5-452/1

5-452/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

9 NOVEMBER 2010


Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 185, § 1, van het Wetboek van strafvordering, teneinde de aanwezigheid van politie op de terechtzittingen in de correctionele rechtbanken verplicht te maken

(Ingediend door mevrouw Christine Defraigne c.s.)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 21 april 2008 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-711/1 - 2007/2008).

De veiligheid in de gerechtsgebouwen is een netelig probleem dat al lang bestaat, maar dat de jongste maanden, op bepaalde plaatsen tenminste, een verontrustende omvang heeft gekregen. Het gaat hoofdzakelijk om het vergezellen en het begeleiden van de beklaagden. De oorzaak is het gebrek aan politiekrachten met die taak.

De gedetineerden die zich in voorlopige hechtenis bevinden, worden van de strafinrichting waar ze opgesloten zijn overgebracht naar het gerechtsgebouw, waar ze moeten verschijnen nadat ze daartoe zijn opgeroepen.

Wanneer ze in het gerechtsgebouw aankomen, worden die gedetineerden in een cel ondergebracht om er te wachten tot ze naar de rechtszaal worden geleid. Het is in dat stadium dat er een personeelstekort bestaat. Het veiligheidskorps dat de taak heeft de gedetineerden van de gevangenis waar ze verblijven over te brengen naar het gerechtsgebouw blijkt weliswaar over voldoende mensen te beschikken, maar hetzelfde geldt niet voor het korps dat de taak heeft de beklaagden uit de cellen van het gerechtsgebouw te halen om ze voor de rechter te leiden.

Het is ook al voorgekomen dat rechters weigeren de onmiddellijke aanhouding te bevelen van beklaagden die tot zware straffen zijn veroordeeld, bij gebrek aan agenten om hen op te sluiten.

De politiezones waarvan verwacht wordt dat ze manschappen ter beschikking stellen, zetten hen liever in voor opdrachten in het veld, die alle burgers ten goede komen. Dat verzwakt het veiligheidskorps in de gerechtsgebouwen aanzienlijk.

Deze toestand wordt sinds jaren aangeklaagd, en diende theoretisch te zijn opgelost door de invoering van een nationaal veiligheidskorps. De theoretische personeelsformatie telt 380 leden, in de praktijk amper 248. In Brussel telt de personeelsformatie 130 leden; in maart 2007 waren slechts 101 posten ingevuld (1) .

Mochten de magistraten de zittingen beter plannen, dan konden de politiediensten de aanwezigheid van hun agenten in de gerechtsgebouwen ongetwijfeld beter organiseren.

Het zou zeker leiden tot een lager risico op een « schijnzitting » tijdens welke een volledig rechtscollege verlamd wordt, op verdagingen — of zelfs op invrijheidstellingen — op beklaagden die al te lang worden vastgehouden zonder een vonnis.

Dat zal echter niet volstaan om alle problemen op te lossen, zoals het zorgwekkende probleem van de veiligheid van de diverse hoofdrolspelers op de zitting, de rechter(s), assessoren, griffiers, beklaagde(n), burgerlijke partij(en), magistra(a)t(en) van het openbaar ministerie. De recente actualiteit staat bol van de incidenten waaruit blijkt dat die veiligheid lang niet altijd verzekerd is.

Een voorbeeld daarvan is de daad van agressie waarvan een veroordeelde die verscheen voor de strafuitvoeringsrechtbank van Luik, die voor de gelegenheid zitting hield in de open strafinrichting van Marneffe, het slachtoffer is geworden.

De burgerlijke partij kon haar zenuwen niet meer de baas en probeerde de veroordeelde aan te vallen. Zijn advocaat en de griffier werden gewond toen ze probeerden tussenbeide te komen.

Het omgekeerde scenario was evengoed mogelijk geweest. De wrok die een veroordeelde kan koesteren tegen de rechter die zijn veroordeling uitspreekt, of een slachtoffer en zijn familie tegen de beklaagde, kan tot dergelijke ontsporingen leiden. Denken we ook aan de reacties die de vordering van het openbaar ministerie kan oproepen.

