » vervangen door het woord « kandidaten »;

2º in het derde lid wordt het bepaalde onder 2ºbis opgeheven;

3º in het vierde lid worden de woorden « Behalve in het geval bedoeld onder 2ºbis en 6º » vervangen door de woorden « Behalve in het geval bedoeld in 6º »;

4º in het vijfde lid worden de woorden « kandidaat-titularissen of kandidaat-opvolgers » vervangen door het woord « kandidaten »;

5º het zesde lid wordt vervangen als volgt :

« De nieuwe kandidaten, voorgedragen overeenkomstig het derde lid, 6º, moeten de hun aangeboden kandidatuur in een schriftelijke verklaring bewilligen. »

Art. 8

In artikel 126 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, worden het eerste tot het derde lid vervangen als volgt :

« Indien er niet meer dan één lijst ingediend is, en indien het aantal kandidaten overeenstemt met het aantal te verkiezen leden, worden deze kandidaten zonder meer door het kieskring- of collegehoofdbureau gekozen verklaard.

Wanneer er meerdere lijsten regelmatig voorgedragen zijn, en het aantal kandidaten niet groter is dan het aantal toe te kennen mandaten, worden die kandidaten zonder meer door het kieskring- of collegehoofdbureau gekozen verklaard. »

Art. 9

In artikel 127, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, worden de woorden « Indien het aantal kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers » vervangen door de woorden « Indien er verscheidene lijsten regelmatig ingediend zijn en indien het aantal kandidaten ».

Art. 10

In artikel 128 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 februari 2007, wordt paragraaf 1, vierde lid, vervangen als volgt :

« De naam en voornaam van de kandidaten worden in de volgorde van de voordracht vermeld in de kolom bestemd voor de lijst waartoe zij behoren. »

Art. 11

In artikel 133 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2007, wordt de tweede zin vervangen als volgt :

« Zij moet, op straffe van nietigheid, door alle kandidaten of door twee van de eerste drie kandidaten van de lijst worden ondertekend, en de kandidaten of twee van de eerste drie kandidaten van de aangewezen lijst of lijsten moeten door een soortgelijke verklaring en onder dezelfde voorwaarden, hun instemming betuigen. »

Art. 12

Artikel 144 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 december 2002, wordt vervangen als volgt :

« Art. 144. — De kiezer mag een stem uitbrengen voor één of meerdere kandidaten van eenzelfde lijst.

Kan hij zich verenigen met de volgorde waarin de kandidaten op de door hem gekozen lijst voorkomen, dan brengt hij zijn stem alleen uit in het stemvakje bovenaan de lijst.

Als hij die volgorde wil veranderen, brengt hij één of meer naamstemmen uit in het stemvak dat naast de naam staat van die kandidaat of kandidaten van die lijst aan wie hij bij voorkeur zijn stem wil geven.

De naamstemmen worden uitgebracht in het stemvakje naast de naam en voornaam van de kandidaat aan wie de kiezer zijn stem wil geven.

Het stemmerk, zelfs op onvolmaakte wijze aangebracht, is geldig, tenzij het voornemen om het stembiljet herkenbaar te maken duidelijk blijkt. »

Art. 13

In artikel 156 van hetzelfde Wetboek wordt paragraaf 1, tweede tot vierde lid, laatst gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, vervangen als volgt :

« Na deze eerste indeling, worden de geldige stembiljetten van elk van de categorieën die gevormd worden voor de verschillende lijsten, per lijst verdeeld in twee subcategorieën die het volgende omvatten :

1º de stembiljetten waarop bovenaan op de lijst is gestemd;

2º de stembiljetten waarop naast de naam van één of meer kandidaten is gestemd.

De stembiljetten waarop bovenaan op de lijst en tegelijk naast de naam van één of meer kandidaten is gestemd, worden in de tweede subcategorie geplaatst.

Op alle in het vorige lid bedoelde stembiljetten schrijft de voorzitter de vermelding « geldig » en zet hij zijn paraaf. »

Art. 14

Artikel 157 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 december 2003, wordt vervangen als volgt :

« Art. 157. — Ongeldig zijn :

1º alle andere stembiljetten dan die welke volgens de wet mogen worden gebruikt;

2º de stembiljetten waarop meer dan één lijststem voorkomt of waarop naamstemmen voor kandidaten van verschillende lijsten zijn uitgebracht;

3º de stembiljetten waarop een kiezer zowel een lijststem heeft uitgebracht als één of meer stemmen naast de naam van één of meer kandidaten van één of meer andere lijsten;

4º de stembiljetten waarop geen enkele stem uitgebracht is;

5º de stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn, die een papier of enig voorwerp bevatten of die de kiezer herkenbaar maken door een teken, een doorhaling of een niet bij wet toegestaan merk.

