4-1111/1

4-1111/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

13 JANUARI 2009


Voorstel van resolutie betreffende het beleid inzake non-proliferatie, nucleaire ontwapening en raketafweersystemen (missile defence)

(Ingediend door mevrouw Marleen Temmerman en de heer François Roelants du Vivier c.s.)


TOELICHTING


Kernwapens vormen één van de ernstigste bedreigingen voor de mensheid. Om dit gevaar te bezweren werd getracht met het Verdrag betreffende de non-proliferatie van kernwapens (hierna : NPV) de situatie te bevriezen om vervolgens door stapsgewijze ontwapening te komen tot een kernwapenvrije wereld.

Sinds de verlenging voor onbepaalde duur van het NPV in 1995, is de vooruitgang op het gebied van nucleaire ontwapening zeer matig gebleken, of soms helemaal uitgebleven. Nu zijn ontwapening en de strijd tegen de proliferatie van kernwapens voorwaarden voor vrede en veiligheid.

De Ontwapeningsconferentie van Genève ligt sinds 1998 stil, omdat men niet in staat is een consensus te vinden over een agenda. Het laatste verdrag dat daar werd gesloten is het Verdrag tot algehele uitbanning van kernproeven (hierna : CTBT, 1996), waarvan de tenuitvoerlegging geblokkeerd wordt door het uitblijven van een aantal ratificaties. Amerikanen en Russen proberen een akkoord te vinden over het vervolg op het START I-verdrag (dat in 2009 afloopt), om een controlemechanisme te behouden, iets waarin in het laatste SORT-verdrag (2002) te weinig voorzien is. De universele gelding van het NPV en het Aanvullend Protocol van het IAEA (1997) is nog niet voor morgen.

Het NPV staat onder druk door de slecht verlopen toetsingsconferenties (RevCom) van 2000 en 2005. De NPV-Conferentie 2005 (2-27 mei 2005) is geëindigd met de vaststelling van een mislukking. Procedurekwesties hebben het inhoudelijk debat vertraagd, de plaats die moest worden gegeven aan de 13 resoluties van de RevCom 2000 lokte heel wat tegenstand uit en er was geen consensus over het aannemen van een slotverklaring. Er kon slechts een slotdocument over een procedure worden goedgekeurd.

In deze slotverklaring stond geen enkele concrete aanbeveling of afspraak om de verspreiding van kernwapens tegen te gaan of stappen te zetten naar nucleaire ontwapening.

Door de Noord-Koreaanse kernproef op 9 oktober 2006 en de voortdurende weigering van Iran om te voldoen aan verschillende Veiligheidsraadresoluties brokkelde het vertrouwen van verschillende landen in de effectiviteit van het NPV verder af. De zaak Iran blijft in behandeling bij de Board of Governors van het IAEA en van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Het nieuwe evenwicht tussen het opvoeren van de controle, de beveiliging en de veiligheid rond de nucleaire brandstofcyclus en de splijtstof enerzijds en het behoud van het recht op het vreedzaam gebruik van atoomenergie anderzijds is moeilijk te vinden.

Van een andere orde is de overeenkomst tussen de VS en India over civiele nucleaire samenwerking. Het opzeggen van het ABM-verdrag en het weigeren van een verifieerbare of juridisch bindende opvolging van de START-verdragen door de VS komt neer op een eenzijdige afbreking van een deel van de arms-controlconstructie. Ook Rusland zette een opmerkelijke stap door de bevriezing van het CFE-verdrag. Dergelijke initiatieven zijn niet bevorderlijk voor het globale onderhandelingsklimaat.

Artikel IV van het NPV erkent weliswaar het recht van de staten die partij zijn gebruik te maken van de ontwikkeling van kernenergie voor vreedzame doeleinden en van de internationale samenwerking op dat gebied, maar bepaalt dat dit recht niet onvoorwaardelijk is. Dat cruciale artikel van het verdrag onderstreept dat dit recht slechts onder drie voorwaarden legitiem kan worden uitgeoefend :

— de Staat die partij is moet te goeder trouw « vreedzame doeleinden » nastreven;

— hij moet de bepalingen van de artikelen I en II van het verdrag in acht nemen (1) ;

— hij moet tevens de waarborgen van het IAEA, waarin artikel III van het Verdrag voorziet, ten uitvoer leggen.

