5-695/1 | 5-695/1 |
25 JANUARI 2011
Hoofdstuk II van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken regelt het taalgebruik bij het vooronderzoek en het onderzoek in strafzaken, alsmede voor de strafgerechten. Artikel 11 van de wet van 15 juni 1935 stelt dat de processen-verbaal betreffende de opsporing en de vaststelling van misdaden, wanbedrijven en overtredingen, alsook de processen-verbaal van fiscale aangelegenheden, in het Frans taalgebied in het Frans, in het Nederlands taalgebied in het Nederlands, in het Duits taalgebied in het Duits en in de gemeenten der Brusselse agglomeratie in het Frans of in het Nederlands worden gesteld.
In het Wetboek van strafvordering staat een uitzonderingsbepaling op de taal van de procedure wat betreft het stellen van de processen-verbaal van verhoor, dat via de wet-Franchimont is ingevoegd. Artikel 47bis, enige lid, punt 5, stipuleert dat de ondervraagde zich in een andere taal dan die van de procedure mag uitdrukken. In dit geval laat de wet — bovenop het beroep doen op een beëdigd tolk — ook de mogelijkheid toe om de verklaringen van de ondervraagde te laten noteren in zijn taal of de ondervraagde te vragen zelf zijn verklaring te noteren.
Ons inziens is deze uitzondering in strijd met de geest van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken en wordt het territorialiteitsbeginsel op de helling gezet ten voordele van een te uitgebreide uitwerking van het principe van het vrij gebruik der talen in gerechtszaken. In de praktijk leidt de huidige wetsbepaling tot absurde toestanden : omdat personen die een verklaring wensen af te leggen of verhoord worden, sinds de wet-Franchimont op voorhand moeten worden ingelicht over hun rechten, zijn er verschillende politiezones die zichzelf verplichten om te beschikken over voorgedrukte processen-verbaal in alle talen van de wereld. Indien een proces-verbaal van verhoor wordt opgesteld als gevolg van een ongeluk, schadegeval of vandalisme, worden deze bij het dossier voor de verzekeringsmaatschappij gevoegd. Bijgevolg verlangt de huidige bepaling de facto dat personen en instanties die met een proces-verbaal van verhoor worden geconfronteerd dat niet conform de taal van de procedure is opgesteld, deze taal ook machtig zijn of een tolk inschakelen om het document te vertalen, wat al snel minstens 100 euro kost per proces-verbaal. Dit is onredelijk en de wereld op zijn kop.
Dit wetsvoorstel normaliseert het gebruik der talen inzake processen-verbaal van verhoor en verplicht dat een proces-verbaal van verhoor in de taal van de procedure wordt opgesteld. Het wetsvoorstel schrapt de mogelijkheid om de verklaringen te noteren of de ondervraagde zelf zijn verklaring te laten noteren in een andere taal dan die van de procedure. De mogelijkheid tot het gebruik van een beëdigd tolk wanneer de ondervraagde de taal van de procedure niet machtig is, blijft behouden, om de rechten van de comparant te vrijwaren.
Bart LAEREMANS Jurgen CEDER Anke VAN DERMEERSCH. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 47bis, 5., van het Wetboek van strafvordering wordt vervangen als volgt :
« 5. Indien de ondervraagde persoon de taal van de procedure niet machtig is, kan hij een beroep doen op een beëdigd tolk. In dit geval worden de identiteit en de hoedanigheid van de tolk vermeld. »
13 januari 2011.
Bart LAEREMANS Jurgen CEDER Anke VAN DERMEERSCH. |