Niet ongeldig zijn de stembiljetten waarop een kiezer zowel een lijststem heeft uitgebracht als een stem naast de naam van één of meer kandidaten van dezelfde lijst. In dat geval wordt de lijststem als niet-bestaande beschouwd. »

Art. 15

In artikel 159, derde lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, wordt het woord « vier » vervangen door het woord « twee ».

Art. 16

In artikel 161 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 februari 2002, worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het achtste lid wordt het woord « vier » vervangen door het woord « twee » en worden de woorden « kandidaat-titularis of kandidaat-opvolger » vervangen door het woord « kandidaat »;

2º in het tiende lid worden de woorden « kandidaat-titularis of kandidaat-opvolger » vervangen door het woord « kandidaat ».

Art. 17

In artikel 166 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, wordt het woord « vier » vervangen door het woord « twee ».

Art. 18

In artikel 167, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, worden de woorden « kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers » vervangen door het woord « kandidaten ».

Art. 19

In artikel 171, negende lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, worden de woorden « kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers » vervangen door het woord « kandidaten ».

Art. 20

In artikel 172 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 december 2002, worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid worden de woorden « kandidaat-titularissen » vervangen door het woord « kandidaten »;

2º het tweede lid wordt vervangen als volgt :

« Is het eerste van die aantallen groter dan het tweede, dan worden de zetels toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij behaald hebben. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend. »;

3º het vierde lid wordt vervangen als volgt :

« Wanneer het aantal kandidaten van een lijst lager is dan dat van de aan de lijst toekomende zetels, zijn die kandidaten allemaal gekozen en worden de overblijvende zetels toegekend overeenkomstig artikel 167, vierde lid. »

Art. 21

Artikel 173 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 14 april 2009, wordt vervangen als volgt :

« Art. 173. — Voor elke lijst waarop een of meer kandidaten gekozen zijn krachtens artikel 172, worden de niet-gekozen kandidaten die het grootste aantal stemmen hebben behaald, of bij gelijk stemmenaantal, in de volgorde van inschrijving op het stembiljet, eerste, tweede, derde, enz. opvolger verklaard. »

Art. 22

Artikel 173bis van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 23

In artikel 178, tweede lid, tweede zin, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, vervallen de woorden « tot kandidaat-titularis ».

Art. 24

In de onderrichtingen voor de kiezer die als bijlage 1 bij hetzelfde Wetboek opgenomen zijn (Model I bedoeld in de artikelen 112, 127, tweede lid, en 140 van het Kieswetboek), vervangen door de wet van 5 april 1995, gewijzigd bij de wet van 27 december 2000, en vervangen bij de wet van 13 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht

1º de punten 2 tot 4 worden vervangen als volgt :

« 2. De kiezer kan, enerzijds voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en anderzijds voor de Senaat, een stem uitbrengen voor één of meer kandidaten van eenzelfde lijst.

3. De kandidaten worden per lijst in eenzelfde kolom van het stembiljet geplaatst. De naam en voornaam van de kandidaten worden ingeschreven in de daarvoor voorbehouden kolom, in de volgorde van de voordrachten.

De lijsten worden op het stembiljet gerangschikt in stijgende volgorde van het nummer dat aan elk van de lijsten bij trekking werd toegekend.

4. Kan de kiezer zich verenigen met de orde van voordracht van de kandidaten van de door hem gesteunde lijst, dan vult hij in het stemvak bovenaan op die lijst het helle stipje in met het te zijner beschikking gestelde potlood.

Als hij die volgorde wil wijzigen, dan geeft hij een naamstem door het helle stipje in het stemvak na de naam van de kandidaat of kandidaten van zijn keuze, met het te zijner beschikking gestelde potlood in te vullen.

Het kiescijfer van een lijst wordt samengesteld door de optelling van het aantal stembiljetten waarop een stem is uitgebracht bovenaan op deze lijst en het aantal stembiljetten ten gunste van één of meer kandidaten. »;

2º in punt 7 worden b) tot en met f) vervangen als volgt :

« b) als er meer dan één lijststem of naamstemmen op verschillende lijsten zijn uitgebracht;

c) als een stem bovenaan een lijst en tegelijk een stem voor één of meerdere kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;

d) als een stem voor één of meer kandidaten van een lijst en voor één of meer kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;

e) als hun vorm en afmetingen veranderd zijn of als zij binnenin een papier of enig voorwerp bevatten;

f) als er een doorhaling, een teken of een bij de wet niet-geoorloofd merk op aangebracht is waardoor de kiezer herkend kan worden. »

Art. 25

De in artikel 180septies, § 1, eerste lid, 4º, bedoelde en bij hetzelfde Wetboek bijgevoegde onderrichtingen bestemd voor de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven, ingevoegd bij de wet van 7 maart 2002 en vervangen bij de wet van 13 december 2002, worden vervangen als volgt :

« Bijlage II. — Onderrichtingen voor de Belgische kiezer die in het buitenland verblijft en die gekozen heeft om zijn stem per briefwisseling uit te brengen.