De eerstvolgende toetsingsconferentie (RevCom) vindt plaats in 2010. Zo'n toetsingsconferentie wordt voorafgegaan door voorbereidende bijeenkomsten (PrepCom). Van 30 april tot en met 11 mei 2007 liep in Wenen de eerste voorbereidende bijeenkomst. Op deze PrepCom werd een eerste inhoudelijke grondslag gelegd voor verdere bespreking. De tijd was echter nog niet rijp om de verschillende inzichten rond het NPV naast elkaar te leggen. Want die zijn er wel degelijk tussen vertegenwoordigers van de groep van niet-gebonden landen en de kernwapenstaten. Deze uiteenlopende uitgangspunten spelen ook een rol in de aanloop naar de Toetsingsconferentie van 2010. Een volgende PrepCom liep van 28 april tot en met 9 mei 2008 (Genève).

Theoretisch moesten deze eerste twee PrepCom-vergaderingen van 2007 en 2008 de principes, de doelstellingen en de middelen bepalen om de volledige toepassing van het NPV te bevorderen, alsook de universele gelding ervan.

In 2009 vindt de derde PrepCom 2009 plaats. Die moet aanbevelingen formuleren voor een NPV-onderzoeksconferentie in 2010 (RevCom 2010), rekening houdend met de resultaten van het debat ten gronde van de eerste twee PrepComs. De lidstaten moeten dus enerzijds een consensueel verslag kunnen opstellen met aanbevelingen waarover tegen 2010 moet worden onderhandeld en anderzijds de regelingen inzake de procedures en de organisatie van de werkzaamheden van de RevCom 2010 afwerken.

Op de tweede PrepCom (2008) werd een agenda voor de RevCom 2010 goedgekeurd, alsook voor de komende voorbereidende vergaderingen in 2009. Ook inhoudelijke vragen werden besproken en in de samenvatting van de voorzitter (« Chairman's Paper ») opgenomen :

— wat nucleaire ontwapening betreft : voorstelling van de werkelijke maatregelen die werden genomen op het gebied van de vermindering van de arsenalen, voorstelling van de bijkomende doeleinden die moeten worden bereikt, dialoog over de veiligheidswaarborgen; belang van de tenuitvoerlegging van het CTBT en van het aanvatten van de onderhandelingen over het verdrag inzake het verbod op de productie van splijtstoffen (cut-off-verdrag);

— nieuwe kernwapens en nieuwe doctrines : modernisering van de wapens en van hun gebruiksdoctrine in een afschrikkingsrol en in een offensieve rol; behoud van het alarmniveau voor kernwapens;

— het delen van de kennis over kernwapens : de samenwerking in de NAVO en tussen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten;

— het verdrag inzake het verbod op de productie van splijtstoffen : start van de onderhandelingen op de Ontwapeningsconferentie;

— strategische wapens en antiraketverdediging : wat te doen na het verstrijken van het START- (2009) en het SORT-verdrag (2012);

— tactische kernwapens : veiligheid van de Russische tactische kernwapens, aanwezigheid van 480 Amerikaanse wapens opgesteld op Europees grondgebied;

— onderhandelingen over een verdrag inzake het verbod/de definitieve afschaffing van kernwapens, met een einddatum;

— loskoppeling van nucleaire ontwapening en algemene en volledige ontwapening;

— veiligheidswaarborgen en verdrag inzake het niet als eerste gebruiken van kernwapens;

— kernvrije zone : tot stand brengen van een kernvrije zone in het Midden-Oosten;

— aanvullend Protocol van het IAEA : welke status heeft het ten opzichte van het NPV en hoe kan de universele gelding ervan worden bereikt;

— resolutie 1540 van de Veiligheidsraad en (PSI);

— controle op de export van kernmaterieel : transparantie en harmonisering van de controle;

— Noord-Korea : tenuitvoerlegging van het akkoord van 13 februari 2007;

— kernenergie : het vreedzaam gebruik van atoomenergie waarborgen dankzij de levering van licht verrijkt uranium langs multilaterale kanalen;

— de institutionele minpunten van het NPV en de uittredingsprocedure.

