Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

18 DECEMBER 2008

Wetsvoorstel tot invoering in het Strafwetboek van een verzwarende omstandigheid voor daders van bepaalde misdrijven tegen bepaalde personen bekleed met een openbare hoedanigheid

AMENDEMENTEN ingediend na de goedkeuring van het verslag

Nr. 12 VAN DE HEER COVELIERS EN MEVROUW VAN DERMEERSCH

Art. 2

In het voorgestelde artikel 280 de volgende wijzigingen aanbrengen :

1º in de bepaling onder 1º de woorden « van een maand tot een jaar » vervangen door de woorden « van twee maanden tot twee jaar »;

2º in de bepaling onder 2º de woorden « van twee maanden tot twee jaar » vervangen door de woorden « van drie maanden tot drie jaar ».

Verantwoording

Artikel 278 van het Strafwetboek voorziet in een gevangenisstraf van twee maanden tot twee jaar voor degene die slagen toebrengt aan een lid van de wetgevende kamers in de uitoefening of ter gelegenheid van de uitoefening van zijn mandaat, aan een minister, een lid van het Grondwettelijk Hof, een magistraat of een officier van de openbare macht in actieve dienst, in de uitoefening of ter gelegenheid van de uitoefening van hun bediening.

Aangezien de indieners van het voorstel in hun toelichting terecht stellen dat politiediensten door de uitoefening van hun bediening een groter risico lopen aan geweld blootgesteld te worden, moet precies aan hen op wetgevend vlak een verhoogde bescherming worden geboden. De indieners van dit amendement zijn dan ook van oordeel dat net omwille van deze kwetsbaarheid van de doelgroep gewelddaden tegen deze politieagenten niet minder streng mogen worden gestraft als dezelfde gewelddaden tegenover bijvoorbeeld ministers of parlementsleden.

Dit amendement beoogt dan ook de bestraffing van daders van opzettelijke slagen en verwondingen, zoals gesteld in artikel 398, eerste lid van het Strafwetboek, minstens op gelijke voet te bestraffen als slagen en verwondingen tegen ministers, parlementsleden en officieren. Hiertoe worden enerzijds de straffen voor opzettelijke slagen en verwondingen tegenover politieagenten (398, eerste lid) en anderzijds de straffen voor opzettelijke slagen en verwondingen tegenover politieagenten met voorbedachten rade strenger gestraft met respectievelijk gevangenisstraffen van twee maanden tot twee jaar en van drie maanden tot drie jaar.

De indieners van dit voorstel stappen trouwens al gedeeltelijk mee in de hierboven gemaakte redenering. Terwijl slagen die toegebracht worden op ministers, parlementsleden, ... zonder het oogmerk te doden, toch de dood veroorzaken, volgens artikel 279bis gestraft worden met een opsluiting van zeven tot tien jaar. Met het voorliggend voorstel wordt eenzelfde misdaad tegenover politieagenten gestraft met een opsluiting van tien tot vijftien jaar (voorgesteld artikel 280, 7º).

Nr. 13 VAN DE HEER COVELIERS EN MEVROUW VAN DERMEERSCH

Art. 2

Het voorgestelde artikel 280 aanvullen met de bepaling onder 9º, luidende :

« 9º in de gevallen bedoeld in artikel 393 is de straf levenslange opsluiting ».

Verantwoording

Aangezien de indieners van het voorstel in hun toelichting terecht stellen dat politiediensten door de uitoefening van hun bediening een groter risico lopen aan geweld blootgesteld te worden, moet precies aan hen op wetgevend vlak een verhoogde bescherming worden geboden. De indieners van dit amendement zijn dan ook van oordeel dat net omwille van deze kwetsbaarheid van de doelgroep ook doodslag jegens politieagenten strenger moet worden gestraft.

Waar doden met het oogmerk te doden bestraft wordt met een opsluiting van twintig tot dertig jaar, oordelen de indieners dat diezelfde misdaad tegen politieagenten moet worden bestraft met levenslange opsluiting. Hiermee wordt de strafmaat dezelfde als op moord.