Een goede rechtsbedeling vergt evenwel een rustige, waardige, veilige en zelfs een enigszins plechtige zitting.

Dit voorstel voorziet dan ook in de aanwezigheid van een bewaker, dat wil zeggen van een politieman, als symbool van orde en veiligheid op de terechtzittingen van de kamers van de correctionele rechtbanken van het land, zoals dat reeds in het Wetboek van strafvordering is vastgelegd voor het Hof van assisen.

Artikel 310, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering bepaalt het volgende : « De beschuldigde verschijnt ongeboeid en wordt slechts vergezeld door bewakers om te beletten dat hij ontvlucht (...). »

Er kan uiteraard geen sprake van zijn die taak aan een privé-onderneming op te dragen.

Men kan zich afvragen waarom het voorstel zich toespitst op de correctionele kamers.

Eigenlijk is het budgettair noch moreel denkbaar dat men achter elke rechter een politieman doet postvatten.

Overigens lopen de menselijke spanningen bij strafzaken het hoogst op. Hoewel civiele rechtscolleges, arbeidsrechtbanken of jeugdrechtbanken soms ook met agressie of opstandigheid geconfronteerd worden — we hoeven slechts te herinneren aan de Franse magistraat die in zijn bureau werd neergestoken door de moeder van een kind wiens plaatsing in een opvangcentrum hij net had verlengd (2) — is het risico op geweld toch het grootst in de correctionele rechtbank.

De vaak pijnlijke omstandigheden en het verziekte sociaal klimaat die de dossiers die voor die rechtbanken worden behandeld kenmerken, verantwoorden die keuze. Het komt niet zelden voor dat de magistraten die zitting hebben in de correctionele rechtbank beledigd of bedreigd worden door de beklaagde of door de burgerlijke partijen, die zich niet bij de beslissing kunnen neerleggen. Via een alarmbel onder zijn bureau kan de rechter de veiligheidsdienst van het gerechtsgebouw oproepen wanneer er zich een incident voordoet, maar dat systeem garandeert niet dezelfde bescherming als wanneer er politie op de zitting aanwezig is.

Tevens kan men op die manier ontsnappingen voorkomen. Aangezien de lokalen in sommige gerechtsgebouwen aftands zijn, is het niet moeilijk eruit te ontsnappen.

Voor de hoven van beroep van de correctionele rechtbanken wordt de aanwezigheid van een bewaker gewaarborgd door artikel 211 van het Wetboek van strafvordering, onder hoofdstuk II, « Correctionele rechtbanken », dat luidt als volgt : « De bepalingen van de voorgaande artikelen betreffende de wettelijke vormen van het onderzoek, de aard van de bewijzen, de vorm, de authenticiteit en de ondertekening van het eindvonnis in eerste aanleg, de veroordeling in de kosten, alsook de straffen in die artikelen bepaald, gelden eveneens voor de vonnissen in hoger beroep gewezen. »

Het is dus niet nodig dat artikel te wijzigen of een nieuw in te voegen om de aanwezigheid van een bewaker op de correctionele terechtzittingen van de hoven van beroep op te leggen.

Dit voorstel blijft dus beperkt tot het aanvullen van artikel 185, § 1, van het Wetboek van strafvordering, dat over de correctionele rechtbanken in eerste aanleg gaat.

Christine DEFRAIGNE.
Alain COURTOIS.
Jacques BROTCHI.
Gérard DEPREZ.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 185, § 1, van het Wetboek van strafvordering, vervangen bij de wet van 12 februari 2003, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt :

« De terechtzitting vindt plaats in aanwezigheid van een bewaker, die erop moet toezien dat het debat rustig verloopt. »

14 oktober 2010.

Christine DEFRAIGNE.
Alain COURTOIS.
Jacques BROTCHI.
Gérard DEPREZ.

(1) « Pagaille au palais de justice de Bruxelles », in : La Libre Belgique, 30 maart 2007.

(2) « Un magistrat poignardé au tribunal de Metz », in : Libération, 5 juni 2007; http://www.liberation.fr/actualite/societe/258525.FR.php.