Het debat over al die thema's zal in 2008 en 2009 blijven doorgaan, om de herzieningsconferentie van het NPV in 2010 optimaal voor te bereiden.

Het NPV blijft de hoeksteen van de regeling ter bestrijding van de proliferatie van kernwapens, terwijl de ontwikkeling van het vreedzaam gebruik van kernenergie gestimuleerd wordt. Efficiënte, objectieve, transparante en niet-discriminerende controle van de export, een efficiënt systeem van waarborgen, dat geloofwaardig en betrouwbaar is en een waterdichte veiligheid zijn de grondslagen van de internationale actie ter preventie van de risico's op proliferatie, verboden handel in nucleaire en radioactieve stoffen en van eventuele terroristische nucleaire aanslagen en ter bestrijding van de proliferatienetwerken die los van enige staat actief zijn.

Om de geloofwaardigheid van het NPV en de bijbehorende Toetsingsconferentie te behouden is een resultaat nodig onder de vorm van een duidelijke agenda voor ontwapening. Indieners vragen de regering hiertoe de nodige inspanningen te leveren op de PrepCom van 2009 en op de Toetsingsconferentie van 2010.

Het Non-proliferatieverdrag staat niet op zich en de versterking ervan hangt samen met het voeren van een coherente politiek gericht op nucleaire ontwapening en non-proliferatie in andere fora zoals de NAVO en de EU. Indieners vragen dan ook de regering om hiertoe de nodige diplomatieke inspanningen te leveren in deze gremia.

In het bijzonder wat betreft de NAVO is het belangrijk om non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing op de agenda te zetten. Duitsland en Noorwegen hebben ter zake al initiatieven genomen. De regering moet dergelijke initiatieven op een actieve manier ondersteunen.

Wat betreft het Europees niveau vragen indieners bijzondere aandacht voor missile defence. De VS onderhandelen bilateraal met Polen en Tsjechië over de plaatsing van rakettenschildinstallaties. Het is geen goede zaak dat veiligheidskwesties die een weerslag hebben op Europa exclusief geregeld worden met bilaterale onderhandelingen. Een anti-missileshield bedoeld om de VS te beschermen tegen een veronderstelde dreiging past niet in een Europees veiligheidsbeleid. Indieners zijn ook bezorgd dat er negatieve effecten volgen op de internationale non-proliferatie-inspanningen. Dat bleek al meteen de dag na de verkiezing van de nieuwe Amerikaanse president Barack Obama. Rusland verklaarde kernraketten te installeren aan de grens met NAVO-lidstaat Polen omdat daar een anti-missileshield in de steigers staat.

Missile defence is een militaire oplossing ten nadele van multilateraal onderhandelde oplossingen. Bovendien is er een gebrek aan transparantie in de onderhandelingen. Bij de effectiviteit en kostprijs van het systeem kunnen nog heel wat vraagtekens geplaatst worden.

Marleen TEMMERMAN
François ROELANTS du VIVIER
Sabine de BETHUNE
Paul WILLE
Anne-Marie LIZIN
Josy DUBIÉ
Patrik VANKRUNKELSVEN
Olga ZRIHEN
Philippe MAHOUX.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. Overwegende dat het voortbestaan van het Non-proliferatieverdrag (NPV) en de strikte naleving ervan noodzakelijk is voor de internationale vrede en veiligheid;

B. Overwegende dat een volgende Toetsingsconferentie (RevCom) plaatsvindt in 2010, voorafgegaan door nog één voorbereidende bijeenkomst (PrepCom) in 2009;