(Modellen Ibis-a en Ibis-b bedoeld in artikel 180septies, § 1, eerste lid, 4º, van het Kieswetboek)

Model Ibis-a.

Verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers van ... ... .....

Geachte mevrouw, geachte heer,

Wij verzoeken u uw stem uit te brengen volgens de hierna vastgestelde procedure :

1. De u toegezonden kiesomslag bevat :

— een retouromslag A gericht aan het adres van de voorzitter van het kieskringhoofdbureau waartoe u behoort;

— een neutrale omslag B die het stembiljet van uw kieskring van aansluiting bevat, naar behoren afgestempeld;

— een formulier dat u verzocht wordt te ondertekenen nadat u het ingevuld heeft met vermelding van uw naam, voornamen, geboortedatum en volledig adres.

2. U dient uw stem uit te brengen op het stembiljet dat zich in de neutrale omslag B bevindt, rekening houdend met de volgende onderrichtingen :

a) U mag voor de Kamer van volksvertegenwoordigers een stem uitbrengen voor één of meer kandidaten van eenzelfde lijst.

De kandidaten worden per lijst in eenzelfde kolom van het stembiljet geplaatst. De naam en voornaam van de kandidaten worden ingeschreven volgens de orde van de voordrachten.

De lijsten worden op het stembiljet gerangschikt in stijgende volgorde van het nummer dat aan elk van de lijsten bij trekking werd toegekend.

b) Kan U zich verenigen met de orde van voordracht van de kandidaten van de door u gesteunde lijst, dan vult U in het stemvak bovenaan op die lijst het helle stipje in met het te uwer beschikking gestelde potlood.

Als u die volgorde wilt wijzigen, dan geeft u een naamstem door het helle stipje in het stemvak na de naam van de kandidaat of kandidaten van uw keuze, met het te uwer beschikking gestelde potlood in te vullen.

Het kiescijfer van een lijst wordt samengesteld door de optelling van het aantal stembiljetten waarop een stem is uitgebracht bovenaan op deze lijst en het aantal stembiljetten ten gunste van één of meerdere kandidaten.

c) Ongeldig is :

— elk ander stembiljet dan het zich in de neutrale omslag B bevindend stembiljet;

— laatstgenoemd biljet ook :

a. als u daarop geen stem uitbrengt;

b. als er meer dan één lijststem of naamstemmen op verschillende lijsten zijn uitgebracht;

c. als een stem bovenaan een lijst en tegelijk een stem voor één of meer kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;

d. als een stem voor één of meer kandidaten van een lijst en voor één of meer kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;

e. als hun vorm en afmetingen veranderd zijn of als zij binnenin een papier of enig voorwerp bevatten;

f. als er een doorhaling, een teken of een bij de wet niet-geoorloofd merk op aangebracht is waardoor de kiezer herkend kan worden.

d) U bent strafbaar indien u stemt zonder dat u de kiesbevoegdheidsvoorwaarden vervult.

3. Na uw stem te hebben uitgebracht, plaatst u het behoorlijk gevouwen stembiljet in de neutrale omslag B, die u sluit.

4. Steek vervolgens afzonderlijk in de retouromslag A de neutrale omslag B die het stembiljet bevat en het door u behoorlijk ondertekende en ingevulde formulier bedoeld in punt 1. Uw stem zal ongeldig worden verklaard als het stembiljet niet vergezeld gaat van dit formulier of als dit formulier niet behoorlijk ingevuld en ondertekend is.

5. De retouromslag A moet uiterlijk de dag van de verkiezing in België, om 13 uur, bij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau toekomen. Na die termijn wordt uw stem niet meer in aanmerking genomen.

Voor het kieskringhoofdbureau,

De Voorzitter, De Secretaris,

Model Ibis-b.

Verkiezing van de Senaat van ...

Geachte mevrouw, geachte heer,

Wij verzoeken u uw stem uit te brengen volgens de hierna vastgestelde procedure :

1. De u toegezonden kiesomslag bevat :

— een retouromslag A gericht aan het adres van de voorzitter van het provinciehoofdbureau waartoe u behoort;

— een neutrale omslag B die het stembiljet van uw kieskring van aansluiting bevat, naar behoren afgestempeld;

— een formulier dat u verzocht wordt te ondertekenen nadat u het ingevuld heeft met vermelding van uw naam, voornamen, geboortedatum en volledig adres.