C. Overwegende dat het NPV al geruime tijd onder druk staat door verschillende acties van landen en meningsverschillen tussen de betrokken actoren;

D. Overwegende dat tijdens de vorige Toetsingsconferentie van het NPV in 2005 geen concrete afspraken werden gemaakt;

E. Overwegende dat artikel 6 van het NPV bepaalt dat « elk van de partijen bij dit verdrag zich ertoe verbindt, te goeder trouw onderhandelingen te voeren omtrent doeltreffende maatregelen met betrekking tot spoedige beëindiging van de nucleaire bewapeningswedloop en tot nucleaire ontwapening en omtrent een verdrag inzake algemene en volledige ontwapening onder strenge en doeltreffende internationale controle »;

F. Gelet op de resolutie van de Kamer van volksvertegenwoordigers van 12 januari 2005 betreffende het beleid van non-proliferatie en nucleaire ontwapening en de resolutie van de Senaat van 21 april 2005 betreffende het beleid inzake non-proliferatie en nucleaire ontwapening;

G. Overwegende dat er op de Toetsingsconferentie van 2010 slechts resultaten zullen worden geboekt als er in diverse fora waar deze thema's aan bod komen een coherent beleid wordt gevoerd voor non-proliferatie en nucleaire ontwapening;

H. Overwegende dat Duitsland en Noorwegen initiatieven hebben genomen om ontwapening op de officiële NAVO-agenda te plaatsen;

I. Overwegende dat het missile-defencesysteem ten nadele is van multilaterale oplossingen, de effectiviteit ervan niet bewezen is en het een hoge kostprijs kent;

J. Overwegende dat de Mayors for Peace op de PrepCom van 2008 hun Hiroshima-Nagasaki-protocol lanceerden, waarin ze een concreet en stapsgewijs voorstel formuleerden om een volledige vernietiging van kernwapens tegen 2020 te bewerkstelligen;

Vraagt de regering :

1. de volledige uitvoering te geven aan de resolutie van 12 januari 2005 betreffende het beleid inzake non-proliferatie en nucleaire ontwapening in het kader van de Toetsingconferentie van 2010;

2. als voormalig lid van de Veiligheidsraad, relevante diplomatieke initiatieven te blijven nemen om te ijveren voor de universele gelding van het non-proliferatieverdrag (NPV); voor de concrete uitvoering van alle verbintenissen ervan; voor de integrale inachtneming ervan door alle Staten die tot het verdrag zijn toegetreden; voor een grotere afdwingbaarheid van de bepalingen ervan en voor een ondubbelzinnige houding van de Veiligheidsraad bij schendingen van het NPV;

3. bij te dragen tot een constructief en open onderhandelingsklimaat in de aanloop naar de conferentie van 2010, gericht op het bereiken van overeenstemming over het belang van het NPV als hoeksteen van het mondiale stelsel voor non-proliferatie, het vreedzaam gebruik van kernenergie, de nucleaire ontwapening -meer bepaald het starten van onderhandelingen en het sluiten van een verdrag inzake het verbod om splijtstoffen voor kernbommen te produceren en om nu reeds een internationaal moratorium te verkrijgen inzake de productie van splijtstoffen, en de voorwaarden te bepalen opdat splijtstoffen die niet meer voor militair gebruik in aanmerking komen- en de algehele uitbanning van kernproeven, met inbegrip van de centrale en controlerende rol die het IAEA daarin speelt;

4. een grondslag te leggen voor een resultaatgericht verloop van de Toetsingsconferentie in 2010;

5. op de Toetsingsconferentie van het non-proliferatieverdrag in 2010 te komen tot een striktere ontwapeningsagenda en concrete afspraken te maken voor de komende vijf jaar;

6. de voortzetting aan te moedigen van de transparante en wederzijds controleerbare vermindering van de kernarsenalen, en te zorgen voor de niet-omkeerbaarheid van de nucleaire ontwapening door het vernietigen van de kernkoppen;

7. vertrouwenwekkende maatregelen te bevorderen, zoals het verlagen van het alarmniveau en de « detargeting » van kernwapens;

8. zich in te spannen om een actieve NAVO-agenda op te stellen inzake ontwapening, wapenbeheersing en non-proliferatie en ieder initiatief van andere landen die streven naar veiligheid en naar de vernietiging van de tactische kernwapens in de kernarsenalen actief te ondersteunen;

9. op bilateraal, Europees en internationaal niveau te blijven pleiten om de problematiek omtrent missile defence op Europees en multilateraal niveau te bespreken;

10. de ondertekening en de ratificatie te bespoedigen van het aanvullend protocol van het IAEA door alle Staten die tot het non-proliferatieverdrag zijn toegetreden; om de nieuwe ontwerptekst die is goedgekeurd door de Board of Governors van het IAEA, en waarin rekening wordt gehouden met kleine hoeveelheden nucleaire stoffen (SQP), te promoten;

11. de regeling inzake de controle op de uitvoer van nucleaire technologie en grondstoffen, strenger en transparanter te maken, en de Nuclear Supplier Group (NSG) met nieuwe leden uit te breiden; om er bij de NSG naar te streven dat de ratificatie van het aanvullend protocol van het IAEA een voorwaarde wordt voor overdracht van nucleaire stoffen; om het voortzetten van de actie van het Zangger-comité voor de universele gelding van de algemene beginselen inzake de controle op de uitvoer aan te moedigen;

12. internationale controlemaatregelen vast te leggen voor kerninstallaties en -materiaal van landen die de procedure hebben aangevat om uit het non-proliferatieverdrag te stappen;

13. de uitoefening van het recht op het vreedzaam gebruik van kernenergie beter te regelen, teneinde te voorkomen dat een civiel kernprogramma in een militair programma wordt omgezet; om het multilateraal beheer van de splijtstofcyclus te bevorderen, zodat splijtstof vrij beschikbaar kan worden en dat is belangrijk, zoals de G8 onderstreept heeft (6-7 juni 2007);

14. de diplomatieke inspanningen voort te zetten voor het tot stand brengen van een zone die vrij is van massavernietigingswapens;

15. de diplomatieke inspanningen aan te moedigen ter vermindering van regionale spanningen die de wapenwedloop en de proliferatie van massavernietigingswapens in de hand werken;

16. het Hiroshima-Nagasakiprotocol (2) — gelanceerd door de « Mayors for Peace » op de PrepCom van 2008 in Genève — als middel tot ontwapening te ondersteunen en op de internationale agenda te plaatsen.

9 december 2008.

Marleen TEMMERMAN
François ROELANTS du VIVIER
Sabine de BETHUNE
Paul WILLE
Anne-Marie LIZIN
Josy DUBIÉ
Patrik VANKRUNKELSVEN
Olga ZRIHEN
Philippe MAHOUX.

(1) Article I Each nuclear-weapon State Party to the Treaty undertakes not to transfer to any recipient whatsoever nuclear weapons or other nuclear explosive devices or control over such weapons or explosive devices directly, or indirectly; and not in any way to assist, encourage, or induce any non-nuclear-weapon State to manufacture or otherwise acquire nuclear weapons or other nuclear explosive devices, or control over such weapons or explosive devices. Article II Each non-nuclear-weapon State Party to the Treaty undertakes not to receive the transfer from any transferor whatsoever of nuclear weapons or other nuclear explosive devices or of control over such weapons or explosive devices directly, or indirectly; not to manufacture or otherwise acquire nuclear weapons or other nuclear explosive devices; and not to seek or receive any assistance in the manufacture of nuclear weapons or other nuclear explosive devices.

(2) The Hiroshima-Nagasaki Protocol, A protocol complementary to the Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons for achieving a nuclear-weapon-free world by the year 2020 : http://www.2020visioncampaign.org/filestorage/409/File/2/Hiroshima-NagasakiProtocol.pdf