2. U dient uw stem uit te brengen op het stembiljet dat zich in de neutrale omslag B bevindt, rekening houdend met de volgende onderrichtingen :

a) U mag voor de Senaat een stem uitbrengen voor één of meer kandidaten van eenzelfde lijst.

De kandidaten worden per lijst in eenzelfde kolom van het stembiljet geplaatst. De naam en voornaam van de kandidaten worden ingeschreven volgens de orde van de voordrachten.

De lijsten worden op het stembiljet gerangschikt in stijgende volgorde van het nummer dat aan elk van de lijsten bij trekking werd toegekend.

b) Kan U zich verenigen met de orde van voordracht van de kandidaten van de door u gesteunde lijst, dan vult U in het stemvak bovenaan op die lijst het helle stipje in met het te uwer beschikking gestelde potlood.

Als u die volgorde wilt wijzigen, dan geeft u een naamstem door het helle stipje in het stemvak na de naam van de kandidaat of kandidaten van uw keuze, met het te uwer beschikking gestelde potlood in te vullen.

Het kiescijfer van een lijst wordt samengesteld door de optelling van het aantal stembiljetten waarop een stem is uitgebracht bovenaan op deze lijst en het aantal stembiljetten ten gunste van één of meer kandidaten.

c) Ongeldig is :

— elk ander stembiljet dan het zich in de neutrale omslag B bevindend stembiljet;

— laatstgenoemd biljet ook :

a. als u daarop geen stem uitbrengt;

b. als er meer dan één lijststem of naamstemmen op verschillende lijsten zijn uitgebracht;

c. als een stem bovenaan een lijst en tegelijk een stem voor één of meer kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;

d. als een stem voor één of meer kandidaten van een lijst en voor één of meer kandidaten van een andere lijst is uitgebracht;

e. als hun vorm en afmetingen veranderd zijn of als zij binnenin een papier of enig voorwerp bevatten;

f. als er een doorhaling, een teken of een bij de wet niet-geoorloofd merk op aangebracht is waardoor de kiezer herkend kan worden.

d) U bent strafbaar indien u stemt zonder dat u de kiesbevoegdheidsvoorwaarden vervult.

3. Na uw stem te hebben uitgebracht, plaatst u het behoorlijk gevouwen stembiljet in de neutrale omslag B, die u sluit.

4. Steek vervolgens afzonderlijk in de retouromslag A de neutrale omslag B die het stembiljet bevat en het door u behoorlijk ondertekende en ingevulde formulier bedoeld in punt 1. Uw stem zal ongeldig worden verklaard als het stembiljet niet vergezeld gaat van dit formulier of als dit formulier niet behoorlijk ingevuld en ondertekend is.

5. De retouromslag A moet uiterlijk de dag van de verkiezing in België, om 13 uur, bij de voorzitter van het provinciehoofdbureau toekomen. Na die termijn wordt uw stem niet meer in aanmerking genomen.

Voor het provinciehoofdbureau,

De Voorzitter, De Secretaris, ».

Art. 26

De modellen van stembiljet die als bijlage bij hetzelfde Wetboek opgenomen zijn voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, worden vervangen door de modellen die als bijlagen 1 en 2 bij deze wet opgenomen zijn.

HOOFDSTUK III

Wijzigingen van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen

Art. 27

In artikel 45 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, laatst gewijzigd bij de wet van 5 november 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden « Alvorens de gekozenen aan te wijzen » tot en met de woorden « die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht, uitgeput is. » geschrapt;

2º paragraaf 2bis wordt opgeheven;

3º in paragraaf 3, wordt het tweede lid opgeheven.

HOOFDSTUK IV

Wijzigingen van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven gedaan voor de verkiezingen van de Federale Kamers, en de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen

Art. 28

In artikel 2 van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven gedaan voor de verkiezingen van de Federale Kamers, en de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 3, 3º, vervangen bij de wet van 13 december 2002, worden de woorden « kandidaat-titularis en de kandidaat-eerste-opvolger » vervangen door de woorden « kandidaat »;

2º in paragraaf 3, opgeheven bij de wet 27 december 2000 en opnieuw opgenomen bij de wet van 13 december 2002, wordt de bepaling onder 4º opgeheven.

28 februari 2011.

Guido DE PADT
Rik DAEMS
Alexander DE CROO
Nele LIJNEN
Martine TAELMAN
Bart TOMMELEIN.